Musandam

RONDREIS OMAN

Musandam is een schiereiland in het noordelijkste puntje van Oman. Het gebied wordt van de rest van Oman gescheiden door de Verenigde Arabische Emiraten en is landschappelijk totaal verschillend aan de rest van Oman. Musandam wordt gekenmerkt door een bergachtig binnenland en unieke fjorden langs de kust. Daardoor wordt dit deel van Oman ook wel het ‘Noorwegen van Arabië’ genoemd. De kale, puntige rotsen steken scherp af tegen het heldere zeewater en je kunt de hoge wanden van de kust het beste bewonderen tijdens een boottocht.

De hoofdstad van Musandam is Khasab, een vissersdorp dat ontstaan is rond het historische gelijknamige fort uit de 17e eeuw. Het fort biedt een goed inkijkje in vroegere tijden en wordt omgeven door imposante bergen en dadelpalmen. 

SCHIPHOL – DUBAI

10 NOVEMBER 2016

Om 10:30 uur vertrekken we vanuit Moergestel naar Schiphol. Het is zo’n 5 graden en regenachtig. Om 11:45 uur zijn we al bij de parkeerplaats P3; auto parkeren en met de bus naar de vertrekhal. We checken onze koffers in en gaan door alle controles. De luchthaven begint al langzaam in kerstsfeer te komen met alle lichtjes en kerstbomen die al in winkels staan. Om 13:15 uur zitten we al bij gate E 24 te wachten voor de boarding voor onze vlucht KL 0427 naar Dubai. Het is erg rustig op de hele luchthaven. Buiten is het grijs en regenachtig maar dat zal de komende dagen veranderen in een helder blauwe lucht en zo’n 32 graden in Oman.
Maar eerst naar onze eerste tussenstop: Dubai. De vlucht zal ca. 6 uur duren waar we zo’n 5352 km of 3326 miles voor moeten afleggen. Het vliegtuig zit behoorlijk vol. Met een vertraging van 25 minuten vanwege een storing in het kofferlaadsysteem vertrekken we om 15:50 uur. Onze horloges gaan drie uur vooruit; in Dubai is het 3 uur later. Dubai is een van de zeven emiraten van de V.A.E.
Als we rond 24:00 uur landen is het nog 28 graden!!! Met een trein gaan we naar de andere kant van de luchthaven waar we om 0:30 uur aansluiten in een enorm lange rij voor ons visum. Na een half uur staan we oog in oog met een Arabier, geheel gehuld in het wit, inclusief een witte hoofddoek. We krijgen een stempel in ons paspoort met de datum 11 november want dat is het inmiddels al geworden. Nu nog de koffers ophalen die we gelukkig meteen op de bagageband zien komen. Er staat netjes iemand op ons te wachten bij de uitgang. Jawel, we zijn in Dubai.
We lopen naar de parkeerplaats waar een grote witte auto, een Chevrolet SUV-model, voor ons klaar staat. Ik kan nauwelijks instappen zo hoog is de auto. Het is ongelooflijk, het is inmiddels 1:30 uur, en het verkeer raast over de weg. Het is erg druk omdat het weekend is begonnen. Ons hotel, le Meridien ligt vlakbij de luchthaven. Maar vanwege de drukte doen we er ruim 20 minuten over. Het inchecken gaat heel rap en om 1:45 uur zijn we op onze kamer. Even iets drinken en bijkomen van alles. Het is een mooi hotel maar zoals bij veel hotels in de Arabische landen mis ik op de een of andere manier altijd de sfeer….ook hier. Het is wel groots; het is maar voor één nachtje want morgen vertrekken we al weer na een laat ontbijt, we willen ‘pas’ om 9:00 uur opstaan, naar Oman. Om 2:15 uur gaan we slapen terwijl de airco overuren draait. Dat belooft wat voor morgen overdag als de zon schijnt. Als ik in bed stap zie ik op mijn nachtkastje een groene sticker met een pijl richting Mekka.

