Catania

RONDREIS SICILIË

Catania de op een na grootste stad van Sicilië, ligt op de helling van de Etna en is volledig opgetrokken uit lavastenen. Daarom wordt het ook wel ‘zwarte stad’ genoemd.

Catania is ook een UNESCO-site en werd in de 8e eeuw voor Christus gesticht door de oude Grieken. Het barokke historische centrum heeft enkele historische kerken, een Normandisch kasteel omgeven door eeuwenoude lavastromen en de Piazza Duomo met de beroemde olifant, het symbool van de stad.

AMSTERDAM -CATANIA

3 MEI 2023

Om 11:45 uur vertrekken we vanuit Moergestel naar de luchthaven Schiphol. Ondanks de drukte zijn we rond 13:20 al bij de parkeergarage. Vanwege de meidrukte hebben Tui, Transavia en KLM een mogelijkheid om je koffers al in te checken bij de parkeergarage in een aparte ruimte. Dat is wel heel makkelijk. Zonder onze koffers, hopelijk komen ze wel aan in Catania, rijden we met de Schipholbus naar Schiphol Plaza en vervolgens vertrekhal 1. Bij de security gaat het heel snel, er is bijna niemand. Maar ook deze keer wordt er van de binnenkant van de videotas van John weer een ‘uitstrijkje’ gemaakt. Nee geen drugs of andere rotzooi gevonden dus we mogen door.
We lunchen bij La Plaza. Het is inmiddels 14:30 uur en na de lunch wandelen we op ons gemak naar D68 vanwaar we vertrekken. Het toestel zit nagenoeg vol. Gelukkig hebben we priority boarding en kunnen we onze handbagage allemaal kwijt. Met een vertraging van een half uur stijgen we om 16:55 uur op voor een vlucht van 2 uur en 25 minuten naar Catania, gelegen in het oosten van Sicilië.

Onze chauffeur in Catania is Graziano die ons op de Fontanarossa luchthaven in Catania staat op te wachten. We verblijven de komende drie nachten in het luxe Una Palace Hotel; waar we rond 20:30 uur inchecken. Voor zo’n luxe hotel valt het wel tegen als je zelf nog met je koffers naar je kamer moet slepen. Onze suite heeft een verdieping. We slapen boven. ‘s Avonds drinken en eten we nog wat op het dakterras van ons hotel. Morgen gaan we Catania verkennen.

CATANIA

4 MEI 2023

De Etna kijkt uit over Catania. Tijdens de aardbeving van 1693 werd de stad volledig verwoest, waarna het centrum opnieuw werd opgebouwd met lavasteen van de Etna. Tijdens de bouw in de 18e eeuw werden er statige barokke gebouwen in brede, rechte straten neergezet en ongelijk gevormde pleinen aangelegd, als voorbode op een nieuwe aardbeving. Nu is Catania een grote, drukke stad, ietwat sober, met een klein historisch centrum.
Ons hotel ligt aan de hoofdstraat via Etnea.

We hebben redelijk geslapen. We liggen tenslotte aan de drie km lange hoofdstraat van Catania: via Etnea. Elektrische stepjes racen hier ‘s morgens al door de straat, mensen wachten totdat hun bus langs rijdt en taxi’s rijden af en aan. De grote hoeveelheid plastic zakken die hier door de winkeliers in de avond op straat worden gezet zijn weer opgehaald. Een nieuwe dag kan beginnen in Catania.

Wij gaan rond 9:00 uur op het dakterras ontbijten. We hebben blijkbaar een aparte behandeling omdat we een suite hebben geboekt en het bewijs daarvan is een rode hotelkamerkaart. In het kort komt het erop neer dat we van allerlei Siciliaanse gerechten specialiteiten kunnen proeven. Volgens mij is er geen verschil hoor want het is een groot buffet. Maar het smaakt heerlijk en is erg goed verzorgd. Vandaag gebruiken we om gewoon even bij te komen van alle hectiek van de afgelopen dagen. Om half elf starten we met onze eerste verkenning van de via Etnea. Het weer is heerlijk!

