Khiva
RONDREIS OEZBEKISTAN
Khiva is één van de best bewaarde oase-nederzettingen. In dit ”openluchtmuseum’ lijkt het alsof de tijd van Marco Polo weer tot leven is gekomen. Binnen de stadsmuren waan je je onmiddellijk eeuwen terug in de tijd. Khiva was helemaal omringd door verdedigingsmuren. De oude binnenstad, Ichan Kala, had nog eens eigen stadsmuren waar veelal moslimgraven op waren gebouwd. Dat wilde niet zeggen dat er overal moslims lagen begraven. De graven dienden als een soort verdedigingssysteem om de stadsmuren extra te beschermen want het was zeer ongepast om op deze graven te gaan staan.
Khiva nam een heel belangrijke plaats in bij de Zijderoute. Allang voor het bestaan van de Zijderoute was Khiva al een belangrijke stop bij de zgn. edelstenenroute. De steden aan de Zijderoute lagen precies 10 dagen reizen van elkaar verwijderd i.v.m het drinkwater voor de kamelen. Het was dus 10 dagen reizen, 5 dagen verkopen, 5 dagen kopen en weer 10 dagen terugreizen of naar een volgende stad. De handelaren waren eenvoudig te herkennen aan de ring met een grote edelsteen die ze droegen. In de karavanserais werd geen handel gedreven.
BUKHARA – KHIVA
28 OKTOBER 2012
Om 6:30 uur staan we vandaag al op. We ontbijten en regelen de lunchpakketten voor die dag want tijdens onze woestijntocht die vandaag op het programma staat zullen we nauwelijks restaurantjes tegenkomen. We checken uit en krijgen weer een registratiekaartje van het hotel voor de verzameling. Onze chauffeur, Izan, staat om 8:00 uur al klaar voor het hotel. We rijden vandaag van Bukhara naar het zo’n 480 km oostelijker gelegen Khiva. De eerste 50 km rijden we langs katoenvelden. Katoen is één van de belangrijkste inkomstenbron van Oezbekistan. Maar diezelfde katoen zorgt ook voor een ecologische ramp. Er wordt veel te veel water (dit is in de Sovjettijd zo vastgelegd) onttrokken van de Amudarja-rivier, waarvan het waterpeil erg laag staat, en uit het noordwaarts gelegen Aral-meer, wat helemaal droog staat. Na zo’n 50 km katoenvelden, krijgen we dan zo’n 300 km woestijnzand voor de boeg. We gaan namelijk dwars door de Kyzyl Kum Woestijn ook wel Rode Woestijn genoemd omdat hij soms in het avondrood helemaal rood kleurt. Hopelijk maken we dat niet mee! De Kyzyl Kum woestijn is een soort gobi, met hier en daar wat struiken. De wegen zijn erg slecht, soms moeten we gewoon door het mulle zand. Op sommige stukken kunnen we nog niets eens 25 km per uur rijden en zijn de kuilen zo diep dat de chauffeur bang is dat een wielas zal breken. Maar om 11:00 uur maken we onze eerste stop bij een restaurant. Hoewel restaurant? Er staat een hok, een versleten tafel, een vuile afwasbak en wat lege flessen. Dit is ook de plek om aan benzine te komen tegen woekerprijzen want er is in de wijde omtrek niets te vinden. Onze volgende stop is om 13:00 uur voor de lunch. Gelukkig hebben we zelf lunchboxen bij, want in dit ‘hok’ wil je nog niets eten al krijg je er geld bij.
We hebben nu nog zo’n 2,5 uur voor de boeg over nog steeds heel slechte wegen. Maar langzamerhand verlaten we de woestijn en komen weer in de “bewoonde wereld” met veel katoenvelden. Rond 15:30 uur arriveren we in ons hotel, Asia Khiva, wat bij de zuidelijke toegangspoort tot de oude stad ligt. We gaan eerst maar eens iets drinken na onze woestijntocht in de bar. Eerst de barkeeper zoeken, die moet vervolgens de sleutel van de bar zoeken. Maar na 20 minuten zitten we beiden aan een drankje. Heerlijk na al dat zandhappen. De barkeeper zorgt voor een versnapering, in de vorm van lange stukjes gedroogd vlees. We proeven en hebben allebei het gevoel dat we hondenkluifjes aan het eten zijn…. dus liever niet!