DUBAI  – KHASAB

11 NOVEMBER 2016

We hebben beiden slecht geslapen, het bed was te smal en te kort en we waren gewoon denk ik te moe. Om 8:45 uur loopt de wekker af en ook nog een keer om 9:00 uur. Dan toch maar eruit. De ontbijtruimte is tot 10:30 uur geopend. Om 9:45 uur lopen we door de lange gang naar het ontbijtrestaurant Yumbala. Alles wat je maar kunt bedenken is hier voor handen. Buiten schijnt de zon al uitbundig en het voelt benauwd en klammig aan. Na een heerlijk ontbijt, John heeft de noodles al gevonden…. gaan we terug naar de kamer om een flinke laag zonnebrandcrème aan te brengen en de koffers weer in te pakken.
Op de website van het hotel staat een mooie foto van een vergezicht vanuit het zwembad op de stad Dubai. Dat willen we toch nog graag even zien. Wat blijkt: het hotel heeft maar een verdieping omdat het te dichtbij het vliegveld ligt. Niet alleen papier is geduldig maar ook de website van dit hotel. Het is inmiddels 11:30 uur en we gaan uitchecken.
Onze gids/chauffeur heet Ali, een makkelijke naam om te onthouden, en komt uit Pakistan. Over de snelweg, wel 7 rijbanen breed, rijden we door de verschillende emiraten naar Khasab onze eindbestemming voor vandaag. Het eerste emiraat heet Al Sharjah en vervolgens Al Ajman, Umm Al Qwain en Ras al Khaimah. Het is druk op de weg; het is tenslotte weekend. Veel werknemers buiten Dubai komen naar huis, naar hun familie of shoppen waar Dubai natuurlijk om bekend is. Het is te duur voor hen om in Dubai te wonen.
We rijden kilometers en kilometers over de Sh. Mohamed Bin Zayed Road met aan beide zijden woestijnzand en zandduinen zover als je kunt kijken afgewisseld met een verdwaalde kameel en soms wat dorpen of grotere steden. Afgelopen zomer bedroeg de temperatuur maar liefst 55 graden met een vochtigheid van 85%. Toen pas werd een tropenrooster ingevoerd voor de mensen die buiten moesten werken. Vanaf 4 tot 8 in de morgen moesten ze werken en daarna waren ze vrij. De rest van de bevolking werkte gewoon met de airco op een hoog standje. Nu is het winter en zijn de temperaturen voor hun begrippen erg laag met zo’n 32 graden.
Om de lokale bevolking aan de Emiraten te binden krijgt elk paar dat gaat trouwen een huis van de regering. Gas, water en elektriciteit wordt eveneens voor je betaald. Geen wonder dat we zoveel bouwactiviteiten zien. Het ene huis nog groter en mooier dan het ander. Na vijf jaar als het paar in de Emiraten blijft is het huis van hen en kunnen ze er mee doen wat ze willen, verkopen of verhuren. Ook hun inkomen is erg hoog nl. 6000 euro per maand. Dit wordt enkel gedaan om te zorgen dat de mensen hier blijven wonen want de bevolking bedraagt slechts zo’n 4,75 miljoen inwoners. Dit aanbod van de regering is alleen van toepassing op de lokale bevolking. Dit betreft veelal bedoeïenen die niet meer in de bergen wonen en rondtrokken met hun kudde. Nu werken ze vooral als woestijnpolitie.
Rond 13:30 zijn we bij de grenspost met Oman bij het plaatsje Al Dara. We moeten uitreisbelasting betalen van 40 dirham p.p. Ali regelt het voor ons en we kunnen hem straks in dollars terug betalen en wel 25 dollar. Zijn koers is nog slechter dan in het hotel. Ik probeer me er maar niet druk over te maken het is tenslotte vakantie.
Dan zijn we bij de post van Oman, daar betalen we 40 rial middels creditcard; het is inmiddels 14:30 uur. Benzine is in deze landen spot goedkoop. In de V.A.E. betaal je 40 eurocent per liter en in Oman nog geen 19 eurocent. De buitenlanders worden in de V.E.A. en ook in Oman slecht behandeld. Zij verdienen slechts 300 euro per maand terwijl de lokale bevolking 6000 euro (V.A.E.) verdiend. Ook moeten zij zelf hun verzekeringen, gas, elektriciteit en gezondheidszorg betalen. Ze kunnen ook nooit staatsburger worden. Als ze de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt hebben ze een maand de tijd om het land te verlaten.
Na zo’n 26 km komen we in de plaats Khasab. De Emiraten zijn vooral dol op de vis die hier wordt gevangen. Jaarlijks exporteert Oman meer dan 1 miljoen kg vis naar de V.A.E. De winstmarge is ook veel hoger in de V.A.E. Bij Khasab komen de Perzische Golf en de Golf van Oman bij elkaar wat blijkbaar perfect viswater geeft. Vooral de kingfish en tonijn is erg populair. We rijden werkelijk door een prachtig landschap met aan de ene kant de kalksteenbergen en aan de andere kant het blauw groene water van de Golf van Oman. Helaas kunnen we nergens stoppen om dit vast te leggen. Voor we het weten zijn we al bij het Atana Musandam Hotel en hebben we onze twee uur sightseeing niet gekregen omdat Ali weer op tijd terug wil zijn in Dubai. Geen fijn begin van onze rondreis.
Ons hotel is erg leuk. We hebben een soort van appartement met twee verdiepingen, voorzien van keuken, woonkamer, balkon met uitzicht op de golf van Oman en boven is onze ruime slaapkamer met badkamer. Om half vijf zitten we buiten op het terras aan een drankje. Helaas is er geen alcohol te verkrijgen in dit hotel, dus dan maar een colaatje. In elk hotel, wat we later zullen ervaren, hangt een groot schilderij van de sultan van Oman: sultan Qabous, die door de bevolking wordt aanbeden.
Khasab is de hoofdstad van het schiereiland Musandam, het noordelijkste deel van Oman. Aan de Straat van Hormuz, de meest strategische en drukst bevaren waterroute ter wereld ligt het schiereiland Musandam. Een 70 km lange landstrook, behorend tot de V.A.E. scheidt het noordelijke deel van Oman met de rest van het land. We gaan in het hotel maar wat euro’s wisselen zodat we toch een beetje rial’s op zak hebben als we morgen op pad gaan. De koers valt wel heel erg tegen. Voor 100 euro ontvangen we slechts 35 rial.

