Kathmandu

RONDREIS NEPAL

Kathmandu is de hoofdstad van Nepal en, met bijna een miljoen inwoners, ook de grootste metropool van Nepal. De stad is de kern van de Kathmandu vallei in de Himalaya en heeft twee zustersteden: Patan, 5 kilometer ten zuiden, en Bhaktapur, 13 kilometer ten oosten van de stad. Kathmandu ligt op een hoogte van ongeveer 1400 meter en wordt omgeven door vier grote heuvels: Phulchowki, Chandragiri, Shivapuri en Nagarjun.

Kathmandu is niet alleen de hoofdstad van Nepal, maar ook de belangrijkste stad wat betreft het toerisme in Nepal. Het zorgt voor 3,8% van het bruto binnenlands product en rond de stad ligt veruit de beste infrastructuur. Dat de toeristen de stad graag bezoeken, komt door vele monumenten, tempels en paleizen. Ook pelgrims bezoeken de stad; er zijn namelijk talloze boeddhistische en hindoeïstische pelgrimsplaatsen te vinden.

AMSTERDAM – BAHREIN

4 MAART 2011

Om 23:30 uur vertrekken we vanaf Schiphol voor ons ‘zoveelste’ bezoek aan Nepal. Onze eerste stop is in Bahrein, zo’n 4775 km vanaf Amsterdam waar we zo’n 6 uur en een kwartier over doen. Het is dan inmiddels al 5 maart 2011.

BAHREIN – KATHMANDU

5  MAART 2011

Even de benen strekken op de luchthaven in Bahrein. Het lijkt wel of het hier elk jaar luxer en luxer wordt. Overal marmer, steeds meer winkeltjes en steeds meer helemaal in het zwart gesluierde vrouwen die een aantal passen achter hun man aanhollen. Ik vraag me altijd af of ze überhaupt door die zwarte doek voor hun ogen wel kunnen zien waar ze lopen. Na zo’n anderhalf uur kunnen we weer aan boord voor het laatste stuk naar Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. We landen om 15:30 uur plaatselijke tijd op de luchthaven van Kathmandu, Tribuvan Airport. Vanwege de sterke rugwind van zo’n 200 km/per uur zijn we twee uur eerder dan gepland geland. Dan hebben we nog de meevaller dat het helder weer is zodat we de besneeuwde toppen van het Himalaya-gebergte mooi kunnen zien. Ik vind het altijd heerlijk om die typische diesellucht op de luchthaven te ruiken, het geeft me altijd het gevoel van ’thuis’ komen. Nog even de formulieren invullen voor ons visum. Maar dan het lange wachten voor de visumstempels in het paspoort. Na zo’n twee uur in de rij te hebben gestaan hebben we eindelijk onze stempels in het paspoort. Nu nog de laatste hindernis…..onze koffers. Onze koffers staan inmiddels al naast de bagageband dus nog even een karretje regelen en we zijn weer “thuis”. Buiten staan onze vrienden, Puspa, Samjhana en Ashirvad ons al op te wachten met de altijd bijzondere bloemengroet. Het lijkt wel of elk jaar de bloemen mooier worden. We rijden naar het Radisson Hotel in de wijk Lazimpat waar we de komende weken zullen verblijven. Waarschijnlijk voor de laatste keer want ons huis in Baluwatar zal eind 2011 klaar zijn.