‘s-Avonds gaan we eten in het restaurant. Het is een grote fiasco! Ze hebben niets, géén kip, géén vlees, géén champignons, eigenlijk niets wat onze darmen kunnen verdragen. Nou dan maar wat spaghetti proberen…… Mijn God, wat sliertjes in een vette brei. Nee, dan pakken we maar wat brood, wat salade en een kaasomelet. Hebben we eindelijk een restaurant in ons hotel en is het waardeloos! We drinken nog een wijntje op onze kamer en gaan dan slapen. Morgen moeten we weer vroeg op.
KHIVA
29 OKTOBER 2012
Om 7:00 uur staan we op, helaas heeft nu ook het “toiletvirus” mij in zijn greep wellicht helpt immodium me de dag door. Na het ontbijt starten we onze ontdekkingsreis terug in de tijd onder leiding van onze nieuwe gids met de originele naam Timur.
We lopen met Timur de oude stad binnen door de westelijke toegangspoort ofwel de Ata Darvaza en passeren meteen het standbeeld van de beroemde wiskundige Al Khoazmi. Hij was de uitvinder van de algebra en bezorgde mij heel wat hoofdbrekens tijdens mijn studietijd.
Het standbeeld staat voor de Mohammed Amin Khan Medressa, de grootste Medressa indertijd met 250 studenten. Ook bij deze Medressa zien we het balkon voor de ‘reclamespotjes’ op vrijdagen van de imam. Op de binnenplaats doen de studentencellen nu dienst als hotelkamers want de Koranschool is omgebouwd tot hotel. Vlak achter de toegangspoort, links van de Mohammed Amin Khan Medressa, staat zeer imposant de Kalta Minor. Het is een niet afgebouwde minaret versierd met intens blauw mozaïek. De minaret had ooit de grootste minaret van de Islamitische wereld moeten worden. Hij bleef op 28 meter steken en haalde de geplande 70 meter nooit omdat Mohammed Amir Khan tijdens een veldtocht tegen Turkmeense stammen kwam te overlijden.
Bij de vele souvenirwinkeltjes zie je de zgn. chugurna’s gemaakt van schapenwol. Iedere man droeg vanaf zijn 12e jaar zo’n muts, behalve slaven, criminelen en dieven. Dieven waren trouwens heel eenvoudig te herkennen want hun linkerhand werd er publiekelijk afgehakt.
Een stukje verder staat de Ark, wat citadel betekent, wat vroeger een stad op zich was. Hier woonde de Khan met zijn harem. In de audiëntiezaal zat de Khan onder een afdak wat rustte op mooi uitgesneden houten pilaren of als het winter was in zijn yurt. Bij de audiëntiezaal woonden ook zijn zeven adviseurs. De Khan had een simpel trucje bedacht om zijn adviseurs te selecteren. Zeker bij moeilijke beslissingen moest de Khan weten of zijn adviseurs een eerlijk advies gaven. Door middel van een simpele maïskorrel selecteerde hij zijn adviseurs. Een groep mannen kregen ieder een maïskorrel en moesten na een half jaar terugkomen. Vooraf kreeg men te horen dat degene die zonder een behoorlijke oogst terugkwamen zouden worden geëxecuteerd. De meesten meldden zich na een half jaar met een behoorlijke oogst. Zij werden direct geëxecuteerd. In tegenstelling tot hetgeen iedereen verwachtte werden de mannen die zonder oogst terugkwamen aangenomen als adviseur. De Khan had namelijk gekookte maïskorrels uitgedeeld.
De audiëntiezaal is helemaal betegeld met majolica’s. De tegels werden met pinnen bevestigd en zelfs genummerd wat heel speciaal was voor die tijd. De tegels stonden ook bol van de symboliek. De twee driehoeken die samen één ster vormden symboliseren de man en de vrouw. Samen vormen ze een ster met in het midden een patroon dat symbool stond voor nieuw leven. De Khan had wel meer trucjes. Zo was in de Ark ook de “Mint” gevestigd. Naast gouden munten werden er ook zilveren en bronzen munten geslagen. De mensen die hier werkten mochten uit veiligheidsoverweging geen baard dragen, wat opmerkelijk was omdat alle moslims baarden droegen in die tijd. Ze moesten zich omkleden in de Mint. Ze begonnen de werkweek met gouden munten slaan, dan zilveren en ze eindigden met de bronzen munten. Via hun kleding en baard konden ze geen munten mee naar buiten smokkelen. Mochten ze eventueel de munten inslikken dat waren het hooguit een paar bronzen munten die ze buit maakten. Naast de audiëntiezaal ligt de troonzaal die in dezelfde stijl is gebouwd met een prachtig houten plafond.
