Bijbelse plaatsen

RONDREIS ISRAËL

Het meer van Galilea wordt in de Bijbel ook wel ‘de zee van Tiberias’ en ‘het meer van Gennesaret’ genoemd. Op en rondom dit meer spelen veel Bijbelse verhalen af. Denk bijvoorbeeld aan de roeping van Simon en Andreas, die vissers waren. Of aan Jezus, Die wandelt op het meer en de storm stilt. Het meer is ongelooflijk belangrijk voor de watervoorziening in Israël. Het meer van Galilea ligt in het Noorden van Israël en is het laagst gelegen zoetwatermeer van de wereld. De rivier de Jordaan loopt uit in het meer van Galilea. 

Kapernaüm was in de tijd van Jezus een belangrijke stad. Jezus verhuisde van Nazareth naar deze plaats. Vanaf hier begon Jezus aan Zijn werk in Israël. Hier genas Hij bijvoorbeeld een bezetene in de synagoge (Lukas 4) en genas de verlamde dienaar van een Romeinse hoofdman (Mattheüs 8). Ten minste drie van Jezus’ discipelen kwamen uit Kapernaüm: Petrus, Andreas en Mattheüs. Naast deze ruïnes zijn ook de overblijfselen van Petrus’ huis te vinden. Wel door een glasplaat, want inmiddels is er een kerk bovenop gebouwd.

MEER VAN TIBERIAS – TABGHA – BET-SHE’AN – JERICHO – JERUZALEM

31 OKTOBER 1995

Om 6:45 uur uit de veren en om 8:15 uur vertrekken we voor een boottocht op het Meer van Tiberias. Het Meer van Tiberias, ook vaak het Meer van Galilea, is genoemd naar de stad Tiberias, de grootste plaats die aan dit meer ligt. Het meer heeft een oppervlakte van 165 km² en ligt 212 m onder zeeniveau. Het Meer van Tiberias is het belangrijkste zoetwaterreservoir van Israël. Dagelijks zakt het water zo’n 2 cm. In de tien maanden van dit jaar is het water al vier meter gedaald. Dit komt door het hoge waterverbruik vanwege de toename van de bevolking en door de landbouw. Om het nog toeristischer te maken hebben ze ook nog een soort Petrus aan boord gehaald die met zijn net op traditionele wijze een Petrus-vis probeert te vangen. Maar dat lukt helaas voor hem niet. Het is een leuk boottochtje over het meer met uitzicht op de Golanhoogten. Volgens de Bijbel speelt een groot deel van het optreden van Jezus zich af rond het Meer van Galilea. Jezus heeft een tijdlang aan het Meer van Galilea gewoond, in Kapernaüm. Ook een aantal van Jezus’ discipelen, die vissers waren op het Meer van Galilea, woonden er. Een aantal bekende Bijbelverhalen, zoals de wonderbare spijziging, en dat Jezus op de zee wandelt, spelen zich op en rond het Meer van Galilea af.

Na onze boottocht rijden we naar de berg der Zaligsprekenden, vlakbij het meer waar Jezus volgens de Bijbel de bergrede zou hebben uitgesproken. Boven op de berg is een koepelkerk gebouwd waar op de muren van het achthoekige gebouw de zaligsprekenden staan. In de kerk zijn de zeven deugden afgebeeld in bewerkte ramen: wijsheid, liefdadigheid, rechtvaardigheid, moed, matigheid, geloof en hoop. Er is ook een klooster en je ziet op veel plaatsen nonnetjes druk bidden aan de rozenkrans. Wij hebben al snel ons ‘fotomodel’ gevonden voor op de foto. Dit is eigenlijk een van de eerste Joden die vriendelijk lacht. Iets ten zuidwesten van de Berg der Zaligsprekenden ligt de plaats Tabgha, wat letterlijk betekent de zeven bronnen. In deze plaats zou Jezus met vijf broden en twee vissen een menigte van 5000 mensen van voedsel hebben voorzien. Op de plaats waar vermoed wordt dat deze gebeurtenis exact plaatsvond werd in de 5e eeuw door de Byzantijnen de Broodvermenigvuldigingskerk opgericht. In deze kerk herinnert een mozaïek met de vissen en brood aan deze Bijbelse gebeurtenis.