Omdat het een zgn. puur hotel is waar geen drup alcohol is te krijgen en waar ook niet gerookt mag worden, besluiten we om buiten het hotel ons heil te gaan zoeken. Nou als we buiten de poorten van het hotel staan zien we een stuk verderop een supermarkt liggen en ik denk dat het nog wel 40 minuten lopen is voordat we in de bewoonde wereld zijn. Onder het gezang tot oproep van gebed vanuit twee moskeeën gaan we dan toch maar op de ‘pure’ tour en eten in het hotel. Allebei een lekker champignonsoepje, John een Omaanse grill-schotel en ik ga voor de reuzengarnalen. We sluiten af met een apfelstrüdel (hoe is het mogelijk om dat te eten in Oman; maar het was dé specialiteit van de kok deze week) en een Omaans dessert Umm Ali, wat een beetje lijkt op brood in zoete melk met noten. Het smaakt heerlijk en de temperatuur is nog steeds heerlijk zo om half zeven buiten. Ik denk dat het nog zeker 25 graden is. Onze reisdag naar Oman vanuit Dubai zit erop. Morgen gaan we een tocht maken door het berggebied van Jebel Harim die met 2087 meter de het hoogste top is van het berggebied van Musandam. Maar nu is het bijna 21:00 uur en gaan we slapen. Even bijtanken na de slechte nacht in Dubai.

