Jeruzalem

RONDREIS ISRAËL

De stad Jeruzalem is een bijzondere plek op deze wereldnol. Zo is Jeruzalem een van de oudste doorlopend bewoonde steden van de wereld en is het binnen een groot aantal geloven een heilige stad. Zo kennen zowel het jodendom als het christendom hun oorsprong in Jeruzalem, maar is het ook voor de islam een heilige stad. Jeruzalem is door het Israëlisch-Palestijnse conflict ook een verdeelde stad. Zo beschouwt Israël Jeruzalem als hoofdstad, maar vinden de Palestijnen dat Oost-Jeruzalem aan Palestina toebehoort. De moslims, joden en christenen leven dan ook op vrij gespannen voet samen in deze stad. Binnen het christendom en het jodendom is Jeruzalem een belangrijk bedevaartsoord. Voor de joden is het vooral de Tempelberg en de Westelijke muur die van belang zijn, hoewel de vroegere tempel op de Tempelberg al eeuwen geleden verwoest is. Voor de christenen is het vooral de Heilig Grafkerk die van zwaar religieus belang is.
Jeruzalem bestaat uit het oude Jeruzalem, dat in joodse, christelijke, islamitische en Armeense wijken ingedeeld is en het nieuwe Jeruzalem dat buiten de stadsmuren gebouwd is.

JERUZALEM

1 NOVEMBER 1995

Om 6:45 uur staan we op en na een uitgebreid ontbijt vertrekken we om 8:00 uur naar de oude binnenstad van Jeruzalem. We rijden naar de Olijfberg vanwaar we een mooi uitzicht hebben. In de verte zien we de stadsmuren liggen en de glimmende goudkleurige koepel van de Koepel van de Rots-moskee. De meeste Joden willen zo dicht mogelijk bij Gouden Poort, één van de zeven poorten die toegang geven tot de oude stad, worden begraven. Volgens de traditie zal de Messias Jeruzalem binnenkomen door de Gouden poort. Om dat te voorkomen hebben de moslims de ingang dichtgemetseld en er pal voor een Islamitische begraafplaats aangelegd. Maar voor de Gouden poort liggen wel zo’n 70.000 graven, van Joden, sommige al meer dan 2500 jaar oud.
Als we van de Olijfberg terug naar de bus lopen passeren we de grote Joodse begraafplaats waar net een begrafenis aan de gang is. De grafsteen is voor de joden een heel belangrijke plaats, omdat hij de plek aangeeft waar de overledene ligt en waar volgens hun geloof nog een deel van zijn ziel aanwezig is. Het is een plek waar de levenden en doden nog in contact met elkaar kunnen komen. Door er een steen op te leggen, leveren de nabestaanden een blijvende bijdrage aan die grafsteen. Ze laten een teken achter dat laat zien dat ze op bezoek zijn geweest, dat de gestorvene geëerd wordt en niet vergeten is. Het gebruik om stenen op graven te leggen, gaat vermoedelijk terug tot de tijd dat de joden nog een woestijnvolk waren. Mensen werden in die tijd daar waar ze stierven begraven. Om het graf in de woestijn te markeren en om te voorkomen dat de overledene door aasetende dieren werd opgegraven, legden ze er stenen op. Nomaden op doortocht vulden uit respect voor de dode vaak de stenen weer aan.
Door de eeuwen heen kreeg het leggen van de stenen op de graven een symbolische waarde. Stenen vergaan niet zoals bloemen, die door christenen als eerbetoon op de graven worden gelegd. Ze hebben eeuwigheidswaarde, die je terugvindt in het eeuwigdurend grafrecht van joodse graven, die volgens de geloofstraditie niet geruimd mogen worden. De onvergankelijkheid van de stenen staat ook voor eeuwige liefde en geloof, altijddurend respect, een herinnering aan en verbondenheid met de dode.
De Joden geloven in de verrijzenis en dat is ook de reden waarom orthodoxe Joden geen donor willen zijn. Als ze namelijk verrijzen zouden ze ledematen of organen moeten missen. Je ziet ook vaak bij ongelukken of bomaanslagen waar doden vallen dat er orthodoxe Joden komen die alles afzoeken om ook maar elk menselijk restje van de overledene te verzamelen zodat de persoon ‘compleet’ wordt begraven.