In Kapernaüm liggen voor en onder de moderne kerk de blootgelegde resten van de vissershuizen waarvan er volgens de overlevering één het huis zou zijn geweest van Petrus. Links van de kerk zien we de resten van een synagoge uit de vierde eeuw na Chr., gebouwd op de resten van de synagoge waar jezus veel zou zijn geweest en veel mensen zou hebben genezen. In 1894 zijn de ruïnes en het aangrenzend gebied aangekocht en heden ten dage in bezit en beheer van de Franciscanen. Zij bouwden westelijk van het Huis van Petrus een klein klooster en wijdden zich voortaan aan het onderzoek van Kapernaüm. We maken ons ‘rondje’ bij het meer van Tiberias af door naar de rivier de Jordaan te rijden. Nu is het waterpeil zeer laag en lijkt het een stroompje. Maar in het voorjaar blijkt het een kolkende rivier te zijn die door de Jordaanvallei via het Meer van Tiberias naar de Dode Zee stroomt. In de rivier de Jordaan zou Johannes de Doper Jezus hebben gedoopt. Ook nu nog anno 1995 willen veel mensen in de Jordaan gedoopt worden.
Wij hebben onze bijbelles voor de ochtend er weer opzitten en gaan lunchen bij het meer van Tiberias. Je kunt hier de ‘beroemde’ Petrusvis proeven. Nou dat wil ik wel eens doen. De vis smaakt heerlijk maar stikt van de kleine graatjes. Bij het meer gaan we wat stukjes brood in het water gooien en de Petrusvisjes komen als een magneet op de stukken brood af. Had ‘Petrus’ vanmorgen tijdens onze boottocht maar wat brood in het water gegooid, dan had hij meer geluk gehad. 

Na de lunch rijden we naar de opgravingen van Bet-She’an, een van de oudste steden van Israël. We kunnen hier de opgravingen bewonderen van de oude Romeinse Stad. Men is nog druk bezig met opgravingen en er is al heel wat gerestaureerd. Het is heel interessant. Sinds ons bezoek aan Jerash (Jordanië) ben ik echt van pilaren gaan houden. 

Via de Jordaanvallei rijden we naar Jericho, een groene oase temidden van de woestijn. Jericho wordt ook wel de palmenstad genoemd. Onze gids, duidelijk anti-Palestijn, kan het niet nalaten om ons er op te wijzen om zeker naar de rotzooi hier te kijken. De vooringenomenheid van de gids staat ons, al vanaf de kennismaking tijdens de eerste avond in Israël, tegen. Hij hoeft voor ons geen oordeel te vormen over de Palestijnen. Overal zie je wegversperringen en militairen als je de stad binnenkomt.
Jericho staat bekend als de oudste continu bewoonde stad ter wereld. In 1948 werd de stad bezet door Jordanië. Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 werd de stad veroverd door Israël. Het was de eerste stad die door Israël aan de Palestijnse Autoriteit werd overgedragen in 1994, overeenkomstig de Oslo Akkoorden. Het is inderdaad een bende waar we worden afgezet om een kijkje te nemen in de stad. Het zou me niets verbazen als de chauffeur hier opdracht toe heeft gekregen van onze gids. Maar de mensen zijn zo vriendelijk, lachen en proberen een praatje te maken. Daar kan onze gids nog veel van leren. De plaatselijke groenteman heeft voor de foto een meloenhoedje opgezet en deelt aan de toeristen bananen uit. De Palestijnse politie zit rustig op een plastic kratje alles te bekijken. Er heerst totaal geen gespannen sfeer. Het is er gewoon gezellig.

Rond de klok van vieren verlaten we Jericho en rijden naar de hoofdstad van Israël, Jeruzalem; waar we rond 17:00 uur arriveren. We logeren in het Jerusalem Gate Hotel. Een heel groot modern hotel midden in het centrum van de stad. ’s Avonds is er een buffet dus we kunnen met zijn tweetjes dineren. De obers die hier werken zijn heel vriendelijk en goedlachs….. het zijn Palestijnen die hier in het hotel werken. ’s Avonds heeft John een verrassing geregeld. Vandaag hebben we precies drie jaar verkering dus daar moet om getoast worden met een glaasje champagne. De fles is snel soldaat gemaakt en we vallen beiden als een blok in slaap onder het gestamp van discomuziek in het hotel.