Onze eerste stop is bij het Piazza Stesicoro met het monument voor Vincenzo Bellini, de bekende componist geboren in Catania. Het monument is volledig uit wit marmer gemaakt. Het is vijftien meter hoog en telt vijf standbeelden. Het grootste beeld stelt een zittende Vincenzo Bellini voor die een opera-partituur over zijn linker knie open liggen heeft. Lager staan vier kleinere beelden. Ze stellen hoofdpersonages voor uit vier van zijn opera’s. In het westen staat Norma uit de opera Norma; in het noorden Ernest uit Il Pirata; in het oosten Amina uit La Sonnambula en in het zuiden Arturo uit I Puritani. Het geheel rust op zeven brede treden die de zeven muzieknoten voorstellen.
We lopen verder langs de vele winkels gelegen aan de via Etnea en stoppen bij de eerste kerk, er zullen er nog verschillende volgen op dit katholieke eiland. De koepel van de voormalige kloosterkerk Chiesa di San Michele Arcangelo ai Minoriti staat in de steigers. De 18e-eeuwse kerk is in Siciliaanse barokstijl en toegewijd aan de aartsengel Michaël. Aan de ingang leidt een dubbele marmeren trap naar de eerste verdieping van de kerk.

De volgende stop is bij De Basilica della Collegiata, een mooi voorbeeld van de Siciliaanse barokstijl, werd vervolledigd in 1768. Ze werd gebouwd na de aardbeving van 1693, die een groot deel van Catania vernielde. Het ontwerp van de kerk, die ook wel bekend staat als Santa Maria del l’Elemosina, wordt toegewezen aan Angelo Italia. De voorgevel werd in barokstijl ontworpen door Stefano Ittar. Binnenin de basiliek zijn er een aantal interessante kunstwerken, waaronder fresco’s op de gewelven die dateren uit de late 19de eeuw.

We maken een koffiestop bij het Piazza Universitaria waar het oude gymnasium en aan de overkant de oude universiteit liggen. Het Palazzo San Giuliano is een monumentaal paleis op Piazza Universitaria, gelegen in het oude universiteitsgebouw. Ooit een privéwoning, heeft het ook gediend als ziekenhuis, bank, theater en hotel.

Na onze koffiestop lopen we de via Etnea verder af. Recht tegenover het gemeentehuis vind je op het Piazza Duomo een grote fontein, Fontana del l’Amenano. Deze fontein is vernoemd naar de rivier die onder de stad stroomt en nét op deze plek bovengronds komt om vanaf hier verder richting de zee te stromen. De locals noemen deze fontein ook wel ‘acqua o linzolu’, wat betekent ‘het water van het laken’. Deze naam gaven ze omdat het stromende water eruitziet als een laken dat aan de waslijn hangt te drogen. De trap achter de fontein leidt naar de bekende vismarkt die we later nog zullen bezoeken.
Tegenover de kathedraal van Catania aan het Piazza del Duomo ligt de Fontana del l’ Elefante die misschien wel de meest memorabele bezienswaardigheid van de stad is. De lachende olifant, die in de loop der jaren het symbool van Catania is geworden, is vervaardigd uit lavasteen. De olifant staat bekend als Liotru, en de Egyptische obelisk bovenop het monument heeft, volgens de legende, magische krachten. Wij hebben weer ‘geluk’, de olifant wordt gerestaureerd en staat in de steigers. De olifant werd natuurlijk gekozen, omdat het al lang een symbool van de stad was.
Waarom is een olifant het symbool van Catania? In feite wordt Catania al de “stad van de olifant” genoemd in een verslag van een Arabische geograaf uit de 2e helft van de 10e eeuw. In die tijd zouden de inwoners van Catania de olifant hebben gezien als een symbool van bescherming tegen de uitbarstingen van de Etna. Twee aardbevingen op 9 en 11 januari 1693 verwoestten grote delen van Catania, een van de ergste aardbevingen in de geschiedenis van de oostkant van Sicilië. Het beeld van de olifant werd gevonden in de ruïnes van de stad, met verminkte achterpoten en slurf. Tijdens de wederopbouw van de stad bouwde Vaccarini, een architect uit Palermo, tussen 1735 en 1737 een fontein, in het midden plaatste hij de olifant. Hij herstelde de vernielde ledematen van de olifant en gaf hem ogen en slagtanden van witte kalksteen.