Elke Khan liet wel een Medressa bouwen; waarbij naast het islamitisch onderwijs extra nadruk werd gelegd op een vak zoals wetenschappen of poëzie. Dit waren meestal de persoonlijke interesses van een Khan. Timur leidt ons door de smalle straatjes naar het Tash Hauli Paleis. De bouw van dit paleis duurde 8 jaar en werd door 1000 slaven uitgevoerd. Het paleis bestond uit drie delen: ruimte voor feesten van de Khan, het haremgedeelte en zijn administratiekantoor. Naast zijn harem woorden hier ook zijn 4 (!) legale vrouwen. De Khan had het zo laten bouwen dat de vrouwen hem via een geheime deur konden bezoeken zodat niemand van de andere vrouwen kon zien wie en wanneer iemand op een bepaald tijdstip de Khan vermaakte.
Wij willen natuurlijk de slaapkamer van de Khan zien, die we via een geheime deur kunnen betreden. Nou de Khan lag er warmpjes bij. Het harempaleis is in dezelfde stijl gebouwd als de troon- en audiëntiezaal, de wanden betegeld met blauwe majolica’s en grote uitgesneden houten pilaren die steunden op uitgesneden marmeren blokken.
Wellicht één van de heiligste plekken in de oude binnenstad is het mausoleum van Pahvalon Mamud met zijn grote turquoise koepel. Hier ligt de 13-eeuwse patroonheilige van de stad Khiva begraven. Bruidspaartjes en jongens die worden besneden komen hier op hun ‘grote’ dag naartoe om te bidden en eer te bewijzen aan Mahmud. De majolica’s die hier zijn toegepast zijn in geen enkel ander gebouw In Khiva te zien. In de grote zaal liggen de graven van drie Khans. In een kleine aparte afgesloten ruimte is de graftombe van Pahvalon Mamud. De gehele ruimte is heilig verklaard, dus schoenen uit. Vooral bij het graf van Mamud gooien mensen geld door het hekwerk als offergave en bidden om hun wensen in vervulling te laten gaan. Het is verbazingwekkend dat nu nog mensen komen bidden bij de graven van de Khans. Als ze hebben gebeden en geld op het graf hebben gelegd, nemen ze ook een klein stukje van het ronde Oezbeekse brood wat op de graven ligt.
Onze excursiedag in de oude stad is ten einde. We nemen afscheid van Timur, die met zijn uitgebreide kennis van Ichan Kala en goed Engels, de oude stad echt tot leven heeft gebracht. We lopen via een van de toegangspoorten terug naar het hotel. Bij een drankje maken we onze plannen voor de vrije dag in Khiva. De immodium heeft gelukkig de hele dag zijn werk gedaan en we eten die avond in het hotel. We moeten wel want in de wijde omtrek is niets te vinden en de oude stad sluit op een bepaalde tijd. Taxi’s zie je hier nauwelijks. Maar deze avond is het eten een heel stuk beter om de simpele reden dat er een groep toeristen is gearriveerd. We nemen een flesje wijn mee naar de kamer en gaan niet te laat naar bed.
KHIVA – TASHKENT
30 OKTOBER 2012
We staan vandaag wat later op, rond 8:30 uur en gaan “te laat” ontbijten want de grote groep heeft al ontbeten en er wordt niets aangevuld. Maar een kopje thee/koffie en wat Oezbeeks brood met ham en kaas is voor onze magen voldoende. Met ons meerdaags-toegangskaartje kunnen we weer de oude stad in. Wat gisteren nog een wirwar van straatjes leek is nu met de plattegrond in handen een eenvoudig stratenplan. We bezoeken vandaag de gebouwen (Medressa’s) waar we gisteren niet aan toe zijn gekomen of waar we te weinig tijd hadden om alles vast te leggen. In Ichan Kala was ook een vrijdagmoskee ofwel Juma Moskee. Deze moskee staat bekend om zijn 213 uit hout gesneden pilaren in de grote gebedshal, elk 315 cm hoog. Veel van die pilaren dateren uit de 10e en 11e eeuw. Het hout moest eerst 7 jaar ‘rusten’ voordat men met het houtsnijwerk van start kon gaan. Dat was erg lang als je bedenkt dat toen de gemiddelde leeftijd 40 jaar was. In de moskee staat een moeder met haar twee dochters waarvan er een 17 jaar oud is en onlangs getrouwd. Ze draagt nl. nog de traditionele hoed van pasgetrouwden….. echt gelukkig vinden we ze niet kijken. Daarentegen zien we buiten de Juma moskee een bruidspaartje wat heel gelukkig is en vandaag op hun trouwdag een bezoek gaat brengen aan het Mausoleum van Mamud.