KATHMANDU

6  MAART 2011

We hebben heerlijk geslapen. Vandaag is het een speciale dag; John viert vandaag zijn 58ste verjaardag! Jarig zijn is voor de echte Nepalees, hoewel dit wel per situatie kan verschillen een heel andere gebeurtenis als voor ons westerlingen. Op het platteland gebeurt het nog vaak op de volgende manier. ’s Morgens begint de dag met een ceremonie waarbij water, fruit en bloemen een rol spelen. Van te voren is er in de keuken op de grond een plaats gereserveerd voor een brandend tuitlampje, een kruik water en een deel van een blad van de bananenboom. Dat zijn de drie goden. De moeder van het huis gooit eerst wat water omhoog op de jarige en op de drie goden. Vervolgens legt zij steeds bij iedere god en ook weer bij de jarige stukjes appel, banaan, wortel, bloemen en koekjes. Daarna geeft ze de jarige een gekookt ei en een kopje thee. Dat is een vaste ceremonie. Op het voorhoofd van de jarige doet zij een rode stip bestaande uit rode verf gemengd met yoghurt en rijst (tika genaamd). Daarna moet de jarige het ei opeten, de thee drinken en krijg hij/zij het verjaardagscadeau: meestal een lap stof, waar de kleermaker iets van kan maken. Vaak weeft een moeder iets en krijgt de jarige een eigen geweven sjaal. Op die lap stof/sjaal ligt dan een geluksmunt. Vervolgens komt de meest opmerkelijke scene: de moeder biedt ook haar man een ei aan en nu geen thee maar een stevige borrel (jonge jenever!) Daarna moet zij met haar voorhoofd de tenen van de man aanraken. Ik geef toch meer de voorkeur aan de westerse manier. In de Nepalese jaartelling is het nu 6 maart in het jaar 2069. De Nepalese kalender, de Bikram Sambat, is in 1769 na Christus ingevoerd. Het is een kalender die gebaseerd is op het hindoeïsme ten tijde van de Indiase overheerser Bikramaditya en loopt zo’n 58 jaar voor op onze jaartelling. Dus John is maar liefst 116 jaar oud geworden vandaag…..
Na een heerlijk ontbijt wandelen we naar Baluwatar om met eigen ogen de bouwvorderingen te zien. Er is veel gebeurd in één jaar tijd en het is toch wel fijn om het nu in ‘het echt’ met eigen ogen te zien dan per foto’s per email. Het ziet er boven verwachting uit hoewel er nog veel moet gebeuren, de voegers zijn op het dakterras druk aan de gang. Maar we hebben de tijd het duurt nog wel de nodige jaren voor we met pensioen zijn. In de middag gaan we ons oriënteren op de inrichting van het huis. We gaan “Nepalees” shoppen. Dit houdt in dat je een winkel ingaat, de eigenaar regelt een drankje voor je. Mocht je besluiten om niets te kopen reken je gewoonweg een dag later je drankje af wat je hebt genuttigd. Kun je niets van je gading vinden stuurt de winkelier je met een glimlach gewoon door naar zijn concurrent. Dat laatste gebeurt dikwijls want de Nepalese smaak is in onze westerse ogen veel te kitscherig, veel glitter en vaak uit het jaar ‘blok’.

’s Avonds wordt John extra in het zonnetje gezet met een grote taart en allerlei speciale cadeaus. We eten heerlijk in het restaurant in Lazimpat. Als we ’s avonds na de nodige wijntjes terugkomen in het hotel blijkt dat ze in het hotel ook wisten dat het John’s zijn verjaardag is. Een bos bloemen en weer een heerlijke taart. Dus voor we gaan slapen, toch nog maar een klein stukje proeven.

KATHMANDU

7  MAART 2011

Na een ‘zware’ avond doen we het vandaag een beetje rustiger aan. Eerst maar eens uitslapen. Na ons ontbijt gaan we vandaag een wandeling maken in het kloppend hart van Kathmandu, namelijk Durbar Square. Durbar is het Nepalese woord voor paleis. Durbar Square wordt in de meeste gevallen als marktplaats gebruikt. Het krioelt er altijd van de mensen, taxi’s, heilige koeien, fietsriksja’s en straatkinderen. Er staan meer dan 50 tempels en andere religieuze monumenten. Bij de Shiva-Parvati-tempel is het een drukte van jewelste. Het blijkt vandaag voor de Newari-meisjes een belangrijke dag te zijn. De Newari’s zijn de inheemse bevolking van de Kathmandu vallei en de omliggende gebieden in Nepal en de makers van de historische beschaving. De Newari’s zijn de zesde grootste etnische groep in Nepal, wat neerkomt op zo’n 5% van de bevolking. Vandaag staat voor de meisjes het zgn. bellfruit-huwelijk op het programma. De Newari-meisjes huwen twee keer. De eerste keer, vanaf 2,5 jaar tot voor hun eerste menstruatie, met de vrucht van de Bell-boom. Daarna, wanneer ze volwassen zijn, kunnen ze pas trouwen met een man. Dus zonder bellfruit-huwelijk is een gewoon huwelijk niet mogelijk. Mochten ze om de een of andere reden willen scheiden van hun man, dan hoeven ze hem alleen maar te herinneren aan het feit dat ze ook getrouwd zijn met de boom (het ‘echte’ huwelijk) jaren terug en de scheiding is een feit. De bell-vrucht symboliseert de god Shiva. Deze plechtigheid duurt een aantal dagen. De vrucht waar de meisjes de laatste dag van de ceremonie mee trouwen moet puntgaaf zijn. Dat is dé garantie voor een goede verbintenis met Shiva. Alle rituelen die bij een gewoon huwelijk plaatsvinden, vinden hier ook plaats. Het ‘enige’ verschil is dat de bruidegom een vrucht is. De kinderen, sommigen zijn misschien vier jaar, snappen totaal niet wat er allemaal gebeurd, volgens ons. Een komen en gaan van priesters die allerlei rituelen uitvoeren, moeders die druk in de ronde lopen en een groot aantal ongelukkig uitziende kinderen die over een paar dagen zijn getrouwd met de vrucht ofwel Shiva.