De Cattedrale di Catania, in barokstijl, is ook het werk van Vaccarini. Hij ontwierp de nieuwe voorgevel van de kathedraal na de aardbeving van 1693, die het gebouw grotendeels vernielde. Hoewel er hier en daar nog elementen van het originele gebouw te zien zijn, hebben aardbevingen en vulkaanuitbarstingen over de eeuwen heen hun sporen achtergelaten. De kathedraal is verschillende keren opnieuw opgebouwd geweest, sinds er tussen 1078 en 1093 de eerste versterkte kerk op de overblijfselen van oude Romeinse baden werd gebouwd. De kathedraal is gewijd aan Agatha van Sicilië, de beschermheilige van de stad. Het graf van de componist Bellini heeft een prominente plaats in de kathedraal in zijn geboortestad Catania. 

Via de Porta Uzeda, de toegangspoort tot de Via Etnea gelegen op de Piazze del Duomo komen we uit bij de plaatselijke markt. Het werd gebouwd om Via Etnea te verbinden met de haven, en werd vervolledigd in 1696. Het werd gebouwd onder opdracht van de hertog van Camastra. De naam is een eerbetoon aan een Spaanse edelman, de hertog van Uzeda, die de onderkoning van Sicilië was van 1689 tot 1696. Souvenirwinkeltjes en devotie liggen hier naast elkaar.

Via groentekraampjes komen we bij de vismarkt. De meeste kooplui zijn al aan het opruimen maar we kunnen toch nog het een en ander zien. La Pescheria, de vismarkt die doorgaat op het Piazza Pardo is de oudste van de stad en wordt ook wel “a piscaria” genoemd in het lokale dialect. Hier word je overrompeld door heel wat geuren en links en rechts geschreeuw van de marktkramers die hun vis proberen te verkopen. Alle marktkramers kennen elkaar ook, aangezien sommige hier al heel hun leven een kraampje hebben.

Je ziet ze op steeds meer plekken opduiken: vrolijk gekleurde paraplu’s, hoog in de lucht, die gezamenlijk een kleurrijk en luchtig ‘plafond’ vormen voor straten en pleinen. Of allerlei gekleurde tafels en stoeltjes. Anonieme straatjes worden ermee omgetoverd tot fotogenieke hotspots, zoals we ontdekten tijdens onze wandeling door de groente- en vismarkt.

Via de Fontana del l’Amenano lopen we weer naar de hoofdstraat van Catania. Jammer, het begint lichtjes te regenen. We schuilen bij een gebouw bij het Anfiteatro Romano di Catania wat een beetje verborgen ligt in het centrum van de stad tegenover het monument voor Vincenzo Bellini. Het anfiteatro is niet zo heel groot. Het is speciaal om te zien dat het grootste gedeelte van het Anfiteatro eigenlijk onder de bebouwing van de stad gelegen is. Het schijnt vroeger heel groot geweest te zijn, maar nu bevindt het grootste gedeelte zich dus onder de huizen.
Het miezert nog een beetje maar we gaan toch op zoek naar een lunchplekje. Het is inmiddels al 13:30 uur. In een zijstraatje van via Etnea vinden we iets leuks. John een bordje pasta en ik fried fish. Ik wist al wel dat ze in Sicilië alles aten maar ik kan nu niet ontcijferen wat ik voor verschillende soorten vis op mijn bord heb. Gelukkig ontdek ik verschillende viskoppen die onder een laagje korst zijn verstopt. Nee voor mij geen echt succes. Maar een cannoli Siciliana gaat er bij ons beiden wel in. Een cannoli is een gebakje en nagerecht uit de Siciliaanse keuken. Het bestaat uit een gerold koekje dat gevuld is met ricotta gemengd met suiker. Het is een van de bekendste gerechten uit de Siciliaanse keuken.
We besluiten om de hoofdstraat weer op te pakken en die verder af te lopen. Via het hoofdpostkantoor of Palazzo delle Post, een neobarok gebouw van de Italiaanse Post of Poste Italiane wat in dienst is sinds 1930 lopen we naar het Giardino Bellini. De tuin van Bellini is het oudste stadspark van Catania. Het beslaat maar liefst 70.942 m².

