Vientiane

RONDREIS VIENTIANE – LUANG PRABANG

De wegen in Vientiane zijn stoffig en breed en de oude, koloniale huizen kunnen wel een opknapbeurt gebruiken. De slaperige stad ligt aan een bocht van de Mekong rivier en is voor veel reizigers het startpunt van hun reis door Laos.

Veel is er niet te zien in Vientiane. Slechts een paar tempels en restaurants zijn de moeite waard. Het centrum bestaat uit drie brede lanen, die parallel lopen aan de Mekong. Langs deze rivier loopt een soort boulevard met uitstekende restaurantjes met mooie uitzichten over het water. De mooiste tempel van de stad is de Wat Si Saket. De tempel stamt uit het jaar 1818 en is de oudste tempel van de stad én de enige die de verwoesting van Vientiane in 1828 door de Siamezen (nu de Thai) heeft overleefd. De Siamezen vonden de tempel simpelweg te mooi om kapot te maken. Wellicht deed de Wat Si Saket hen aan hun eigen tempels denken, want de mooiste tempel van Vientiane is gebouwd in oude Bangkok stijl. Bijzonder zijn de duizenden nissen, waarin Boeddhabeelden zijn geplaatst. De beelden stammen uit de zestiende tot negentiende eeuw en zijn van verschillende materialen gemaakt.

In Vientiane staat niet alleen het mooiste, maar ook het belangrijkste religieuze gebouw van het land: Pha Tat Luang. Deze gigantische, gouden stoepa is omringd door een klooster en vele kleinere stoepa’s. Het is het belangrijkste nationale monument.

Vientiane kent ook zijn eigen Arc de Triomphe, de Patuxai. De overwinningsboog is in de jaren zestig opgebouwd met cement dat door de Amerikanen werd gedoneerd. De boog dient als aandenken aan de oorlogsslachtoffers. 

HANOI – VIENTIANE

2 NOVEMBER 2005

Om 4:45 uur staan we op; de laatste spulletjes in de koffers. Een ontbijtje is voor ons in de lobby geregeld. We checken uit en om 6:00 uur worden we al opgehaald en naar de luchthaven van Hanoi gebracht. Het is ondanks het vroege tijdstip al chaotisch druk. Rond 6:45 uur arriveren we op de luchthaven en er zijn meteen al problemen. De computer is stuk en alles moet met de hand gebeuren. Dat wordt dus bijna één uur wachten. Dan nog de uitreisbelasting van $ 14 p.p. betalen en door allerlei controleposten. We kunnen de boarding tijd van 7:55 uur maar net halen. Met een oude Fokker uit het jaar blok, vliegen we om 9:05 naar Vientiane, de hoofdstad van Laos. Een uurtje later, 10:00 uur, landen we in Vientiane. Het is vochtig warm en zo’n 30 graden. Dat wordt afzien de komende dagen….Helaas staat er niemand op de luchthaven Wattai (wat Grote Tempel betekent) om ons op te halen. We nemen zelf maar een taxi naar het Settha Palace Hotel. Een statig hotel, helemaal in Frans koloniale sfeer. Een aantal oude auto’s doen dienst als hoteltaxi. Onze kamer heeft een groot bed met van die lange palen. Ik ben geen paaldanseres; maar dat zou hier perfect lukken.
Na een paar minuten worden we in het hotel gebeld door de plaatselijke reisagent, Laos Youth Travel. In verband met computerproblemen wisten ze niet dat we vandaag zouden arriveren. Even daarna meldt zich onze gids, Nong genaamd, in het hotel. Een heel vriendelijk, iets verlegen jongen van 19 jaar, die perfect Engels spreekt en zich wel honderd keer verontschuldigd. We wisselen ons reisprogramma uit want dat is ook niet bekend bij Nong. ’s Middags gaan we in ieder geval een stadstour maken door Vientiane met bezoek aan de belangrijkste tempels en monumenten.
Monniken zijn een vertrouwd beeld in de straten van Vientiane. Bijna elke man wordt voor een bepaalde tijd monnik in zijn leven. Er zijn er ook die hun hele leven monnik blijven. Er zijn ook mannen die voor een periode van 3 dagen monnik zijn als één van hun ouders overlijdt. Een overledene mag alleen door monniken naar de laatste rustplaats worden gebracht. Maar ook veel kleine kinderen worden monnik. Voor hun ouders heeft dit een grote betekenis ook in financieel opzicht. De kinderen krijgen in het klooster gratis onderwijs, voedsel, kleding en woonruimte. Het is dan ook vaak een vertederend gezicht als je die jonge monniken ziet rondlopen; die hoe jong ze ook zijn in het stramien moeten leven van een echte monnik. Dit betekent bijvoorbeeld ook om tweemaal per dag te eten (ontbijt – lunch). Na 12:00 uur wordt door de monniken geen voedsel meer genuttigd. Het betekent ook ’s morgens om 6:00 uur al langs de straat lopen om hun bedelnap gevuld te krijgen met voedsel voor de dag.
In Vientiane staan zo’n 165 tempels en er worden er nog steeds bijgebouwd. Wij startten bij de Wat Si Saket, een tempel die in 1818 is opgericht. Via een toegangspoort komen we op het tempelcomplex met allerlei bijgebouwen, monnikenverblijven, offeraltaars, de drumtoren en natuurlijk de hoofdtempel, de sim. Maar ook zien we een aantal oude stoepa’s waarin de as of beenderen van overledenen worden bewaard.

