Salalah

RONDREIS OMAN

Salalah, waar sultan Qabous het levenslicht zag, is de hoofdstad van de provincie Dhofar, de zuidelijkste regio van Oman. Het landschap is hier heel divers. Achter de smalle kuststrook met stranden, rijzen bergen op met een hoogte van wel 1500m hoogte. Dit gebergte grenst aan de woestijnvlakte Nejd. In Dhofar behoort de bevolking tot stammen die etnisch dicht tegen Zuid-Jemen en Oost-Afrika aanleunen. Zelfs het klimaat is hier anders dan in de rest van Oman. Van eind juni tot begin september regent het namelijk in deze provincie. De regen zorgt voor een vruchtbare bodem en een dichte begroeiing. Veel Omani en bewoners uit de Golfstaten verkiezen dan Dhofar boven hun eigen land/streek omdat het hier dan zo’n 28-30 graden is en daar 50 graden of zelfs meer. De visserij, scheepvaart, akkerbouw en veeteelt zijn belangrijke inkomstenbronnen. Dhofar is ook de bakermat van de kostbare wierookhars.

MUSCAT – SALALAH

20 NOVEMBER 2016

Vandaag wordt het weer een reisdag. Vandaag verlaten we de bergen en rijden naar Muscat om vandaar uit het vliegtuig te nemen naar Salalah, het zuiden van Oman. We staan om 7:00 uur op, ontbijten buiten met nog een keer een prachtig uitzicht op het reusachtige gebergte. Dan de koffers verder inpakken en uitchecken. Wat twee dagen geleden een heel steile klim was is nu een erg sterke afdaling. Zoals Abdullah onze gids van de afgelopen dagen ons al vertelde: bij het beklimmen van de berg ben je voor 80% afhankelijk van de auto en 20% van de chauffeur. Bij het afdalen van deze berg, de moeilijkste van heel Oman, komt het voor 80% aan op de kundigheid van de chauffeur omdat de remmen heel wat hebben te verduren omdat je continue enorm afdaalt. Nou, we gaan het beleven. Als er om 9:10 uur nog steeds niemand zich heeft gemeld, ga ik toch maar eens even poolshoogte nemen bij de receptie. Yasmine, een vriendelijk meisje belt onze touroperator en dan blijkt dat een zekere Abdullah van het hotel ons naar Muscat moet brengen. Tja, maar het blijkt dat er wel twintig Abdullah’s op haar telefoonlijst staan. Maar hij wordt gevonden hoor en na vijf minuten zitten we bij de juiste Abdullah in de auto en vertrekken we naar Muscat.
Onderweg kunnen we genieten van prachtige vergezichten. Er zijn vele zgn. escaperoutes waar je naar kunt uitwijken als je te hard gaat of problemen met je remmen hebt. Zo’n escaperoute is een stuk weg dat naar boven oploopt met een dikke laag gravel.
Na drie kwartier hebben we een hoogteverschil van 2000 m overbrugt. Onze oren zitten dicht we zijn weer op de snelweg richting Muscat en kijken weer tegen de bergen op waar we de afgelopen dagen tussen in zaten. We hebben dan nog 147 km voor de boeg. Het is inmiddels al weer 30 graden terwijl het boven in de bergen amper 20 graden was.
Om 11:20 uur zijn we al op de luchthaven van Muscat. We checken in via de self-check-in-service. Nu nog onze koffers afgeven en dan maar meteen door alle controles. We zijn natuurlijk veel te vroeg. De boarding-time is pas om 13:10 uur. Helaas hebben we onze stoelen niet kunnen aanpassen omdat bij de self-check-in werd aangegeven dat er geen vrije stoelen meer waren. Jammer zitten we niet bij het raampje….We proberen nog om twee flesjes wijn mee naar Salalah te nemen maar die vlieger gaat niet op omdat het een domestic flight is. Om 13:45 uur kunnen we boarden en om 14:10 uur vertrekken we. Hoewel het is wel 20 minuten taxiën naar de startbaan. Om 14:30 uur hangen we in de lucht voor een vlucht van 1:10 uur naar het zuiden van Oman: Salalah.
Met iets vertraging landen we om 15:45 uur op de splinter nieuwe luchthaven van Salalah in de provincie Dhofar. We worden netjes opgewacht en naar ons hotel voor de komende dagen gebracht, het Rotana Resort Hotel. Onderweg zien we langs de weg gewoon kamelen in het wild lopen. Achteraf is het schijn bedriegt. Deze kamelen behoren toe aan boeren die hier leven en ze hebben soms wel kuddes van 50 tot 100 kamelen. Als het ’te fris’ is in de omgeving van Salalah dan trekken de boeren met hun kamelen naar de woestijn waar het warm is. Kamelen moeten namelijk warmte hebben en niet de hoge luchtvochtigheid van Salalah in de zomerperiode.
Rotana Resort is een erg groot hotel. We hebben een kamer met uitzicht op zee en veel palmbomen. Het enige mindere als je daarvan kunt spreken is dat het 34 graden is met een heel hoge luchtvochtigheid. Het Rotana Resort heeft een vijftal restaurants dus daar moet toch iets van onze gading bij zitten. ’s Avonds gaan we eten bij het Beach-restaurant; het Saffron-restaurant zit al helemaal vol met mensen die zich blijkbaar helemaal vol willen stouwen. We hebben beiden het idee dat het Saffron-restaurant een vreetschuur is want het hotel is voor ons veel en veel te massaal. We eten toch best lekker al staat het in geen enkele verhouding met de afgelopen dagen. We gaan vroeg naar bed als we onze kamer hebben gevonden. In de donkerte is het nog een heel karwei in dit té grote resort. Om 21:30 uur gaat het licht uit.