We gaan op een terrasje zitten en laten de dagelijkse gang van zaken aan ons voorbij trekken. Er wonen nog steeds mensen in de oude stad in de oude huisjes. Bij de huizen, die zijn gemaakt van modder en stro, zien we geregeld een trosje rode pepertjes buiten hangen; dit is om de boze geesten te verjagen.
Het is een traditie in Oezbekistan dat jongens worden besneden. Op deze ‘grote’ dag in hun leven worden ze helemaal in een speciaal kostuum gehesen met een speciaal soort hoofddeksel op, die we op de markt in Fergana ook al hadden gezien. Ze brengen vanzelfsprekend die dag een bezoek aan het Mausoleum van Mamud. Alles wordt vastgelegd met een professionele fotograaf en cameraman voor het nageslacht. Het jongetje weet volgens ons nog niet wat hem boven het hoofd hangt. De hele familie is in een vrolijke bui en we vinden het jongetje treurig kijken. Het zonnetje komt een beetje door en we lunchen in de oude stad, natuurlijk een bordje plov. Smaakt goed en is gelukkig niet zo vet. Vlakbij het restaurantje zijn verschillende souvenirwinkeltjes. Opeens zien we daar de stempels liggen die worden gebruikt ter decoratie in het midden van het ronde Oezbeekse brood. Er zijn talloze varianten. Veel verkoopsters zitten babyslofjes en mutsen te breien die wellicht dezelfde dag nog in hun winkeltjes belanden voor de verkoop. Je moet iets doen om de tijd hier te doden want het is vrij rustig.
Wij hebben ons ‘lijstje’ van bezienswaardigheden afgewerkt en lopen via de zuidelijke toegangspoort terug naar ons hotel. Bij de poort rijdt een bruidstoet. Een achttal zwarte auto’s rijden rondjes onder luid getoeter en gooien stapels sums op de weg. Een paar kinderen, die met hun plastic tanks op weg zijn om water te gaan halen, zijn dolgelukkig als ze de nodige sums kunnen oprapen voordat de bruiloftsgasten uit de auto stappen om hun zojuist uitgestrooide sums op te rapen.
We gaan onze koffers pakken, douchen en ons klaar maken voor de reis naar Tashkent. Om 18:30 uur meldt Izan, onze chauffeur, zich bij het hotel. Wij checken uit, natuurlijk krijgen we onze hotelregistratiekaartjes, koffers in de auto en over de onverlichte wegen rijden we in een klein uurtje naar de luchthaven. In the middle of nowhere wordt de auto geparkeerd en haalt Izan onze koffers eruit en zijn we blijkbaar bij de luchthaven. We zien helemaal niets…. pikkedonker. Gelukkig loopt Izan voorop met een koffer naar de luchthaven want je zou niet weten welke kant je op zou moeten lopen omdat er niets staat aangegeven, je geen lichten ziet… laat staan een luchthaven. Ongelooflijk. Maar binnen 10 minuten hebben we ingecheckt, De controles verlopen soepel. Om 20:10 uur boarding en om stipt 20:40 uur vertrekken we naar Tashkent. Het toestel zit vol en als we zo rondkijken zijn wij de enige Europeanen die in het toestel zitten. Over de 722 km die we moeten afleggen doen we zo’n 80 minuten en rond 22:00 uur landen we weer op de luchthaven in de hoofdstad Tashkent.
Over de uitgestorven, brede wegen rijden we naar het Tashkent hotel, waar we onze reis zijn gestart. Meteen al problemen, ze hebben geen hotelboeking van ons voor deze nacht….. Wij gaan ondertussen in de bekende Pianobar nog een klein hapje eten in de hoop dat er gewoon een foutje met de boeking is gemaakt. Achteraf blijkt er iets verkeerd te zijn gegaan maar we hebben een kamer voor de laatste nachten! Voor we het in de gaten hebben is het 1:20 uur en gaan we slapen. Morgen (vandaag) is het onze laatste dag in Oezbekistan.