Door de eeuwen heen is Jeruzalem de hoofdstad van Israël en één van de vier heilige steden van het land. Drieduizend jaar geleden riep David Jeruzalem uit tot hoofdstad. Volgens de Joodse bevolking is Jeruzalem de stad waar de Messias zal verschijnen om koning van Israël en van alle volkeren te worden. Voor de moslims is de stad Jeruzalem heilig omdat volgens de overlevering de profeet Mohammed vanaf de top van de Moriah ten hemel voer. Hier bouwde met de Koepel van de Rots Moskee. Voor de Christenen is Jeruzalem de stad waar Jezus van Nazareth zijn prediken hield over het koninkrijk van God. Hier verrichtte hij wonderen. Het is de plaats van het laatste avondmaal, het proces der veroordeling, de kruisiging en van de begrafenis en wederopstanding van Jezus.
Op de hellingen van de olijfberg ligt de hof van Gethsemane wat letterlijk olijfpers betekent. Dit was de plaats van Jezus’ gevangenneming. De hof staat vol met eeuwenoude olijfbomen. Op de plaats waar vroeger de olijfpers stond, aan de voet van de Olijfberg, is in 1924 een kerk gebouwd door schenkingen uit vele landen. De naam van de kerk luidt dan ook, Kerk van alle Volkeren. We rijden naar de oude stad die ommuurd is. Via de westelijke stadspoort, de zgn. mestpoort, één van de zeven poorten, komen we de oude stad binnen. Deze poort dankt zijn naam aan het feit dat op deze plek het stadsvuil werd verzameld en afgevoerd.

Vanuit deze poort lopen we naar de Klaagmuur. De Klaagmuur is de heiligste plaats voor de Joden en symboliseert het eeuwenlange verlangen naar een staat, waarin het geloof aan Jahwe centraal staat. Het is het Joodse symbool bij uitstek geworden. Symbool van het lijden van het Joodse volk, maar tegelijk de belofte van herstel. De Klaagmuur is het enige overblijfsel van de Tweede Tempel. De Westelijke Muur is een gedeelte van de muur, die Herodes rond de Tweede Tempel bouwde in 20 v. Chr. Titus spaarde in 70 Chr. dit stuk van de muur met zijn geweldige steenblokken om aan toekomstige generaties de grootheid van het Romeinse leger te tonen, dat in staat was geweest zo’n enorm gebouw te verwoesten. Tijdens de Romeinse tijd was het voor de joden verboden in Jeruzalem te komen. In de Byzantijnse tijd echter werd het hen éénmaal per jaar toegestaan op de herdenkingsdag van de verwoesting van de Tempel te treuren over de verstrooiing van hun volk en de verwoesting van de Tempel. Zo kwam de Westelijke Muur aan de naam “Klaagmuur”. De gewoonte bij de muur te bidden duurde eeuwenlang tot 1948. Van 1948 tot 1967 was het voor joden niet toegestaan bij de muur, het grote heiligdom van hun godsdienst, te bidden, omdat de muur in het Jordaanse gedeelte van Jeruzalem lag. Na de Zesdaagse Oorlog werd de Klaagmuur een plaats van nationale vreugde en tevens opnieuw een plaats van aanbidding.
Eerst blijven we eens even staan kijken hoe intens de Joden hun geloof belijden bij de Klaagmuur. Mannen bidden er met een gebedsrolletje op hun hoofd, met witte gebedskleding en een mesoeza (kleine gebedsrolletjes in een kokertje dat je ook bij alle deuren ziet van Joodse woningen). Of je ziet ze met een zwarte hoed, een lange zwarte jas, zodat ze zoveel mogelijk op elkaar lijken en herkenbaar zijn. De lange krullen bij hun oren en de baarden zijn een Joods voorschrift. Het zou onrein zijn en tegen de schrift om het haar in aanraking te laten komen met ijzer of metaal. Tijdens het bidden bewegen ze met heel hun lichaam, ze zijn verplicht om met heel hun ziel te bidden. Als man mag je alleen het plein betreden waar de Klaagmuur ligt als je een ‘keppel’ draagt. Het plein ervoor wordt nl. als synagoge beschouwd. Deze keppel stamt nog uit de slaventijd toen het hoofd gedeeltelijk werd kaal geschoren. Nu zien de Joden het meer als een tussenstation tussen het hemelse en het aardse.

