Krakau centrum

STEDENTRIP KRAKAU

In het oude centrum van Krakau, Stare Miasto genaamd, kun je je vergapen aan de pracht en praal van de ‘Koningsstad’ van Polen. Als een van de weinige Poolse steden is het centrum van Krakau de Tweede Wereldoorlog redelijk ongeschonden doorgekomen. Dus staat het nog vol met originele imposante kerken en oude gebouwen in sfeervolle straatjes. Het hart van de stad is het grootste Middeleeuwse marktplein van Europa, Rynek Główny. Het oude centrum bevindt zich voornamelijk binnen de groenstrook Planty. Enkele straten eromheen, zoals de gezellige straat Krupnica, kun je ook nog het centrum noemen.

Hoewel de Wawel heuvel een aparte wijk is, valt het voor de meeste mensen onder het oude centrum. De stad Krakau is namelijk ontstaan vanuit deze heuvel. Wijk is overigens een groot woord; op de kleine heuvel vind je enkel een kasteel en kathedraal.

EINDHOVEN – KRAKAU

12 MEI 2010

Rond 11:15 uur arriveren we op Eindhoven Airport. Het is koud, veel wind, regenachtig en zo’n 10 graden. Om 11:30 uur checken we in voor onze vlucht met Wizzair naar Katowice wat nog ongeveer 2 uur per bus rijden van Krakau ligt. Met wat vertraging landen we om 16:00 uur na een vlucht van anderhalf uur op de luchthaven van Katowice, waar een bus klaar staat. Koffer in de bus en rijden maar…. regen, regen, regen geen goed begin voor ons uitstapje naar Krakau. Rond 18:15 uur arriveren we op het busstation op Krakau waar we netjes worden opgewacht door een chauffeur die ons naar het statige Grand Hotel brengt, midden in het hart van de oude stad gelegen. Het Grand Hotel is een voormalig paleis dat dateert uit 1887.
Na een heerlijk etentje in het hotel gaan we op tijd naar bed. Morgen gaan we Krakau verkennen en hopelijk hebben we wat beter weer dan vandaag….. het regent nog steeds.

KRAKAU

13 MEI 2010

We staan vandaag om 7:00 uur op en in het hotel wordt een goed ontbijtbuffet geserveerd. Het is bewolkt maar gelukkig droog. Om 8:30 uur starten we onze verkenningstocht vanuit het stadspark Planty waar vlakbij het Grunwold monument staat; een geschenk van de musicus en staatsman Jan Paderewski, ter nagedachtenis van Koning Wladyslaw Jagiello die de veldslag bij Grunwald in 1410 won. Voor het monument ligt het Graf van de Onbekende Soldaat.
Het stadspark Planty ligt in een cirkel van vier kilometer om het oude stadscentrum, op de plaats van de vroegere wallen en grachten. Alles wat zich binnen het stadspark bevindt wordt Stare Miasto, de oude stad, genoemd en is voor een groot gedeelte voetgangersgebied. In een ring om het park mag alleen beperkt autoverkeer komen, voor de bevoorrading van winkels en om toeristen naar hun hotels te brengen. Vanuit het Planty-Park kun je op een aantal punten de oude binnenstad inlopen.
De mooiste route gaat door de Florianuspoort, een van de zeven poorten in de verdedigingsgordel die tussen de 13e en 15e eeuw werd aangelegd. Voordat je door de poort gaat zie je de Barbacane liggen, een van de laatste intacte ronde bastions van Europa. De drie meter dikke muren van het bastion waren vroeger door een tunnel met de Florianuspoort verbonden.
De Florianuspoort tegenover de Barbacane is een van de mooiste gotische torens in Krakau. De Florianuspoort werd in de 14de eeuw gebouwd in opdracht van prins Leszek Czarny. De toren maakte deel uit van het versterkingssysteem van de stad, dat in 1473 reeds uit 17 torens bestond. De poorttoren is 33,5 meter groot. De poort is de enige van de 8 poorten die in de 19de eeuw niet vernietigd werd. De stenen vogel op de noordelijke zijde is gebaseerd op een ontwerp van de bekende Poolse schilder Jan Matejko en werd in 1882 toegevoegd. Op de zuidelijk kant zie je een basreliëf van Sint-Florianus. De Florianuspoort duidt ook het begin aan van de koninklijke route, die je langs de mooiste kerken, monumenten en andere bezienswaardigheden van Krakau leidt. In de Florianuspoort is nog een kapelletje met de zwarte Madonna.

