Mea Shearim

RONDREIS ISRAËL

Mea Shearim (letterlijk honderd poorten) is een van de oudste wijken van Jeruzalem. Het werd vanaf ongeveer 1870 gebouwd door chassidische joden die tot dan toe in de Oude Stad woonden. Daar was echter te weinig plaats, en dus kocht men een stuk land ten noordwesten van de stad. Dit land, een moerasgebied, werd bewerkt tot grond om een nieuwe wijk te bouwen: Mea Shearim. De wijk staat nu bekend als de meest chassidische wijk ter wereld. Mea Shearim is een wijk met een eigen cultuur. Voor mannen speelt het leven zich af rond de sjoel, de synagoge. Daar komen zij iedere ochtend, middag en avond en besteden er minstens anderhalf uur per dag. Veel mannen leren en werken gecombineerd halve dagen. Gezinnen hebben veel kinderen, soms wel tien, en de meeste gezinnen zijn vrij arm.

MEA SHEARIM 

5 NOVEMBER 1995

Onze laatste dag in Israël. Als we de krant ’s ochtends lezen begrijpen we ineens wat zich gisteravond heeft afgespeeld. Yitzhak Rabin, de Israëlische premier is vermoord tijdens een bijeenkomst voor de vrede in Tel Aviv. Het leven is ineens anders. Iedereen is bedroefd en het land is in shock! De wegen van Jeruzalem naar Tel Aviv worden afgezet om de grote menigte mensen de mogelijkheid te geven om de laatste eer te bewijzen aan hun premier. De vlaggen hangen overal halfstok en het openbare leven ligt zo goed als plat. Als we op straat komen branden er op veel plaatsen theelichtjes die de mensen spontaan hebben neergezet, mensen staan huilend bij elkaar en het lijkt wel of we nog meer mannen en vrouwen met een geweer op de schouder zien lopen. Een heel gespannen en droevige sfeer. Hoe heeft dit kunnen gebeuren in ‘hun’ land?

Wij willen toch nog graag onze laatste dag in Israël benutten en in de wijk Mea Shearim onze laatste inkopen doen. We willen graag als souvenir een menora hebben. We hebben het idee dat we daarvoor toch zeker in deze wijk zullen kunnen slagen. We hebben genoeg winkeltjes hier gezien. Bij de ingang van de wijk staat een groot bord met alle regels waar bezoekers aan moeten voldoen. Dat wisten we nog van ons laatste bezoek op een avond in deze wijk. Dus we zijn volgens de regels gekleed. In deze wijk wonen dus de ultra-orthodoxe Joden. Ze leven nog zoals de Essenen in Qumran deden, zo’n 2000 jaar geleden. De wetten van Mozes is waar het hele leven om draait. Ze hebben geen televisie, radio of telefoon. Maar maken wel gebruik van de openbare telefoon. Ze hebben hun eigen winkels, eigen bank, eigen industrie van gebedsdoeken, kleding en brillen. Alles wordt gecontroleerd door de plaatselijke rabbijn. De levensmiddelenzaken worden telkens gecontroleerd of ze wel koosjer zijn. Bijvoorbeeld groente en fruit moet van land afkomen wat éénmaal in de zeven jaar braak ligt. De winkels krijgen dan ook een certificaat van de rabbijn wat wordt aangeplakt. In de wijk zelf is het gewoon een grote bende. Ze vinden dat totaal niet belangrijk. De tijd die ze zouden moeten besteden aan alles op te ruimen kunnen ze veel beter besteden aan het bestuderen van de Schrift. In de straten hangen overal plakkaten van plaatsen waar lezingen worden gehouden, in welke winkels producten kunnen worden gekocht, die zijn gecontroleerd door de rabbijn en heel veel propagandateksten. Het is een wijk met een eigen cultuur. De reden voor het bestaan van hun eigen regels en wetten is dat de bewoners van deze wijk in – de voor hen heilige stad – Jeruzalem zijn komen wonen om er een heilig leven te leiden. Zij willen hun stad om deze redenen ‘heilig’ houden en hebben daarbij geen behoefte aan seculiere ‘vervuiling’ van hun ‘heilige wijk’. De staat Israël wordt door veel wijkbewoners gezien als de ultieme vertegenwoordiger van het secularisme in Jeruzalem en het ‘Heilige Land’. Ze erkennen daarom de staat Israël niet en willen ook geen dienstplicht; máár wel een afvaardiging in het parlement! Bij overtreding van hun wetten en regels wordt dit intern opgelost. Ze dulden geen bemoeienis van ambtenaren of politie; die de wijk soms niet eens in durven te komen. Vooral op de sabbat is het al herhaaldelijk voorgekomen dat ze mensen die eventueel auto rijden met stenen bekogelen. We hebben na een tijdje al snel in de gaten dat we hier geen menora zullen ‘scoren’. De menora staat symbool voor de staat Israël die juist deze ultra-orthodoxe Joden niet erkennen. We hadden het natuurlijk kunnen weten…. Op zichzelf is de wijk ook heel interessant om door te lopen en het dagelijks leven hier gade te slaan.