TASHKENT
31 OKTOBER 2012
We staan om 8:30 uur op, we nemen alle tijd voor ons ontbijt. We willen nog graag één Medressa gaan bekijken in Tashkent. We nemen voor het hotel een taxi naar de Kukeldash Medressa. De taxichauffeur wil ons graag daar naar toebrengen maar spreekt geen woord Engels en snapt totaal niet waar we naartoe willen. Tot tweemaal toe neemt hij contact op met zijn ‘baby’ (zijn dochter die wel Engels spreekt) We krijgen zijn ‘baby’ aan de lijn en leggen aan haar uit waar we naartoe willen. Uiteindelijk zijn we er en krijgen we de dochter van de chauffeur weer aan de telefoon. Ze vertelt ons dat we op het punt waar haar vader is gestopt uit kunnen stappen, dan een klein stukje rechtdoor moeten lopen en dat we dan aan de rechterkant de Medressa zien liggen. Jawel hoor, het klopt precies! We hadden al de gehele reis ervaren dat de bevolking zo vriendelijk en behulpzaam is. Maar dit was toch wel het hoogtepunt van gastvrijheid en behulpzaamheid. De grote Medressa uit 1560 staat op een heuvel in de oude stad. In de Sovjettijd werd ook deze Medressa gebruikt als warenhuis en museum. Na de onafhankelijkheid werd de Medressa in oude ere hersteld en nu studeren er 250 jongens in de 38 cellen een driejarige islamitische studie. Ook hier zien we bij de moskee in de Medressa een kaart hangen met de gebedstijdstippen.
Vlak naast de Koranschool staat de Vrijdag-moskee (Juma-moskee) In vroegere tijden werden ontrouwe echtgenotes vanaf de moskee in een jute zak naar beneden gegooid. In de Sovjettijd werd de moskee gebruikt als metaalfabriek. Momenteel is men druk bezig om de moskee en de bijgebouwen te restaureren. We wandelen naar de Chorzu Bazaar waar we op een terrasje lunchen en het dagelijkse leven aan ons voorbij laten gaan.
In de verte zien we een blauw koepeltje… wat zou dat nu toch zijn? We (ik) zijn verslaafd geraakt aan blauwe koepeltjes en moeten weten wat dat is. Het koepeltje is verder weg dan op het eerste oog lijkt. Als we na een uurtje lopen voor het blauwe koepeltje staan blijkt dat het nationaal museum te zijn waar we de eerste dag in Tashkent een kopje thee hebben gedronken. Via het Khast-Iman plein gaan we ons laatste blauwe koepeltje ‘scoren’ van onze reis. Het blijkt het Al Bukhara Islamic Institute te zijn waar 25 gespecialiseerde imams aan 130 studenten (jongens en meisjes) les geven. Een groep meisjes is net aan de Engelse les begonnen als we aankomen. Zoals we al de hele reis hebben ervaren willen de mensen heel graag contact met je maken en hun Engels oefenen. Zo ook deze meiden. Rond 15:00 uur nemen we een taxi naar het hotel. We eten die avond nog een klein hapje, pakken onze koffers en gaan vroeg naar bed.
TASHKENT – FRANKFURT – AMSTERDAM
1 NOVEMBER
Om 3:00 uur in de nacht staan we op. We hadden weer een super vroeg ontbijt geregeld, maar dat mislukt ook nu weer. Na een kopje koffie/thee en een yoghurtje in onze magen checken we uit. Ons laatste registratiekaartje van het hotel hebben we en om 3:45 uur worden we naar de luchthaven gebracht. Het inchecken en de douaneformaliteiten verlopen zonder veel problemen. Fototassen en andere bagage worden allemaal open gepakt en geïnspecteerd tot zelfs onze portemonnees. We moeten d.m.v. al onze officiële geldwisselbrieven laten zien dat het aantal dollars en euro’s die we nog hebben in overeenstemming is met de sums die we hebben besteed in Oezbekistan. Een douanebeambte zal later wel op zijn donder krijgen want die is bij John vergeten om zijn hotelregistratiekaartjes in te nemen. Hebben we toch nog een extra leuke souvenir voor het fotoboek.
Om 7:00 uur hangen we in de lucht op weg naar Frankfurt. Onze horloges moeten we 4 uur terugzetten want het is inmiddels weer wintertijd in Europa. Rond 9:30 uur landen we op de luchthaven in Frankfurt. We checken weer in, nu bij de KLM en met de cityhopper vertrekken we om 11:40 uur naar Amsterdam. Rond 13:00 uur landen we op de luchthaven Schiphol en tot onze grote verrassing zijn onze koffers als eerste op de bagageband. Om 14:10 uur rijden we met de Schiphol-bus naar P3 vanwaar we met de auto weer naar huis rijden.
Oezbekistan, is een land met een zeer gastvrije, open, vriendelijke bevolking. Het is het land van de Medressa’s, het land van de gouden tandjes, het land van de plov, het land van Timur en mausolea. Oezbekistan is een land dat je met weemoed en een glimlach op je gezicht in je herinnering houdt!