We besluiten om terug te lopen naar ons hotel. Het laatste gedeelte van via Etnea is niet meer zo interessant en de vele kledingboetiekjes hebben we nu wel gezien. Het is inmiddels half vier. We gaan heerlijk op het dakterras van het hotel onder het genot van een drankje van de zon genieten. De zon maakt helaas plaats voor donkere wolken….
In de avond gaan we heerlijk dineren in een zijstraatje van de via Etnea schuin tegenover ons hotel bij Bistrot Calici e Cucina. Onze eerste dag in Catania zit erop. Morgen gaan we met een gids een stadswandeling maken maar ik denk dat we bijna alles hier al hebben gezien in het kleine historische centrum.

CATANIA

5 MEI 2023

Nadat de wekker om 7 uur is afgelopen en ik de gordijnen openschuif bij de deuren van het balkon word ik verwelkomt door een strak blauwe lucht en de zon. Het is nog rustig aan de via Etnea. De “straat”. Is nog niet echt wakker. Een enkele winkel wordt bevoorraadt en er zijn nog nauwelijks mensen te bekennen. Voor het eerst ervaar ik waarom deze lange straat de via Etnea heet. Als ik rechts van me kijk zie ik de vulkaan de Etna tegen een strak blauwe lucht. Prachtig! 
We gaan ontbijten op het dakterras. Zoals ook gisteren een heerlijk ontbijtje en lekker rustig. We genieten nog even van de Etna en snellen ons naar de receptie waar we om 9:00 uur worden opgewacht door onze gids.

Jawel hoor, we zien een oudere man, grijs haar met staartje, stok in zijn hand, moeilijk lopend op ons af komen en dat is inderdaad onze gids: Frank Kappa. Een geboren Siciliaan, geëmigreerd met zijn ouders naar de U.S.A. En op zijn vijftiende weer terug gegaan naar Sicilië. Voorheen operazanger, vanwege stemproblemen leraar geworden en na zijn pensionering gids geworden. Hij is nu 78 jaar en heeft twee weken geleden zijn linkerenkel verstuikt en loopt nu met een stok. Zo een apart begin van de dag met deze gids. Maar zo’n aardige leuke vent met ongelooflijk veel kennis van de historie van Catania. We lopen langs de bezienswaardigheden die we gisteren ook al hebben gezien. Maar dat maakt ons niet zoveel uit. We wisten dat die kans erin zat.  We maken een stop bij het amfitheater aan het Piazza Stesicoro tegenover het standbeeld van Bellini, wat we gisteren in de regen hebben gezien. Beter gezegd de restanten van een deel van het amfitheater zijn nog zichtbaar. Het amfitheater werd in de 2e eeuw n.Chr. gebouwd en bood onderdak aan 15.000 tot 20.000 toeschouwers. Het ellipsvormige bouwwerk is gebouwd met lavasteen van de Etna en had een marmeren bekleding die in de 11e eeuw n. Chr. werd weggehaald om gebruikt te worden voor de kathedraal van Catania. Later werd het amfitheater nog verder afgebroken zodat de stenen gebruikt konden worden voor de bouw van het Castello Ursino. Na de aardbeving van 1693 werd het Piazza Stesicoro aangelegd en werden er huizen en een kerk op de restanten van het amfitheater gebouwd. Van 1904 tot 1907 vonden er opgravingen plaats onder het Piazza Stesicoro, waarbij ongeveer een kwart van het amfitheater is blootgelegd. De rest is nog altijd bedekt.

