Dhulikel

RONDREIS NEPAL

Dhulikel is een typisch Newari-dorpje waar de vrouwtjes in hun winkeltje wachten op hun klanten, met hier en daar een tempeltje langs de weg waar je iemand offergave ziet brengen. Een dorpje waar het leven zich rustig afspeelt met een bevolking van ongeveer 9500 mensen. De Newari invloed als in zovele steden rond Kathmandu is duidelijk aanwezig. Geplaveide straten, te smal voor auto’s en voornamelijk rode bakstenen gebouwen met sierlijk houtsnijwerk. Er zijn ook een aantal Hindoe-tempels te zien en een boeddhistisch klooster.

DHULIKEL

14 MAART 2011

Vandaag vertrekken we om 9:00 uur naar Dhulikel. Dhulikel ligt op 2000 m hoogte aan de rand van de Kathmandu-vallei. Het stadje is vooral bekend om het prachtige uitzicht op de Himalaya, van de Mount Everest tot de Annapurna. Hopelijk hebben we de komende dagen de weergoden aan onze kant en kunnen we van dit schitterende panorama genieten. We verblijven in het Mirabel resort, gelegen aan de rand van het dorpje. Men is nog druk bezig met de aanleg van een snelweg van Kathmandu naar Dhulikel. Deze weg wordt gefinancierd door China omdat je via deze weg naar China kunt rijden. Vanwege de vele export vanuit China naar Nepal is dat vooral voor China van belang dat het transport makkelijk verloopt. De Nepalese regering is allang blij dat China investeert dan kunnen zij het geld voor andere zaken besteden (wat vaak in eigen zakken verdwijnt want corruptie is in Nepal de gewoonste zaak van de wereld). Een aantal jaren geleden was dit nog gewoon een zandweg vol kuilen.
We doen er bijna 2 uur over om een afstand van slechts 32 km te overbruggen omdat het verkeer in Kathmandu zelf helemaal vaststaat en heb je de pech dat je achter een tractor rijdt dan valt het niet mee om die veilig in te halen. Voor de lunch verkennen we eerst het hotel. Het is een oase van rust in een prachtige bloemrijke omgeving. Na de lunch lopen we naar het centrum van Dhulikel.
Als we in het centrum van het dorp komen zien we heel veel vrouwen met schalen vol offergaven lopen. Ze lopen niet naar de tempel maar naar de hoofdstraat waar ze langs de kant gaan staan. Er moet hier iets anders aan de hand zijn.
Wat blijkt, de komende dagen staat het Nava Durga Jatra festival centraal in dit anders zo rustige Newari-dorpje. Geen land ter wereld kent zoveel feesten en festivals als Nepal. Er gaat geen week voorbij of er wordt wel ergens een festival gevierd. De data van deze religieuze feestdagen zijn gerelateerd aan de maankalender.
Nava Durga Jatra is een beetje een Nepalese versie van de stierenrennen, maar in plaats van stieren rennen er gemaskerde ‘Goden’ door de straten waarbij de mensen als ze worden ‘gevangen’ door de goden hun vrijheid kunnen afkopen met wat Nepalese Rupees. Nava Durga is de moeder-godin. Een groep mannen waarvan negen mannen, allen herkenbaar aan een zwarte tika op het voorhoofd in de vorm van een kruis, worden door de bevolking ontvangen en behandeld als goden…. en dat zijn ze ook voor de bevolking hier. Zij vertegenwoordigen de moedergodin Nava Durga in haar negen verschijningsvormen nl. Mahakali, Kumari, Barahi, Brahmayani, Mahesvari, Viasnavi, Indrani, Mahalaksmi en Tripurasundari. De ‘goden’ dragen enorme maskers die 10 tot 15 kg wegen. De maskers worden als heilig beschouwd. Mensen willen de maskers aanraken en een zegen krijgen van de ‘goden’ (mannen). De goden krijgen allerlei offergaven aangeboden van de bevolking waaronder ook dieren zoals hanen en een tweetal biggen. Eén van de negen mannen is de moedergodin en is helemaal in trance en loopt als een ‘wilde’ door de menigte. Hij bijt hanen dood en zelfs twee biggen! Elke keer als hij een dier doodbijt, zetten alle negen mannen hun maskers op en dansen in het rond. Het is op de een of andere manier angstaanjagend. Je weet dat het ‘een soort spel’ is voor de mannen maar je voelt je niet op je gemak als ze te dicht bij je komen.