Vlak achter de Florianpoort ligt de schilderswijk, waar studenten van de kunstacademie ‘driestuiverschilderijen’ te koop aanbieden, maar vanwege de regen zijn er vandaag geen schilderijen te zien. De Florianpoort mondt uit op de Florianskastraat, de historische toegang tot de oude stad. Aan deze straat liggen enkele renaissancegebouwen. De Florianskastraat is altijd een handelsstraat geweest en nu het toerisme zich begint te ontwikkelen opent hier de ene naar de andere (dure) boetiek zijn deuren. De gevels in de Florianskastraat getuigen van een rijk verleden.
De Florianskastraat komt uit op het marktplein Rynek Glowny, een middeleeuws plein met gelijke zijden van tweehonderd meter. In het midden van het plein ligt de Lakenhal, Sukiennice: een symmetrisch geel kleurig gebouw met prachtige arcades en gewelven waaronder kraampjes zijn gehuisvest met glaswerk, sieraden van zilver en amber, houtsnijwerk en folkloristische kleding. Helaas staat de Lakenhal helemaal in de steigers vanwege restauratie- werkzaamheden (dikke pech!) De Lakenhal van Krakau of Sukiennice is wat men het eerste winkelcentrum van de wereld zou kunnen noemen. Deze gebouwen waren hét handelscentrum bij uitstek en tot op de dag van vandaag nog een van de meest kenmerkende gebouwen van de stad. Omstreeks 1300 werd een dak voorzien tussen de twee hallen en na een brand in 1555 werd het complex herbouwd in renaissancestijl. Rond het plein staan prachtige, honderden jaren oude patriciërswoningen. Achter de gevels gaan tal van winkels schuil, van chique glaswinkels en restaurants tot moderne internetcafés en de schijnbaar onvermijdelijke pizza-hut.
Al eeuwen is dit plein het kloppende hart van de stad en er worden tal van festivals, concerten, markten en andere evenementen georganiseerd. De inwoners van Krakau ontmoeten elkaar ook regelmatig aan de voet van het monument van de dichter Adam Mickiewicz, gelegen voor de Lakenhal.

We lopen verder over het marktplein. Als je voor de 70 meter hoge Raadhuistoren staat waan je je een beetje in Pisa. Inderdaad, ook hier helt de toren een beetje, zij het slechts 55 cm. Ditmaal niet een gevolg van verkeerde constructie of berekening, maar wel van een felle wind in het begin van de 18e eeuw. Het stadhuis dat er vroeger bij hoorde bestaat echter niet meer en is enkel nog terug te vinden op oude schilderijen en gravures.
Hierna bezoeken we de kleine, bijna kubusvormige Sint-Adelbertkerk, gelegen op een hoek van het centrale marktplein. De Romaanse kerk is bijna 1000 jaar oud en werd gebouwd in de 12e eeuw. In de 17e en 18e eeuw werden er enkele barokke elementen aan toegevoegd. Later hebben conservators weer enkele van die barokke elementen verwijderd, om het originele gebouw weer goed zichtbaar te maken. Vooral de plafondschilderingen zijn prachtig.
Aan het Rynek Glowny ligt in een zijstraatje de kleine maar prachtige Sint Barbara-kerk naast de grote Mariakerk. Dit kerkje dateert van het eind van de 14e eeuw en zou zijn gebouwd met de bakstenen die over waren van haar buurkerk. Na 1945 werd er door de anti-Duitse houding van de communistische regering niet meer in het Duits gepreekt. Maar vanaf 1997 wordt de Heilige Mis in de Barbarakerk op zon- en feestdagen ook weer in het Duits gelezen. Sinds 2002 werden kosten noch moeite gespaard om de kerk te restaureren. Er werd begonnen met de reiniging van de muren en in 2003 werd ook het interieur opgeknapt. Het resultaat is erg mooi.

We verlaten het plein en lopen via de Grodzka-straat richting de Wawel. We maken eerst nog een stop om de Petrus- en Pauluskerk te bezoeken. Twaalf apostelen op ware grootte en in bewegende pose wijzen de weg de kerk in. De Petrus en Pauluskerk was eind 16e eeuw het eerst barokke godshuis in Krakau. In het erg katholieke Polen worden er nog dagelijks twee missen en op zondagen zelfs 5 missen gelezen in deze kerk; wetende dat er alleen in Krakau honderden kerken staan. Binnen wordt de barokstijl voortgezet in het stucwerk van Falcone boven het altaar en het orgelgewelf. Onder in de kerk liggen verschillende bisschoppen begraven als ook de jezuïtenpriester Piotr Skarga. Hij was hofprediker onder koning Sigismund III en alom gevreesd. Ondertussen is het hard gaan regenen dus schuilen we nog even in de kerk. Als het ergste voorbij is, paraplu op en weer verder. We lopen de Grodzkastraat verder af. Het simpele houten kruis aan het eind van de Grodzka is een gedenkteken voor een tragedie uit de recente Poolse geschiedenis. Het herinnert aan de moord op zo’n 22.000 Poolse officieren, onder wie veel universiteitsmedewerkers, in het bos van Katyn in maart 1940. Russische soldaten waren de daders, in opdracht van Stalin, die hoopte zo de leiders van het land te elimineren.