We krijgen van Nong meteen les in de verschillende houdingen van Boeddha’s. Er zijn nl. 4 grondhoudingen; liggend, zittend, staand en lopend. Naast deze 4 grondhoudingen zijn er ook nog 40 verschillende handposities, mudra’s genaamd. Elke mudra heeft een eigen betekenis. Bijvoorbeeld een Boeddha met de rechterhand opgeheven tot de hoogte van de borst, met de handpalm naar buiten gekeerd, symboliseert de geruststelling. en zal het kwade en het slechte weghouden. Deze handpositie symboliseert ook het opheffen van het menselijk lijden.
Alleen bij de Wat Si Saket wonen al meer dan 200 monniken. Het hoofdgebouw, de sim, staat op een verhoging op de binnenplaats en is omgeven door een galerij, de zgn. kloostergang, die heel kenmerkend is voor de tempelbouw in Thailand. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat deze tempel gespaard is gebleven toen de Siamezen in 1827 de stad compleet verwoesten. Het is de oudste tempel die nog steeds geheel intact is in Vientiane. In de muren van de kloostergang bevinden zich maar liefst 2000 kleine nisjes met daarin Boeddhabeeldjes van keramiek, zilver of brons. Voor de nissen staan 120 grotere bronzen Boeddhabeelden. Elke tempel heeft een eigen hoofdmonnik die de gidsen onderwijs geeft over de tempel omdat er weinig over de tempels bekend is via boeken. De Wat Si Saket fungeert nu ook als nationaal museum. Ondanks dat de tempel fungeert als museum is het erg levendig met al die monniken die je rond ziet lopen.

Dan bezoeken we de Wat Phra Keo tempel. Deze tempel was een privétempel voor de Laotiaanse monarchie en werd in 1565 gebouwd om er een jade Boeddha in onder te brengen. In 1779 overvielen de Siamese troepen Vientiane en voerden de jade Boeddha mee naar Bangkok, waar hij nu nog steeds ‘woont’ óók in de Wat Phra Keo. De Wat Phra Keo doet nu dienst als nationaal museum voor religieuze kunst en dat is te zien aan alle schitterende Boeddhabeelden die hier staan. In 1936 herbouwden de Fransen de tempel volgens het oorspronkelijk ontwerp na de vernietiging door de Siamezen. De hoofdingang, heel verfijnd houtsnijwerk van kleine Boeddha’s is het enige wat nog rest van de oorspronkelijke wat.