Evenals in een synagoge, is er ook bij de Klaagmuur een vrouwen- en mannengedeelte. De vrouwen mogen de gebedsrollen, de eerste vijf boeken van de Thora nl. niet lezen. John gaat ‘bewapend’ met keppeltje naar het mannengedeelte en mag ook de synagoge bezoeken. Ik mag naar het vrouwengedeelte lopen. Vrome joden verbergen in de voegen tussen de vierkante blokken papiertjes, waarvan de tekst slechts voor de ogen van God bestemd is. Het is heel indrukwekkend om te zien en zeker als je tussen de biddende Joden instaat.
De Al-Aqsamoskee is gebouwd op de zuidzijde van de Tempelberg in Jeruzalem naast de Rotskoepel. De Al-Aqsamoskee is de grootste moskee van Jeruzalem met plaats voor ongeveer 5.000 mensen. De Al-Aqsamoskee is alleen voor moslims toegankelijk. Dus we mogen hem alleen van buiten bewonderen. Deze moskee is de oudste van het Heilige Land en na Mekka en Medina het belangrijkste heiligdom voor de moslims. El Aqsa betekent letterlijk ver van mekka verwijderd. Bij de moskee zitten was moslims te keuvelen en voor de moskee is een wasplaats voor de rituele reiniging voor de moslims als ze gaan bidden. De moskee is een beetje somber van kleur, zeker als je hem vergelijkt met de tegenover gelegen kleurrijke Rotskoepel Moskee. De vergulde aluminium koepel is 43 m hoog. De Rotskoepelmoskee is geen moskee maar een gedenkplaats en ook alleen toegankelijk voor moslims.

De oude stad binnen de stadsmuren is onderverdeeld in een viertal wijken, de Christelijke Wijk, de Armeense Wijk, de Joodse Wijk en de Moslimwijk. Elke wijk, met smalle straatjes heeft zijn eigen typische sfeer. Wij lopen vanaf de Tempelberg eerst de kruisweg ofwel de Via Dolorosa. Deze straat loopt door de oude stad van de Leeuwen-, of St. Stefanspoort naar de Heilig Grafkerk, die staat op de plaats waar Golgotha en het graf van Jezus zouden zijn geweest. Volgens Christelijke traditie, werd Jezus na zijn veroordeling door Pontius Pilatus langs de Via Dolorosa naar de executieplaats Golgotha geleid. Historisch gezien zijn de precieze plaatsaanduidingen hiervan echter niet duidelijk. Omdat Jezus tijdens het grootste gedeelte van deze tocht het kruis droeg, is de straat tegenwoordig ingericht als kruisweg. Van de veertien kruiswegstaties bevinden er zich acht langs de Via Dolorosa, de negende bevindt zich op het dak van de Heilig Grafkerk en de overige vijf bevinden zich in de kerk.
Wij lopen een gedeelte van de Via Dolorosa tot dat we bij de Heilige Grafkerk uitkomen. De kerk wordt ook wel de Kerk van de wederopstanding genoemd. Volgens de overlevering is ze gebouwd op de plek waar Christus zowel gekruisigd als begraven zou zijn: het Heilig Graf. Het is sinds de 4e eeuw een belangrijk pelgrimsoord. Op de plaats van de kerk hebben meerdere kerken gestaan, die tijdens oorlogen en branden verloren gingen. Het huidige gebouw stamt uit 1149.