De Goden blijven voor vier dagen in het dorp. Op de plek waar de maskers ’s nachts worden bewaard en bewaakt wordt de grond schoon gemaakt met modder zoals de Newari elke dag doen om de kwade geesten op afstand te houden. We proberen tussen de lokale bevolking een glimp op te vangen van dit spektakel. Als je niet oplet word je helemaal verdrukt. Het lijkt wel of alle mensen bezeten zijn geraakt. Na zo’n vier uur zijn de goden op hun plek van bestemming, overladen met offergaven. Hun bestemming is het huis waar ze die nacht zullen slapen. De bevolking gelooft dat deze mannen (goden) echt bovenmenselijke krachten hebben. Zo worden er ook touwtjes uitgedeeld (tegen betaling). Mensen binden die om hun hals of pols en die moeten geluk brengen. Deze touwtjes zijn voor ons westerlingen, gewoon drie stukjes gekleurd naaigaren. De enige symboliek die we er nog aan kunnen geven is dat het de kleuren zijn van de Nepalese vlag (rood-wit-blauw!). Onze Nepalese vrienden denken daar totaal anders over. Ze zullen en moeten zo’n touwtje hebben. Dus wij krijgen er ook een. Hierna lopen we terug naar het hotel. Wat een belevenissen vandaag. In Dhulikel gaat dit nog de hele nacht door. De goden voeren vannacht nog een dans op nadat ze zich vol hebben gegooid met alcoholica. Wij eten heerlijk in het resort en gaan vroeg naar bed. Morgenvroeg willen we heel vroeg opstaan om de zonsopgang te zien in Dhulikel.

DHULIKEL

15  MAART 2011

We staan al heel vroeg op want we willen graag de zon op zien komen vanuit onze hotelkamer. We hebben dit al een paar keer meegemaakt en het is zo’n indrukwekkend gezicht als de eerste zonnestralen op het Himalayagebergte schijnen. Ingepakt in ons dekbed, de heater aan want het koelt hier ’s nachts enorm af, worden we langzaam wakker. We lopen naar het overdekte balkon van onze kamer. Jammer, het is zo zwaar bewolkt dat we niet eens de contouren van het gebergte zien, laat staan een zonsopkomst. We kruipen nog maar een uurtje onder de wol. Na een heerlijk ontbijtje om 8:00 uur is het nog steeds zwaar bewolkt. We besluiten om vandaag Dhulikel verder te verkennen en zien wel wat er op ons pad komt…. in Nepal gebeurt er altijd wel iets. We lopen weer naar het centrum. De bussen bij het busstation voor Dhulikel zijn al volgeladen. Zelfs boven op het dak van de bus is het dringen voor een plekje. Allemaal mensen die in Kathmandu gaan werken of die hun landbouwproducten op de markt in de naburige dorpjes gaan verkopen. We willen vandaag het ‘echte’ Dhulikel gaan verkennen.