Dan lopen we naar het belangrijkste monument van Laos, het nationale symbool van onafhankelijkheid, de Pha That Luang. Deze stoepa is verwerkt in het wapen van Laos en staat afgebeeld op de bankbiljetten van de nationale munteenheid. In de stoepa zou een haar van Boeddha zijn ondergebracht. Dit heiligdom dateert uit de 16e eeuw toen de koning de hoofdstad van Laos verplaatste van Luang Prabang naar Vientiane. Op maar zeker niet vergeten te worden plaatste hij een groot standbeeld van zichzelf voor de stoepa. Wow wat is dit een indrukwekkend monument, zeker als de zon er op schijnt!
De stoepa’s bestaat uit drie niveaus die door trappen met elkaar zijn verbonden. Rond iedere verdieping ligt een galerij. Het eerste niveau is de basis. Alle zijden zijn 68 m lang en in het midden van elke zijde bevindt zich een gebedspoort die weer toegang geeft tot de volgende verdieping. Er zijn verschillende altaars bij de toegangen waar gelovigen bidden en lotusbloemen en wierook offeren. Het tweede niveau is 48 bij 48 m en wordt omringd door 323 heilige markeringsstenen, sima’s genaamd. Deze sima’s bakenen de verschillende heilige sferen af. Het derde en hoogste niveau meet 30 bij 30 m en is omgeven door 288 sima’s en 120 lotusknoppen. De lotusknoppen symboliseren het ontluikende leven. Wij mogen alleen op het eerste niveau komen. Het tweede niveau is alleen toegankelijk voor de monniken en het derde niveau mag alleen door de hoofdmonnik worden betreden.
Aan beide kanten van de stoepa staan twee tempels. Eén daarvan is de That Luang Neua, de woonplaats van de hoogste patriarch van het Laotiaans boeddhisme. Bij de ingang van deze tempel worden de trappen versierd met kleurrijke naga’s, die de tempel moet beschermen tegen boze geesten. In de tempel zelf is een altaar met grote Boeddhabeelden en allerlei schilderingen tegen de muren na wat je staat te wachten na dit leven. Aan de andere kant van de tempel staan enorme monnikenverblijven.

Als laatste bezoeken we nog de Patuxai ofwel de overwinningspoort. Het is een Laotiaanse versie van de Arc de Triomphe. Het monument is in de jaren zestig gebouwd door het toenmalige regime om alle Laotianen te herdenken die zijn omgekomen in alle oorlogen vóór de revolutie. Je kunt het monument ook beklimmen, maar dan moet je wel 179 treden beklimmen. Ik blijf deze keer beneden maar John klimt naar boven… helaas, het uitzicht is niet echt spectaculair door de hoogbouw. We zijn moe, bezweet, dorstig en willen nog maar één ding: terug naar het hotel om wat bij te komen, te douchen en iets te drinken. De benauwende drukkende hitte is ‘killing’. Het is inmiddels al bijna half zes. Als we terug zijn in het hotel nemen we afscheid van Nong, die zich nog maar eens verontschuldigd voor de misverstanden. Wij zijn dat allang vergeten maar Nong niet!
Na een douche en drankje voelen we ons weer helemaal top. We kijken wat er allemaal nog meer in het hotel te zien is. Dat is wel een nadeel als je maar een nacht in één hotel bent en je de hele dag volgepropt hebt met excursies. Je kunt te weinig genieten van de luxe van je hotel. Maar Vientiane is simpelweg voor ons geen stad om langer te blijven. Die avond eten we heerlijk uitgebreid in het hotel, een prima keuken, mooie ambiance en heel vriendelijke obers. We gaan niet te laat naar bed want morgen vliegen we door naar Luang Prabang.