Rondom Durbar Square zijn vele tempeltjes en stalletjes waar allerlei offergaven worden verkocht. Zo is er ook een stalletje waar een bepaald soort blad wordt verkocht waar de God Shiva van houdt. Over bijgeloof gesproken!
We zijn de afgelopen jaren al veelvuldig op het Durbar Square in Kathmandu geweest maar er is altijd weer iets anders te beleven. In een van de tempeltjes staat het beeld van de apengod Hanuman. Hanuman is in het hindoeïsme een godheid die de gedaante heeft van een sprekende aap. Hij speelt een belangrijke rol in de Ramayana, waarin hij de god Rama helpt bij de redding van zijn vrouw Sita uit de handen van Ravana, de demonenkoning van Lanka. Dit beeld mag enkel door mannen worden aangeraakt. Er is ook veel straathandel. Door de regering wordt die in principe alleen toegestaan tot 10:00 uur ’s morgens en na 17:00 uur. Maar hier gebeurd het gewoon de hele dag. De ‘gewone’ man-vrouw werkt in Nepal 6 dagen per week van 10:00 uur tot 17:00 uur. De enige vrije dag is de zaterdag. Bij de tempel verkopen vrouwen slingers met bloemen als offergaven voor de goden. Je komt ogen tekort, overal zie je wel iets waar mensen kunnen offeren. Maar je moet altijd eerst de bel luiden zodat de goden weten dat je er bent.

Op Durbar Square staat ook de Kasthamandap tempel. Het is een tempel die in pagodestijl is gebouwd. Deze tempel zou volgens de overlevering uit één enkele boom zijn gebouwd en waaraan de stad Kathmandu zijn naam te danken heet. Kasthamandap betekent letterlijk ‘houten onderdak’, terwijl Kathmandu dan weer ‘houten huis’ betekent. In de Kasthamandap staan verschillende beelden die helemaal bedekt zijn met tikapoeder. Deze tempel is ook de locatie voor een jaarlijkse ceremonie onder de bevolking waarbij iedereen de hele nacht opblijft en samenkomt in en rond de tempel om persoonlijke en legendarische verhalen te delen over de tempel. Die nacht worden er ook tal van lokale specialiteiten bereid, waar iedereen zich aan te goed kan doen. De rode doeken met gouden randjes die aan alle tempeldaken hangen, wapperen in de wind. Ze zouden eens per jaar voor het belangrijkste feest van de Hindoes, Dashain (vergelijkbaar met ons kerstfeest) worden vervangen. We lopen via allerlei smalle straatjes en overal zie je de leuke, mooie en soms grappige taferelen voorbij trekken. Ook zie je in Kathmandu en in heel Nepal, nog veel waterplaatsen. In een ommuurde plaats wordt d.m.v. een pomp of slang water opgepompt cq. verstrekt. Rijen plastic jerrycans worden hier gevuld met water door veelal kinderen. Maar ook wassen vaak de mensen hier zichzelf of doen er de was. Een waterleiding naar het huis is nog steeds niet een vanzelfsprekendheid voor vele mensen in Kathmandu. Op veel plekken zie je langs de weg kleine tempeltjes. Altijd is er een bel bij de tempeltjes om de goden te laten weten dat je er bent.