Maar we ontkomen óók vandaag niet aan het Durga-festival, die het dorpje in de ban heeft….en ons eigenlijk ook! Ook vandaag brengen mensen puja’s (soort offergebeden die vergezeld gaan van offergaven) aan de goden, offeren ze dieren en vragen ze de goden om hun zegeningen. Het is niet op zo’n massale schaal als gisteren, bij de opening van het festival, maar nog steeds indrukwekkend.
De maskers worden bewaakt door helpers van de goden, die te herkennen zijn aan hun zwarte tika, in de vorm van een kruis op hun voorhoofd. Het doodbijten van de hanen gaat ook gewoon zijn gangetje. We lopen door het met vlaggetjes versierde dorp naar de Vishnu-tempel in het oude centrum . Op twee pilaren voor de tempel staan de beelden van twee totaal qua stijl verschillende garuda’s (half mens – half vogel). Op de laagste pilaar, een stenen garuda zoals de Nepalese garuda er normaliter uitziet en de andere is van glanzend metaal met een vogel-gezicht, zoals de Indonesische garuda eruit ziet. Vanuit de Vishnu-tempel lopen we door verschillende straatjes waar het dagelijkse leven zijn gangetje gaat. Een moeder wast haar kind op straat terwijl een andere moeder haar kroost aan het afdrogen is. De wekelijkse wasbeurt zit er weer op. Wat geitjes staan vast aan een paaltje zijnde de voorraad van de plaatselijke slager. De was ligt te drogen over een heg. Vrouwen lopen naar de tempel, mannen wisselen op een bankje het laatste nieuws uit. Oude vrouwtjes en kinderen kijken vanuit de open ramen op de 1e verdieping van de rode bakstenen huizen naar wat er zich afspeelt in hun straatje. Het leven in Nepal, vooral in de dorpen, speelt zich vooral op straat af.

Wij lopen het Newari-dorpje uit op weg naar de Shiva-tempel die ver buiten het centrum ligt. Na ruim een uur lopen bereiken we de tempel. Voor de tempel staat een rij beelden met gelovigen, de nandi’s (het rijdier van Shiva) en een beeld van Hanuman de apengod. Maar zoals in elke tempel staat er altijd een beeld van Ganesha, de olifantengod. Hij is de god van kennis en wijsheid en is de beschermheilige van reizigers. Hindoes bidden
altijd eerst tot Ganesha als ze een tempel bezoeken anders zou hun gebed niet verhoord worden door de goden. Ganesha is de zoon van de goden Shiva en Parvati. Omdat Shiva oorlog ging voeren, had Shiva de kans niet om zijn zoon goed te leren kennen. Na jaren te hebben gestreden keert Shiva terug naar Parvati (zijn vrouw) en Ganesha (zijn zoon). Omdat Shiva niet werd toegelaten tot het verblijf van zijn vrouw, werd hij boos en sloeg Ganesha – die hij niet had herkend als zijn zoon – zijn hoofd af. Maar het was al te laat toen hij zag dat die indringer eigenlijk zijn eigen zoon was. Shiva beval zijn dienaren om hem het hoofd of de kop te brengen van het eerste het beste levende wezen dat ze tegen zouden komen en zij keerden terug met de afgehakte kop van een olifant. Shiva bevestigde de olifantenkop op het levenloze lichaam van zijn zoon die terug tot leven komt en de geschiedenis zou ingaan als de halfgod met de olifantenkop.
De belangrijkste goden in het hindoeïsme vormen samen een drie-eenheid. Ze worden ook wel gezien als de verschillende gedaantes van één god. Dit zijn Brahma in de gedaante van God als schepper, Vishnu in de gedaante van God als beschermer en Shiva in de gedaante van God als vernietiger. Daarnaast zijn er in het hindoeïsme nog vele andere goden… teveel soms…..Voor allerlei dingen kennen ze goden, voor geluk, rijkdom, literatuur, kunst, vruchtbaarheid. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een god voor.
De tempel wordt beschermd door vier grote naga’s die op het dak zijn verwerkt. Aan de zijkant van de tempel is nog een liggend Vishnu-beeld te zien. In de tempel zelf, staat een grote lingam met aan vier zijden een afbeelding van Shiva. Een lingam is in het hindoeïsme een fallusvormig, langwerpig voorwerp, meestal een kleine pilaar of zuil, dat de scheppingskracht van de god Shiva representeert. Lingams zijn bijna altijd van steen. Tijdens een ritueel wordt melk of water over de lingam gegoten. Vervolgens worden er bloemen op gelegd. Veel lingams hebben een yoni, dit is een rand rondom de lingam waarin de geofferde vloeistoffen worden opgevangen. De yoni stelt dan het vrouwelijke voor, terwijl de lingam het mannelijke voorstelt.