Je ziet deze orthodoxe Joden ook altijd snel lopen, ze hebben het altijd druk. Ze kunnen hun tijd nl. beter besteden aan het bestuderen van de schriften. je ziet ze lezen bij de busstations, in bussen of lopend op straat. Alleen nóóit op de sabbat; die dag is bestemd voor zaken waar ze anders geen tijd voor hebben.
Huwelijken worden geregeld door koppelaars die we ook al vaak in het hotel hebben gezien. Trouw je niet met iemand van je eigen ‘groep’ dan wordt je verstoten en kun je ook nooit meer terugkeren in de leefgemeenschap. Geboortebeperking kent men niet en je ziet ook vaak heel grote gezinnen van maar liefst dertien kinderen of meer. Wanneer de vrouwen trouwen worden ze kaal geschoren en dragen een pruik of doek op het hoofd. Hierdoor lijken al die vrouwen ook op elkaar. Ze dragen allemaal het zelfde pruikje, modelletje Mireille Matthieu, met een strak geknipte pony. De mannen worden dan niet in verleiding gebracht want de buurvrouw ziet er hetzelfde uit als zijn eigen vrouw en dan kan hij heel zijn aandacht blijven schenken aan zijn gezin en bestudering van de heilige Schrift. Ze dragen ook geen synthetische kleding, het materiaal waar hun kleding van gemaakt moet zijn van dierlijke materialen die in de ark van Noach zaten.
De kinderen van de ultra-orthodoxe Joden gaan gescheiden van andere kinderen in speciale busjes naar school. Zo kunnen ze beslist niet in aanraking komen met anderen en andere levenswerelden. De meisjes gescheiden van de jongens. Van ’s morgens 8:00 uur tot soms ’s avonds 21:00 uur of zelfs 22:00 uur gaan ze naar de aparte scholen waar ze ook onderwijs krijgen in de heilige schriften. Ze hebben ook aparte speelgoedwinkels in de wijk. Dieren die niet in de Ark van Noach zaten, kennen ze niet. Dit zijn onreine dieren en ook niet te koop als speelgoedbeest in een winkel. De kinderen zien er ook ongezond uit. Hoe kan het ook anders; alleen maar studeren, geen vakanties, geen ontspanning en dan maar niet te spreken van de vele inteelt die hier op grote schaal voorkomt. Kinderen kunnen vaak met hun drie jaar al lezen zodat er geen tijd wordt verloren om zo vroeg mogelijk de schriften te bestuderen. Ik denk dat dat ook de reden is dat je veel van die kleine kinderen al met die brilletjes met glazen als jampottenglaasjes ziet lopen. Die zitten de hele dag van vroeg tot laat in die boeken te lezen. Wat een verschrikkelijk leven in mijn ogen.
We gaan een boekwinkeltje binnen en zelfs de kleurboeken voor de kinderen zijn aangepast. Overal moet men iets van leren. Staat aan de linkerkant op een bladzijde in een boek een tekening van een kind die een schooltas vast heeft met de tekst: ‘returning lost property’ en ook in het Hebreeuws natuurlijk er boven. Dan staat er op de rechterpagina de zelfde tekening met tekst en kunnen de kinderen die inkleuren. Alles, maar dan ook werkelijk alles, is geënt op de Heilige Schriften.
We nemen een taxi en laten ons in oud Jeruzalem afzetten in de Joodse wijk. Daar moeten we toch zeker een menora kunnen ‘scoren’. Jawel dat lukt. Als we de prijs vragen gebeurd er iets wat we nog nooit mee hebben gemaakt. De zilveren menora wordt op een weegschaal gezet en het gewicht bepaalt de prijs.
Rond 14:00 uur zijn we weer terug in het hotel. We hadden gevraagd zelfs eventueel tegen betaling om de kamer langer te kunnen hebben omdat we pas ’s nachts vertrekken. Dat was een aantal dagen geleden geen enkel probleem volgens de receptioniste. Maar vandaag is het ineens een groot probleem. Het kan niet! Geen discussie mogelijk! Dus gaan we onze koffers maar pakken want om 15:00 uur moeten we onze kamer hebben verlaten. Dat wordt nog een lange middag en avond….. Na de koffers te hebben ingepakt maken we een wandeling in de buurt want de sfeer is gewoon niet prettig.
We zijn op zoek naar een leuk restaurantje en jawel dat vinden we. Restaurant Monitin waar Palestijnen de scepter voeren. Als we ’s avonds gaan eten herkent de man ons nog van ’s middags en de hele tafel wordt vol gezet met allerlei hapjes. Het kan niet op. Het is vooral gezellig en ook lekker en toch een mooie afsluiting van onze reis door Israël.
Om 20:45 uur zijn we weer terug in het hotel en gaan we in de lobby zitten en wordt het wachten, wachten, wachten en nog eens wachten. We drinken nog maar een glaasje en kunnen het toch niet nalaten om eens op de verdieping te gaan kijken waar onze kamer was. De deur staat open en er moet nog steeds schoon gemaakt worden. Dat is nu dat hautaine gevoel van de Israëli wat we de hele reis gehad hebben.