Je ziet ook vaak mensen even snel stoppen, de bel luiden en wat van de tikapoeder die op de beelden is aangebracht afhalen en op hun voorhoofd plaatsen. Ze zijn dan door de goden gezegend. In het gedeelte waar we lopen wonen veel Newari’s. Elke morgen leggen ze voor hun deur een blad met offergaven voor de goden. De zwerfhonden, soms te vies om aan te raken en/of helemaal onder de vlooien eten vaak de offergaven. Maar zo tref je ook ineens in een klein binnenplaatsje een stoepa met de allesziende ogen van Boeddha. Een stoepa of stupa is een boeddhistisch bouwwerk dat de relieken van een boeddhistische heilige bevat. De ogen van de Boeddha stellen de alziende ogen van Boeddha voor. De neus heeft de vorm van het cijfer 1 in het Newari en de bovenste oogleden zijn half gesloten zodat de iris half te zien is. Dit moet het meditatieve karakter van de Boeddha voorstellen. De ogen van Boeddha worden geschilderd op alle vier de zijden van de bovenste trede van een stoepa in Nepal.

Rood is een belangrijke kleur in Nepal vooral voor de vrouwen. De burgerlijke staat van de vrouw is vaak te zien aan uiterlijke kenmerken. Zo draagt een getrouwde vrouw rode kleding, brengt zij iedere ochtend een rood poeder aan in de scheiding van haar. Ze draagt de typische rode glazen armbandjes en rode kralenkettingen. Ook breng ze elke ochtend een rode tika (rode stip) op het voorhoofd aan. Ongehuwde vrouwen mogen ook zo’n tika dragen, maar geen rode ketting, armbanden of poeder in het haar. Voor weduwen is het zelfs verboden om rode kleding, kettingen, armbanden of een rode tika te dragen.
Op verschillende plaatsen zie je heilige koeien lopen of liggen. Een koe is een heilig dier in Nepal. Ze krijgt enorm veel respect, mensen gaan voor haar aan de kant en veel hindoes eten geen rundvlees. Een aanrijding met zo’n heilige koe kan in het hindoeïstische land grote problemen tot gevolg hebben. Op het doodrijden van zo’n koe staat een gevangenisstraf van maximaal twaalf jaar. Een lekker biefstukje kan John hier wel vergeten. Via allerlei omzwervingen zijn we weer op het Durbar Square aangekomen waar de riksjarijders op klanten wachten, waar de Newari meisjes nog steeds voor de tempel zitten en allerlei rituelen uitvoeren en waar altijd iets is te beleven.

KATHMANDU

8 T/M 13 MAART 2011

De komende dagen proberen we zoveel mogelijk zaken voor ons huis af te werken. Daarbij hoort ook i.v.m. de loadshedding (er is momenteel 16 uur per dag geen stroom) diesel inkopen voor de generator zodat de bouwvakkers in Baluwatar hun werkzaamheden waar ze stroom voor nodig hebben kunnen voortzetten. Met de taxi gaan we naar het tankstation en leggen een voorraadje aan voor de komende drie weken. We gaan ook op ‘jacht’ voor tegels voor de badkamer, keuken en graniet voor de keukenbladen. Het is niet te beschrijven hoeveel tijd hier alles kost. In principe kun je niet echt plannen maken. Het kan heel goed zijn dat er een staking de volgende dag wordt afgekondigd waardoor het niet mogelijk is om ook maar met enig vervoersmiddel op de weg te komen. Je moet dan alles te voet doen. Of er worden zomaar wegen afgesloten. Dan heb je nog vaak te maken met het drukke verkeer dat langs je raast, luid claxonnerend, en de slechte wegen. Het is dus soms een hele uitdaging. Ben je dan eenmaal op een werkplaats of winkel dan beginnen de Nepalezen eerst een uur te kletsen over allerlei zaken, drinken samen een ‘milk-tea’ (melk met thee) en komen dan tot zaken. Dit alles vraagt voor ons westerlingen vaak engelengeduld. Maak je dan een afspraak dat ze een volgende dag maten komen nemen voor bijvoorbeeld een keukenblad, kan het heel goed zijn dat je een hele dag wacht en niemand komt opdagen zonder bericht.