SALALAH

21 NOVEMBER 2016

We zijn al om 6:30 uur op. We hebben beiden lekker bijgeslapen. Het is buiten nog rustig maar daar zal binnen een uur wel verandering in zijn als iedereen met zijn handdoekje naar het strand loopt. Het strand ligt er nu nog verlaten bij. We gaan ontbijten in het Saffron-restaurant. Niet echt een succes; maar goed we hebben gegeten. Om 8:30 uur worden we opgehaald voor de city-tour in Salalah.
Onze gids in Salalah heet Qasim, een jonge man van zo’n 26 jaar, geboren en getogen in Salalah. Als we willen vertrekken vraagt hij nog even tussen neus en lippen of ik mijn sjaal wel bij heb want we gaan een moskee bezoeken. Verdorie…vergeten. Gelukkig loopt John ‘even’ terug naar de kamer en is na een klein kwartiertje terug. Het is ook een behoorlijk eind lopen vanaf onze kamer naar de ingang van het resort. Maar goed we kunnen vertrekken. Het is al bloedheet en het is pas 8:45 uur!
De grootste inkomstenbron blijft voor Oman de olie. Ze produceren wel enorm veel gas maar in een contract hebben ze dat voor 20 jaar verkocht aan India tegen een veel te lage prijs. We rijden een lange tijd langs bananen- papaja- watermeloen- en kokosnootplantages. Aan de palmbomen hier groeien kokosnoten en geen dadels daarvoor is het hier niet warm genoeg…wij puffen al met deze temperaturen. Deze plantages krijgen water via ondergrondse bronnen en een ingenieus irrigatiesysteem wat we al eerder in Oman hebben gezien. In tegenstelling tot het irrigatiesysteem in het midden van het land is dit water niet drinkbaar omdat het wat zoutig is vanwege de zee. De geoogste bananen, papaja’s en andere vruchten zijn bestemd voor de lokale bevolking maar het grootste deel wordt verkocht aan de Emiraten en andere Golfstaten. Deze plantages worden geleid door Indiërs. In 2020 wil men in de woestijn enorme plantages gaan aanleggen omdat daar blijkbaar ondergronds veel water zit en dan kunnen ze het hele land in hun behoefte gaan voorzien. De overheid ofwel de privé-plantages van de sultan, verkoopt wekelijks op bepaalde tijden de oogst aan de lokale bevolking tegen een erg lage prijs. Je ziet hier twee soorten bananen. De hele kleintjes dat zijn zgn. milkbanana’s en zijn zoeter dan de gewone bananen. Er zijn veel fruitstalletjes langs de weg waar de vruchten worden aangeboden en waar je een glaasje kokosnootmelk kunt drinken.

