Matianyu Chinese Muur

STEDENTRIP BEIJING

De Chinese Muur werd gebouwd om invasies en plunderingen van nomadische ruitervolkeren uit het noorden te voorkomen. Het was eigenlijk niet één muur maar een aaneenschakeling van wallen, en de meeste delen werden tijdens verschillende dynastieën onafhankelijk van elkaar gebouwd. De oudste delen dateren uit de 7e eeuw v.C. toen vele staten muren langs hun grenzen bouwden. De muur kreeg zijn reusachtige karakter pas in de 3e eeuw v.C. toen China één natie werd. Er werden wachttorens en vuurbakens gebouwd om de hoofdstad (toen bij het huidige Xi’an) bij een aanval te waarschuwen. De Chinese Muur is gemiddeld 10m hoog en 5m breed; er konden 10 soldaten of 5 paarden naast elkaar staan. Op regelmatige afstand werden grachten, wacht- en seintorens gebouwd. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is de Chinese Muur vanuit de ruimte niet te zien. Het is een heel geklauter op de zeer steile stukken van de Muur en dan te bedenken dat dit gedeelte bij Mutianyu compleet is gerestaureerd.

MATIANYU

18 APRIL 2013

Vandaag gaat de wekker om 6:00 uur af want om 8:00 uur vertrekken we naar het 90 km verder gelegen Mutianyu voor de Chinese Muur. We doen er zo’n 90 minuten over maar dan staan we oog in oog met een schitterend stuk van de Chinese Muur, hoog gelegen in het berglandschap. Wat een verademing, nauwelijks mensen in vergelijking met de andere bezienswaardigheden. Na de nodige trappen klimmen, staan we bij de kabelbaan die ons naar boven zal brengen. We hebben boven natuurlijk naast het zicht op de Chinese muur wat fantastisch is, ook een mooi uitzicht op het gebergte met de bomen in volle bloesem. Een enorme onderneming, dappere dwaasheid, nutteloos vernuft of een geweldige prestatie; hoe je er ook tegenaan kijkt, de Chinese Muur boezemt ontzag in. De Muur doorkruist Noord- China van de Gele Zee in het oosten tot voorbij Jiayuguan in de Gobi-Woestijn en is bijna 6430 km lang. Diverse delen zijn gerestaureerd waaronder die van Mutianyu, waar wij zijn.
Volgens een onderzoek bevindt 20% van de muur zich in ‘redelijke’ staat en ligt 30% in puin. De rest is verdwenen!
Op zichzelf is dat niet echt verrassend omdat de Muur door de overheid decennialang werd verwaarloosd en bewust werd verwoest. Mao riep in de jaren vijftig op om ‘het verleden in dienst te laten staan voor het heden’. Hij liet boeren delen van de Muur afbreken om de bakstenen te gebruiken voor het bouwen van huizen. In 2003 kwam Beijing met de eerste voorschriften ter bescherming van de muur. Het is in een woord fantastisch om hier te lopen met een blauwe lucht en de bloesembomen. Wat is reizen toch mooi!

Na een paar uur gaan we met de kabelbaan weer naar beneden. We ‘worstelen’ ons een weg door de souvenirverkopers met allerlei prullaria die vaak niet eens met de Muur te maken hebben. Waarom zou je hier in hemelsnaam een T-shirt kopen met Guevara uit Cuba? Kijk voor een T-shirt met: “I climbed the Great Wall”, gaat John door de knieën.
We hebben een heerlijke lunch ergens in ’the middle of nowhere’. Pittige kip met veel knoflook en pinda’s, zoet knapperig varkensvlees met een heerlijk sausje en zoals altijd de nodige gerechten die door ons niet zijn te definiëren, maar heerlijk smaken. Het eten met stokjes gaat ogenschijnlijk wat beter….(alleen voor de camera).
Een half uurtje rijden vanaf ons lunchadres ligt de Hong Luo Si Tempel. De tempel staat meer bekend onder de naam ‘de Rode Slakken Tempel’ en ligt in een schitterend bergachtig natuurgebied, zo’n 60 km ten noorden van Beijing. Via een mooi versierde boog gaan we het tempelcomplex binnen. De tempel is gebouwd in 348 v.C. en werd oorspronkelijk de Grote Helderheid Tempel genoemd (voor de kenners Da Ming Si). Volgens een oude legende van de Jade Keizer, daalde twee prinsessen naar de aarde en werden ze de belichaming van twee rode slakken. Dit moet wel echt een legende zijn… Deze twee slakken werden gevonden in een poel achter de tempel en ’s nachts straalden zij vreemde rode lichten uit en werden aanbeden door de lokale dorpelingen. De naam van de tempel en de berg werden uiteindelijk veranderd in Hong Luo ofwel Rode Slakken. Via een bamboetuin komen we bij de tempel. Bij de ingang worden we al direct begroet door de lachende Boeddha (Milefo) en de beschermer van het Boeddhisme, Weituo. In de hoofdtempel staan drie enorme Boeddhabeelden, de Boeddha van het verleden, heden en toekomst. Je kunt hier vele uren ronddwalen bij het tempelcomplex. Deze tempel is namelijk het grootste boeddhistische tempelcomplex in het noorden van China met een grootte van 800 ha.

Maar zoals gewoonlijk in vrijwel ieder tempelcomplex in dit deel van China is het klimmen, klimmen en nog eens klimmen geblazen. Kortom, goed voor de conditie! We lopen via een bos met pijnbomen en bloeiende azalea’s waar allerlei ‘heilige’ dieren staan. Het zijn de dieren van de dierenriem en worden door de plaatselijke bevolking aanbeden, Konijnen met grote rode strikken om hun nek is hier de gewoonste zaak van de wereld. Het is zo heerlijk rustig in vergelijking met de hectiek van de stad.
Midden in het bos passeren we een plek waar 500 levensgrote beelden, arhats genaamd, staan. Ze dragen allemaal een rode cape, sommige hebben ook nog een gele sjerp. De eerste arhat is geplaatst in 1209. Een arhat, een nobele, verwijst naar een Boeddha of een discipel van een Boeddha die door zijn inzicht in de natuur van het bestaan volledig bevrijd is. Alle arhats hebben een plaquette met hun naam en een korte levensbeschrijving. Ze zijn allemaal verschillend en lijken op de personen die ze waren. Het heeft iets mysterieus, zo helemaal afgelegen diep in het bos, maar ook iets sereens. Bij de uitgang van het tempelcomplex staan in een vijver de standbeelden van de twee prinsessen en van de twee rode slakken.

Rond de klok van vijf uur rijden we weer terug naar Beijing. Het was weer zo’n dag om in te lijsten, met een gouden randje met als hoogtepunt de Muur. Wat zullen we vannacht slapen van alle indrukken en het lopen en klimmen.