Midden in de kerk bevindt zich het Heilige graf, een graftombe, op de plaats waarvan men vermoedt dat Jezus er begraven lag. Op deze tombe is de 14e statie van de Kruisweg uitgebeeld. Vlak voor de ingang zou het lichaam van Jezus gebalsemd zijn. Deze plaats wordt aangegeven met een grote marmeren steen. In het middenschip is een plaats te vinden waarvan destijds werd aangenomen dat het het middelpunt van de (platte) aarde was. In de Adamskapel zou Adam begraven zijn. Onder de kerk bevindt zich de plaats waar destijds het kruis gestaan zou hebben. In de kerk bevinden zich altaren en kapellen die door verschillende christelijke geloofsgemeenschappen worden beheerd. Alleen de protestanten zijn hier niet vertegenwoordigd. Het is een drukte van jewelste en de mensen willen allemaal de grote marmeren steen aanraken of met hun zakdoek erover heen wrijven, waar het lichaam van Jezus gebalsemd zou zijn. De steen blinkt als een spiegeltje. Onder in de kerk is een kleine ruimte waar het kruis zou hebben gestaan, je kunt er alleen langs lopen, zeg maar schuifelen vanwege de drukte. Toch maakt het op de een of andere manier veel indruk.

Via de Joodse Wijk lopen we door de Zionspoort naar het graf van Koning David, waar Jezus een afstammeling van zou zijn. In de hele kleine ruimte staat een kist met een fluwelen kleed erover heen, bedekt met kronen en Thora-rollen die afkomstig zijn van Joodse gemeenschappen die tijdens de WO II zijn verdwenen cq. vergast. Koning David is voor de Joden belangrijk omdat hij de stichter zou zijn van Jeruzalem. In het gebouw, boven de ruimte van het graf van Koning David, bezoeken we de zaal waar het laatste avondmaal zou zijn gehouden.

Om 14:30 uur rijden we naar de 11 km ten zuiden van Jeruzalem gelegen stad Bethlehem; de geboortestad van Jezus. In de Zesdaagse oorlog in 1967 werd Bethlehem met de gehele Westelijke Jordaanoever door Israël bezet. Na de Oslo-akkoorden heeft Israël Bethlehem in 1996 aan de Palestijnse Autoriteit overgedragen, maar het Israëlische leger behoudt zich het recht voor de stad binnen te gaan wanneer het wil. Als we aan komen lopen om de Geboortekerk te bezoeken komen de opdringerige Palestijnse souvenirverkopers ons al tegemoet. Zij bepalen hier het straatbeeld. De buitenkant van de Geboortekerk is zeer sober en ziet er meer uit als een middeleeuwse vesting dan als een kerk. De gevel is nu omringd door de muren van drie kloosters. Oorspronkelijk waren er drie deuren, twee zijn er echter dicht gemetseld, in het midden is een lage nauwe deur die toegang geeft tot de kerk. De toegangsdeur is verlaagd om te verhinderen, dat plunderaars met hun paarden naar binnen zouden komen. Nou plunderaars komen hier niet makkelijk binnen, laat staan dat ze spullen mee naar buiten kunnen nemen. Wij hebben zelf al moeite om door de lage smalle deuropening te komen. Ik vraag me af hoe al die mensen de kerk in kunnen komen tijdens de kerstdienst die hier jaarlijks groots wordt gevierd.
Het beheer van het kerkgebouw wordt gezamenlijk uitgevoerd door de Rooms-katholieke Kerk, de Grieks-orthodoxe Kerk en de Armeens-apostolische Kerk. Eenmaal binnen komen we in een grote lege ruimte met aan weerszijden pilaren waar tussenin olielampen hangen. Het leuke is dat onder aan de lampen kerstballen hangen. Zoals gebruikelijk in orthodoxe kerken, heeft de Geboortekerk een iconostase, een wand samengesteld uit iconen. Via één van de twee trappen die naar de crypte onder de kerk leiden, lopen we naar de plek waar Jezus geboren zou zijn. Volgens de overlevering zou op de plek van de ster de kribbe van Jezus hebben gestaan. De os en de ezel denken we er zelf maar even bij.

Rond 17:00 uur zijn we weer terug in ons hotel in Jeruzalem. We regelen met de hostess van Isropa dat we op de dag van ons vertrek de kamer langer kunnen hebben omdat we pas om middernacht vertrekken. Ze beloofd ons alles te regelen (later blijkt dat mevrouw niets heeft geregeld). We hebben geluk gehad want op het nieuws horen we dat in Jericho, waar we gisteren zijn geweest een bomaanslag is gepleegd. We gaan niet te laat naar bed want morgen is het weer vroeg op. Oh ja het heeft geregend en niet zo’n beetje ook.