KHASAB

12  NOVEMBER 2016

We hebben heerlijk geslapen als de wekker om 8:00 uur afloopt en voelen ons uitgerust. Het is al warm en het lijkt wel of alle gasten van het hotel nog in een diepe rust zijn, zo stil is het. Een verdwaalde reiger vliegt af en aan en de grote witte vogels aan de zeekant gisteravond blijken toch gewoon twee witte zandzakken te zijn….we gaan eerst maar eens ontbijten.
Vandaag gaan we een tocht maken naar de hoogste berg de Jebel Harim, met 2087m de hoogste top van de regio. Dit enorm indrukwekkend kalksteenmassief is een uitloper van het Hajjargebergte. Omdat de twee uur sightseeing van gisteren in het water is gevallen krijgen we van de Omaanse reisorganisatie vandaag nog een tour in Khasab en omgeving als goedmakertje. Om 11:00 uur worden we opgehaald.
Als we na het ontbijt op ons balkon zitten zien we geregeld bootjes met een rotvaart wegvaren. Iedere ochtend komen er tientallen – soms meer dan honderd – eenvoudige Iraanse speedboten naar Oman. Na een bezoek aan de Omaanse haven- en douanepolitie en met de nodige vergunningen op zak leveren deze handelaars hun vrachtje af: dikwijls plastic huishoudartikelen, maar meestal schapen en geiten. Deze worden na controle van een veearts onmiddellijk verhandeld, op pick-ups geladen en naar de VAE, meestal Dubai, vervoerd. De Iraanse handelaren gaan daarna op koopjesjacht in de oude soek. In het overige deel van de stad mogen zij zich officieel niet begeven. Boordevol met pakketten met Amerikaanse sigaretten en elektrische huishoudapparatuur, die in het thuisland een fikse winst opleveren, varen ze weer terug naar Iran. De afstand van zo’n 70 km leggen ze in 1 ca. 1,5 uur af.
Om 11:00 uur worden we opgehaald door Micky, een Tunesiër, die onze gids is en zijn chauffeur Shaffy, een Indiër.
De bevolking van Khasab leeft van de visserij, dadeloogst/landbouw in de wadi’s (soort oase) en van de levendige handel met Iran. Hier wordt nog de traditionele taal gesproken een mengeling van Arabisch, Perzisch, Portugees, Hindi en Engels. Het is een eigen taal die verder niet in Oman wordt gesproken. De muren om de huizen dienen voor privacy maar vooral dat vreemdelingen de vrouwen niet kunnen zien. Als men getrouwd is dragen de vrouwen een burka (niets van het gezicht te zien) of een niqab (dan zie je alleen de ogen van het gezicht). Voor het huwelijk draagt men een chador want dan mag je hun gezicht nog zien. De kleur zwart is zodat de vrouw maar niet aantrekkelijk zal zijn. De kleur van de huizen is hier vaak dezelfde kleur als die van het paleis van de sultan nl. zandkleurig. De enige dieren die je in dit dorre landschap ziet zijn geiten. Zij eten alles tot plastic aan toe en de geitenlucht houdt slangen en schorpioenen op afstand.
We rijden eerst naar het plaatsje Tawi. Aan de kant van de weg liggen grote blokken kalksteen die door erosie naar beneden zijn gekomen en waarschijnlijk onderdeel waren van een hoger gelegen grot. Op de grote rotsblokken staan petroglieven met voorstellingen van boten, dieren, onder meer dromedarissen, en mensen (een krijger, een ruiter) die waarschijnlijk meer dan 2000 jaar geleden in de rotsen zijn gekrast of gekerfd. Vervolgens rijden we langs het verlaten vissersdorpje Mukhi, het dorpje Hana en de dorpjes Al-Harf en Al-Jadi naar het centrum van Khasab. Hier moeten we natuurlijk de grootste moskee zien van Musandam. Het is een zgn. Soennitische moskee omdat de pilaren zijn omringd door achthoeken en als de pilaren helemaal rond zijn dan is de moskee Shiitisch. Er is een aparte ingang voor de vrouwen en kinderen en vanzelfsprekend hebben de mannen de hoofdingang. Kinderen vanaf zeven jaar mogen de moskee binnen. Terwijl rond 12:00 uur de oproep tot gebed plaats vindt stopt er een man in een auto bij de winkels. Het is de gewoonte hier in Khasab dat wanneer je boodschappen doet, je toetert, de winkelier komt na buiten, neemt je bestelling op en geld aan en brengt even later je bestelling met het wisselgeld terug. Dus geen gedoe van spiegelen en aantrekkelijke etalages.
We lopen via een kleine groentemarkt waar vooral Bengalen hun groente te koop aanbieden naar het centrum; wat geen centrum genoemd kan worden.