We rusten bij de tempel even uit en na alles bekeken te hebben lopen we weer terug naar het centrum van Dhulikel. Het is behoorlijk warm geworden dus gaan we eerst iets drinken. Om ca. 16:00 uur begint het ‘kat en muis’ spel van de Goden met de bevolking. Om zonder problemen foto’s en film te kunnen maken, mogen we van wildvreemde mensen in hun huis om vanuit de houten, fraai uitgesneden ramen, die we al zo vaak hebben gefotografeerd, alles vast te leggen. Nu zitten we zelf achter de ramen en verbazen ons er over hoe klein en vooral laag de huizen zijn. Maar we hebben een fantastisch uitzicht op de hoofdstraat!
In de verte horen we dat het ‘kat en muis’-spel is begonnen. De bedoeling is dat de goden de mensen vangen en die kunnen hun vrijlating afkopen door een bedrag aan de goden te betalen. De goden worden uitgedaagd doordat de mensen bankbiljetten tonen. We horen geschreeuw, jongeren die proberen te ontsnappen met rupee-biljetten in hun handen, aan de goden. Hoe meer je betaalt voor je vrijlating, hoe meer aanzien je krijgt in de gemeenschap. Voor de goden is het best een vermoeiend spel. Probeer maar eens door de smalle, soms steile straatjes hard te lopen met een masker op je hoofd wat tussen de 10 en 15 kg weegt, waardoor je nauwelijks iets ziet, de hitte en dan te bedenken dat de meeste goden al aardig beschonken zijn van alle alcohol die ze de hele nacht en dag al hebben gedronken. Dus zie je geregeld de goden stoppen om ergens toch maar weer een glas bier te drinken. Dit spel gaat de hele avond door en wordt ’s nachts afgesloten met een Nava Durga-dans. Ik vraag me af wat voor dans dat zal worden want die goden zijn dan allang ladderzat. De goden blijven in totaal vier dagen in het dorp en worden door de gemeenschap betaald om te komen. Voor een bedrag van 40.000 NPR (zo’n 400 euro) kun je ze inhuren. Na Dhulikel, zijn ze de volgende week te ‘bewonderen’ in de nabij gelegen stad Bhaktapur.

Na een heel enerverende dag genieten we in het hotel nog na onder het genot van een heerlijke maaltijd. Het is een heel bijzondere ervaring geweest om het Durga-festival mee te maken. Aan de ene kant zegt je verstand dat het een spel is en toch doet het je wat. Er hangt gewoonweg een heel speciale sfeer, die moeilijk is te omschrijven.

DHULIKEL – KATHMANDU

16  MAART 2011

We hebben heerlijk geslapen na alle belevenissen van gisteren. Helaas is het nog steeds bewolkt en kunnen we een mooie zonsopkomst wel vergeten. Na het ontbijt gaan we de koffers pakken, uitchecken en wachten totdat we worden opgehaald. Bij het hotel staat een bord van alle bergen die vanaf dit hotel kunnen worden bewonderd. Wij hebben er niet veel van gezien. Maar het is altijd fijn dat je weet dat je toch hier nog vaak terug kunt komen om je plannen cq. dromen te verwezenlijken en dan wel de geplande bergwandelingen kunt maken of er moet weer een ander festival plaats vinden. Jawel eindelijk komt ons iemand ophalen, het is inmiddels al bijna 11:30 uur. We rijden weer terug naar Kathmandu en worden weer geconfronteerd met het idiote verkeer van de hoofdstad. Het links rijden is voor ons al raar, maar rijden zonder dat er sprake lijkt te zijn van enige verkeersregels of de naleving daarvan is helemaal maf. Claxonneren is hier de gewoonte. “Toeteren” als je in wilt halen, toeteren als je gaat inhalen, toeteren als je ingehaald wordt en toeteren als je de toeter van de ander hoort. En als er dan even niemand toetert, toeter je om het toeteren. Tja dat is Nepal……. heerlijk!