Aan de via Etnea staan veel statige panden die voorheen toe behoorden aan de aristocratie. Vandaag de dag zijn deze panden in bezit van projectontwikkelaars en groepen particulieren en worden ze tegen gigantische hoge prijzen verhuurd. Ook geeft Frank ons tijdens onze wandeling richting de kathedraal antwoord op het feit waarom de olifant op het Piazza del Duomo staat. Het blijkt dat ze bij opgravingen het beeld hebben gevonden en bij archeologisch onderzoek hebben we ook beenderen gevonden van een kleine soort olifant die hier heel lang geleden moet hebben geleefd. Aan de gevel van het oude stadhuis staan ook afbeeldingen van een olifant en de letter A van Agata de patroonheilige van de stad.
We lopen tenslotte naar het Castello Ursino wat werd gebouwd in de 13de eeuw en ooit uitkeek over de stad vanop een klif in de zee. De uitbarsting van de Etna in 1669 veranderde het landschap echter drastisch. Het kasteel werd volledig ingesloten door lava, waardoor het nu een kilometer landinwaarts staat in plaats van in de zee. De voormalige slotgracht werd eveneens gevuld met lava. Het is een van de weinige gebouwen in Catania dat niet instortte tijdens de aardbeving van 1693. Via de muren van het kasteel werden ook allerlei godsdienstige boodschappen doorgegeven zoals een menora en een kruis. De adelaar bij de ingang is het familiewapen. Nadat Palermo de hoofdstad van Sicilië was geworden verloor het kasteel zijn militaire betekenis en werd het gebruikt als een gevangenis. In het gebouw vind je vandaag de dag een museum dat de archeologische collectie van de familie Biscaris tentoonstelt.
Via de vismarkt komen we weer terug op het Piazza del Duomo. We nemen om 12:30 uur afscheid van Frank en gaan lunchen vlakbij Porta Uzeda, de toegangspoort tot de Via Etnea, in een gebouw wat voorheen een seminarie was. De vulkaan de Etna ligt ondertussen al weer een hele tijd verscholen in de wolken. 

In Catania kan je verdwalen in de vele oude steegjes en gezellige straatjes die aan de via Etnea liggen. Zo’n steegje wat echt de moeite waard is, is Via Crociferi. Dit is een van de oudste in Catania en je vindt hier de mooiste kerkjes. Via verschillende trappen bezoeken we als eerste de Chiesa di San Giuliano kerk. Een en al barok en we hebben hier de mogelijkheid om zelfs helemaal naar de koepel van de kerk te klimmen vanwaar we een schitterend uitzicht hebben op Catania. In de kerk zelf zijn de voorbereidingen bezig voor een huwelijk wat hier in de middag zal worden voltrokken. Een stukje verderop ligt prachtige barokke Sint Benedictuskerk (Monastero San Benedetto) bij de Sint Benedictusboog. We willen graag deze kerk zien en besluiten om op een tegenover gelegen terrasje iets te drinken en te wachten totdat de Benedictuskerk open gaat. De kerken in Catania zijn gesloten van 12:00 tot 16:00 uur. Ondertussen kunnen we de inmiddels aangekomen bruiloftsgasten bekijken en dat was in dit geval een erg leuke bezigheid. We wachten ook nog op de bruid en voor we het weten is het na vieren. Dus op naar de Monastero San Benedetto. 

De kerk van St. Benedictus van Crociferi wordt vaak beschouwd als een van de prachtigste kerken uit de 18e-eeuwse Barok! De funderingen van de originele kerk dateren terug tot 1334, en het gebouw zelf heeft vele veranderingen doorgemaakt door de eeuwen heen. Na een verwoestende aardbeving in 1693 werd de kerk opnieuw opgebouwd, omdat veel van het originele gebouw weggevaagd werd. Achter het hoogaltaar hangen prachtige fresco’s, die de aandacht in deze oude en heilige plek naar zich toe trekken. 

Rond de klok van vijven lopen we weer terug naar ons hotel via de Sint Benedictusboog. We hebben er weer een prachtige dag opzitten. We drinken wat op het dakterras en gaan in de hoofdstraat van Catania dineren. Morgen laten we Catania achter ons om over veertien dagen onze rondreis hier weer af te sluiten.