Als laatste bezoeken we het Khasab Fort. In de 16e eeuw gebruikten de Portugezen het fort als uitvalsbasis om het eiland Hormuz op de Perzen te veroveren. Later namen de plaatselijke heersers het gebouw in gebruik. De ronde torens van het fort geven aan dat het van Portugese oorsprong is. Hebben de torens een vierkante vorm dan is het van oorsprong een Arabisch fort. In het fort zijn verschillende ruimtes ingericht met tentoonstellingen over het leven van de Omaanse bevolking, een bibliotheek met allerlei brieven van sultans en de zgn. dhow’s, de boten uit deze omgeving. De boten werden vaak uitgerust met aan de kop een geitenvacht. Als de zeelui op zee waren en lange tijd weg en ze kregen heimwee herinnerde de geitenvacht ze weer aan thuis. Ook is in het fort een fossiel tentoongesteld met schelpen dat wel 250 miljoen jaar oud zou zijn. Dit geeft aan dat de kalksteenformaties lange tijd in zee hebben gelegen en na een aardverschuiving naar boven zijn gekomen en nu een indrukwekkend landschap vormen. Om 12:45 uur rijden we weer terug naar het hotel, nemen afscheid van Micky en Shaffy en gaan heerlijk op ons balkon zitten, genietend van de rust.

Vanmiddag om 14:15 uur worden we opgehaald door Abi, een Indiër die ook hier zijn geluk is komen zoeken en als oudste zoon zijn familie in Kerala onderhoudt, voor onze tocht door de bergen naar Jebel Harim. Maar eerst rijden we door een landschap met vele acaciabomen en dadelpalmen naar Khor al Nagd. Khor al Nagd is een prachtige baai die uitmondt in de Golf van Oman en is de op een na grootste inham van Musandam. Vervolgens rijden we naar Al-Khaldiyah, een acaciaplantage waar het na de regenperiode in januari-februari mooi groen is en voor de bevolking een favoriete picknickplaats is. Nu is het een dorre vlakte waar geiten loslopen om hun kostje bij elkaar te scharrelen. Hierna maken we een stop bij een Bait al-Qafl, een stenen berghuis dat vroeger werd bewoond door bedoeïenen. Het wordt ook wel ‘het afgesloten huis’ genoemd omdat als de bedoeïenen de bergen introkken zij hier hun spullen in bewaarde en door het speciale grote houten slot niemand binnen kon komen. De doorgang om binnen te komen was ook zo klein dat je niets door de deuropening kon meenemen. Omdat het huis was gebouwd in de kleuren van het achterliggende gebergte viel het ook niet op als huis.

Dan beginnen we aan de klim van Jebel Harim. Jebel Harim betekent eigenlijk Berg van de Vrouwen omdat in de vroegere tijd de vrouwen hier in grotten verbleven als hun mannen op visjacht of op een lange handelsexpeditie waren en zo uit handen konden blijven van de piraten of andere vijandige stammen.
Op de steile bergwanden zien we kleine gehuchten waar men aan terrasbouw doet. Her en der zijn helikopterlandingsplaatsen. Voor noodgevallen bijvoorbeeld bij ziekte is het vervoer gratis. Blauwe tankwagens brengen het drinkwater naar de bewoners hier. Dit alles is gratis, zowel de huizen als alle voorzieningen die men hier nodig heeft worden door de regering bekostigd. Zelfs de zeer afgelegen huizen zijn van elektriciteit voorzien. Je kunt zien dat het gebergte is ‘getekend’ door de erosie van regen, zon en wind. We maken verschillende stops bij mooie uitzichtpunten met wadi’s. Als het regent veranderen deze wadi’s in een korte tijd tot kolkende rivieren door al het water uit de bergen. Onderweg zien we nog een aantal lage Bait al-Qafl woningen die tegen de rotswand lijken te zijn geplakt.
Na ongeveer 25 km bereiken we het Sayhplateau op 1200 m hoogte, waar drie wadi’s in uitmonden. Het is verrassend om tussen de steile bergflanken zo’n uitgestrekt plateau van 2 km bij 500 m aan te treffen. Op de ommuurde percelen, gebouwd om het water niet te laten wegvloeien, kweekt men vooral tarwe, uien, alfalfa (veevoeder) en radijzen. Er is zelfs een bescheiden dadelpalmoase. Onderweg komen we ook nog een natuurlijk gevormd zwembad tegen en vechtende ezels.
Voorbij het plateau, we klimmen nog steeds, komen we bij Wadi al-Bih waar vele grijze stenen op de grond liggen met fossielen erop. We zien fossielen van vissen, koraal, schelpen. Erg mooi en ongelooflijk dat al die toeristen er gewoon overheen lopen. Over 20 jaar is het volgens ons allemaal verdwenen. Door een verschuiving van verschillende aardplaten is deze kalksteenformatie ontstaan en zijn deze fossielen zichtbaar geworden. Hier staan ook weer veel acaciabomen en de zgn. prosopis cineraria-bomen die door de bevolking vooral voor wandelstokken worden gebruikt. We zijn zover gestegen dat hier de temperatuur nog maar 22 graden is. Maar we hebben nog steeds niet de top bereikt. Hoewel de top van de Jebel Harim is niet te betreden omdat het een militaire zone is. We bereiken uiteindelijk een hoogte van 2066 meter met een prachtig uitzicht. Het is nog maar 18 graden, de maan staat al aan de hemel en we hadden niet tien minuten later hier aan moeten komen want dan was de zon al ondergegaan.