TEL AVIV – AMSTERDAM

6 NOVEMBER 1995

Om klokslag 0:00 uur worden we opgehaald. In de straten blijft het na de moord op Rabin een chaos met veel politie, leger en mensen. We ontdekken dat we onze chauffeur wakker moeten houden tot aan Tel Aviv. Om 0:45 uur arriveren we op de Ben Gurion luchthaven, waar de chaos bij het inchecken nog groter is dan op straat.
We krijgen verschillende bagage-controles en vele, vele, vele, vragen en telkens dezelfde vragen. Na anderhalf uur wachten en aanschuiven zijn we eindelijk ingecheckt. We hebben alle geluk van de wereld. Omdat we onze vlucht hadden herbevestigd kunnen we met de laatste vlucht die gaat Israël verlaten. Daarna wordt het luchtruim gesloten om alle hoogwaardigheidsbekleders van over de hele wereld naar Tel Aviv te laten invliegen. Heel veel toeristen hebben niet herbevestigd en zitten nu vast in Tel Aviv zonder slaapplaats want alle hotels zijn volgeboekt omdat (vandaag het is inmiddels maandag) de uitvaart van Rabin plaats vindt.
Om 3:35 uur stijgen we eindelijk op in een afgeladen vol vliegtuig. Om 7:10 uur Nederlandse tijd landen we op Schiphol. Een groot temperatuurverschil; was het in Israël ’s nachts nog 24 graden in Nederland geeft de thermometer -2 graden aan. Brrrrrrrrr koud hè?