Wij vervolgen onze weg in de regen naar de Wawelheuvel, dat het historische hart is van Polen. Van hieruit bestuurden Poolse hertogen en koningen hun grote rijk. De Wislanen bouwden als eersten op de Wawelheuvel een citadel. Later verrezen op die plaats pas het huidige renaissancekasteel en de gotische kathedraal.
Op de bakstenen muur staan alle namen van mensen die meebetaald hebben aan de restauratie van Wawel. Vanaf zijn grote paard groet de nationale held: Tadeusz Koscziuszko aan de ingang je. Via de Wazapoort uit 1595 betreedt je de Wawelheuvel. Direct links van de Wazapoort ligt de kathedraal. Door de beperkte ruimte op de Wawelheuvel was uitbreiding niet mogelijk en heeft de kathedraal haar gotische grondvorm weten te behouden, maar ze is in latere perioden wel steeds meer verfraaid en omgeven door kapellen. De mooiste van de kapellen die in de kathedraal zijn gebouwd is de Zygmuntkapel, aan de buitenkant te herkennen aan de vergulde koepel. De kapel is tussen 1519 en 1533 in opdracht van koning Zygmunt I Stary gebouwd.
Alle Poolse monarchen werden in de kathedraal gekroond, de meeste leden van de Poolse koninklijke familie liggen er begraven, naast nationale helden, dichters, heiligen en bisschoppen; als ook de onlangs verongelukte president en zijn vrouw.
Op de Wawelheuvel ligt ook het koninklijk kasteel, dat bijna zes eeuwen de residentie was: vanaf 1038 toen koning Kazimierz I Odnowiciel Krakau tot hoofdstad van Polen maakte tot eind zestiende eeuw toen koning Zygmunt III Waza de residentie naar Warschau verplaatste.
Op de begane grond waren de ruimtes voor bedienden, de kanselarij en de schatkamers. De koninklijke vertrekken bevonden zich langs de galerijen op de eerste en tweede verdieping. Wij bezoeken de zalen met kroonjuwelen en wapens; de koninklijke privévertrekken en ontvangstruimten. Op je toegangskaartje staat precies vanaf welke tijd en tot welke tijd je iets kunt bezoeken. Het is alleen jammer dat die tijden niet op elkaar aansluiten en je echt keuzes moet maken wat je wilt bezichtigen.

Vanaf de top van de Wamel-heuvel heb je een mooi uitzicht op de rivier de Wisla en omliggende kerken. We wandelen naar beneden op “zoek” naar de draak. Onderaan de Wawelheuvel staat nl. een grote bronzen draak. Het verhaal gaat dat er vroeger in de grot onder de heuvel een draak woonde, die iedere week moest worden gevoerd met vee om te voorkomen dat hij mensen op zou eten. Koning Krak, die in Krakau regeerde, beloofde zijn dochter en de troon aan degene die er in slaagde het monster te doden. De dappere schoenlapper Skuba vulde een lamsvacht met zwavel en legde die voor de grot. De draak verorberde dit maal en al spoedig schudden de stad en het kasteel op zijn grondvesten door het gebrul van het beest. Het monster kroop naar de rivier en dronk tot het ontplofte. Na de dood van de draak werd in het kasteel een groots bruiloftsfeest aangericht voor het huwelijk van de prinses en de slimme schoenlapper.

Om de 5 minuten ‘spuwt’ de draak vuur. De draak is hiermee ook het symbool van Krakau geworden. Onderaan de Wamelheuvel is het een drukte met souvenirstalletjes die de draak in allerlei vormen verkopen.

Voorzichtig probeert de zon zich te laten zien. Wij lopen via de Grodzka straat waar de Petrus en Pauluskerk tegen een blauwe lucht er heel wat anders uitziet, terug naar het oude centrum. Even een terrasje pikken (we moeten natuurlijk wel profiteren van de zon). Wat we dan nog niet weten is dat het de dagen daarna alleen nog maar regent… en hoe! Die avond genieten we in ons hotel van de kookkunsten van de kok. We gaan niet te laat naar bed en jawel het regent alweer.