Na tien minuten rijden we weer de hele weg terug. Het is inmiddels donker maar Abi brengt ons weer veilig terug bij ons hotel waar we rond half zeven aankomen. Hier kunnen we weer opwarmen met een temperatuur van 27 graden. We eten in het restaurant en gaan rond de klok van tien uur naar bed. Het was een mooie dag!

KHASAB

13 NOVEMBER 2016

Vandaag staan we om 7:15 uur op want we worden om 9:15 uur opgehaald voor onze Omaanse fjordentocht langs de kust van Khor Shimm. Aangezien het ’s morgens wat tijd in beslag neemt om te ontbijten zitten we al om 8:00 uur aan een kopje thee en koffie, omeletje, jus d’orange, geitenkaas en een kipworstje. Geen gebakken bacon of varkensvlees. Al twee dagen geen biertje of glaasje wijn bij het eten…..
Om stipt 9:15 uur worden we opgehaald en halen nog een aantal andere toeristen op in het Atana Hotel Khasab en rijden naar de haven. Hier liggen de dhow’s in het blauwe water op ons te wachten. We zijn maar met 12 personen op de boot. Als we de boot op gaan liggen er kussens op de grond om op te zitten. Dan gaat niet meevallen om telkens op te staan maar na verloop van tijd worden we er steeds bedrevener in. Het is wel heerlijk weer, een strak blauwe lucht en een heerlijk briesje. Als we de haven uitvaren komen we de eerste speedbootjes al tegen met Iraniërs aan boord met hun smokkelwaar om terug te varen naar Iran. Vanaf hier zitten we maar 60 km van Iran verwijderd. Bij heel helder weer kun je zelfs Iran zien liggen; maar vandaag is het een beetje heiig. Langs de kant zien we een groepje aalscholvers en een hele hoop meeuwen op het water drijven.

Het is een prachtig gezicht om tussen deze hoge kalksteenformaties te varen en de mooi afgetekende steenlagen vormen een decoratief kader. Het water is hier ca. 20 meter diep. Aan boord is voor alles gezorgd. Er is water, thee, koffie, frisdrank, fruit in overvloed en natuurlijk de zoete dadels, die hier nog zoeter smaken dan thuis. Soms komen we enkele vissersdorpjes tegen verscholen in de fjorden. Het aantal inwoners is zienderogen gedaald omdat veel mensen een goed betaalde baan hebben gevonden in de V.A.E. Maar ook de gemengde huwelijken zijn debet aan de steeds meer verlaten vissersdorpen omdat er dan door de overheid geen bijdragen meer wordt gegeven. De overheid betaalt alles, maar dan ook werkelijk alles voor de lokale bevolking. Hierdoor is er steeds meer inteelt met alle gevolgen van dien. Nu wordt er drie maandelijks een dokter naar deze afgelegen gebieden gestuurd, een mannelijke en vrouwelijke dokter, om seksuele voorlichting te geven want daar wordt niet over gesproken tijdens de opvoeding van de kinderen. Door de gemengde huwelijken komt ook de overheidsbijdrage op de helling te staan dus het trouwen met neef of nicht blijft bestaan met alle gevolgen van dien. De drinkwaterreserves worden een keer per week door de overheid gevuld en sinds kort is er ook elektriciteit. Hun visvangst is voornamelijk tonijn en kingfish die in de haven van Khasab meteen wordt doorverkocht aan de V.A.E. i.v.m. de hoge opbrengst. Na een tijdje worden er ineens door de kapitein dolfijnen gespot. Een groep van zo’n 10 dolfijnen, mannetjes (donkergrijs van kleur), vrouwtjes en zelfs een paar jonge dolfijnen. Dit is blijkbaar de ideale plek voor hun omdat hier veel sardines zitten. In een groep sluiten ze de sardines in en hebben een heerlijk maaltje. Het is fantastisch om ze te zien, het water is zo helder en na tijdje zwemmen ze met onze boot mee en springen uit het water. Hier zijn dus geen haaien, want waar dolfijnen zijn, zijn nooit haaien! Met pijn in mijn hart varen we verder, ik had hier de hele dag kunnen blijven liggen en dolfijnen willen spotten. We gaan voor anker bij Telegraph Island, door de plaatselijke bevolking ook wel English Island genoemd omdat het van 1864 tot 1869 de telegraafbasis was van de Britten voor de verbinding van Londen naar Bombay. Hier kunnen we snorkelen of zwemmen. Het water is zo helder dat we de vissen zien zwemmen. Als er dan een stukje banaan of brood in het water wordt gegooid komen de zwart met felgeel gekleurde vissen er in grote getalen op af.

Na een uurtje wordt het anker weer omhoog gehaald en varen we verder om na een tijdje weer voor anker te gaan voor de lunch. Witte rijst, gebakken kip in een niet te pittig sausje, rauwkostsalade en gekookte groente. Het smaakt erg lekker en voldoende voor iedereen. Als toetje zijn er allerlei soorten fruit en zoete dadels.
Hierna vervolgen we onze tocht weer verder door de fjorden. Onderweg spotten we nog een keer dolfijnen. Om 13:30 uur komen we aan het eind van het fjord waar we weer voor anker gaan om nog eens te snorkelen of te zwemmen. Hier is het zo’n 40 meter diep. De mensen die hier ter water willen gaan worden wel verzocht in het warme gedeelte van het water te blijven omdat in het koude gedeelte roggen en agressieve barracuda’s zwemmen en dat is niet veilig. Omdat deze vissen in scholen zwemmen vallen ze ook mensen aan. Wij bekijken het toch maar liever vanaf ons zitkussen in de boot. Om 14:30 uur varen we weer terug naar de haven waar we om 16:30 uur weer aanmeren. Het was in een woord fantastisch!
Als we terug in het hotel zijn gaan we nog even geld wisselen bij LuLu-supermarket. In het hotel hanteren ze een schandalige koers van 2,80 euro voor een rial en bij de moneychanger wordt 2,47 euro in rekening gebracht. Een leuk detail is dat wanneer we het wisselbriefje krijgen bij John’s nationaliteit Hongarije staat….
Gelukkig is er ook een brillenwinkel in het winkelcentrum en omdat vanmorgen het vleugeltje van mijn bril is afgebroken lopen we daar ook maar even naar binnen. De vriendelijke man kan ons helpen. Hij zet er een nieuw vleugeltje aan en poetst mijn bril zo netjes op dat ik hem niet meer herken. De supermarkt wordt nog niet veel door de plaatselijke bewoners bezocht. Ze zijn gewend dat ze met hun auto voor een winkel gaan staan, toeteren, hun bestelling wordt opgenomen en in de auto wordt bezorgd.
We besluiten vanavond om in het Atana Hotel in Khasab te gaan eten. Een gratis shuttlebusje brengt ons van het Atana Hotel Musandam daar naar toe. Wat kan een biertje lekker smaken en met een lekker glaasje wijn bij ons eten sluiten we de mooie dag af. Om half tien worden we weer naar ons eigen hotel gebracht. We zitten nog even op het balkon met een lekker kopje thee na te genieten. Ons verblijf in Musandam is bijna ten einde. Morgen vertrekken we naar de hoofdstad van Oman: Muscat maar zoals ze hier zeggen Mascat.