Wij rijden verder naar de grootste moskee van de stad nl. de Sultan Qabous Moskee, die ook door de sultan is gebouwd eigenlijk een beetje in dezelfde stijl als de Grote Moskee in Muscat. Schoenen uit en sjaaltje over het hoofd en we kunnen naar binnen. Bij binnenkomst zijn er aan de linkerkant van het complex de wasplaatsen voor de mannen voor de rituele wassing. We lopen met onze blote voeten over het warme marmer van de binnenplaats als we de moskee voor de mannen binnen kunnen gaan. Ook hier zien we lampen van Swarovski-kristal en een geweven tapijt uit een stuk in de moskee. De deuren zijn gemaakt van hout uit India en voor de rest zijn er tonnen marmer gebruikt. Overal liggen de 30 boekdelen van de Koran en zijn religieuze teksten aan de wanden aangebracht. Deze moskee biedt plaats voor 2000 gelovigen. Naast de mihrab, de nis die de richting naar Mekka aangeeft, hangen elektronische borden met de datum, huidige tijd en de tijden van de vijf keer dat er gebeden moet worden. Deze tijden wijzigen met de stand van de maan. Alleen op vrijdag komt de imam zijn preek houden in de nis naast de mihrab. Er is net zoals in de grote moskee in Muscat een aparte moskee voor de vrouwen.

Hierna bezoeken we de Al-Husn-soek waar wierook, wierookbranders en geurende kruiden worden verkocht. Maar we zien ook tal van souvenirshops. Het is een beetje een dode boel hier. Weinig bedrijvigheid, volgens onze gids komt dat pas ’s avonds op gang. Ik kan me er iets bij voorstellen in deze hitte. Wierook wordt gewonnen van een speciaal soort boom, het is eigenlijk de hars van deze boom die wel een paar honderd jaar oud kan worden. Diverse keren per jaar wordt er een inkeping in de boom gemaakt en haalt met de gekristalliseerde kostbare hars van de boom af. De sapstroom duurt een paar weken. De gedroogde hars vormen een soort klonten die keihard worden. De meest heldere en iets groen gekleurde wierook is de beste en wordt voor religieuze doeleinden gebruikt maar ook voor medicijnen. Je kunt er zelfs op kauwen, een soort van wierook-kauwgom. Het zou gezond zijn voor je maag…..Dan is er een ietsjes mindere soort die ook voor deze doeleinden wordt gebruikt en voor parfum en dan heb je de minst goede kwaliteit en die wordt in huis gebruikt voor de geur of voor muggen te verdrijven.

Vervolgens maken we een fotostop bij de zomerresidentie van de sultan, het Al Husn-paleis. Hier bracht de sultan zijn kindertijd en jeugd door. Het is wel opvallend dat men met heel veel respect over de sultan spreekt maar eigenlijk heel weinig over hem weet. De ene keer is hij ongehuwd, de ander keer een keer getrouwd en vandaag krijgen we te horen dat hij twee keer kortstondig is getrouwd en geen kinderen heeft. Ook over de leeftijd krijgen we verschillende versies, vandaag bij deze gids is hij 74 geworden en vorige week bij ons gids Abdullah 77 jaar en bij onze gids Abi in Musandam was de sultan 78 jaar. Zijn werkelijke geboortedatum is 18 november 1940. Hij kwam in 1970 aan de macht nadat hij zijn vaders van de troon had gestoten tijdens de paleisrevolutie. Over een ding zijn alle Omani het eens en dat is dat hij heel veel voor het land heeft gedaan en doet en alle verschillende stammen gelijk behandeld.
Hierna neemt Qasim ons mee naar een ‘echte’ markt nl. de vlees-, vis- en groente- en fruitsoek. We bezoeken eerst het gedeelte waar de koeien worden geslacht en verkocht. Hierna het gedeelte waar de kamelen worden geslacht en aan de man worden gebracht. Het is hier letterlijk aan de man brengen want je ziet geen enkele vrouw op deze markt boodschappen doen. Er zouden teveel mannen zijn en dat is niet goed voor de vrouwen, aldus onze gids. Trots laten de slachters de koppen van de koeien zien. Er hangt ook veel vlees te drogen. Dit is de manier om vlees langer goed te houden en daarna eventueel te verwerken in een gerecht. Dan bezoeken we de vismarkt en als laatste de groente- en fruitmarkt. Het is een kleurig geheel van geïmporteerde producten. Opmerkelijk is dat de handel in deze nieuwe soek, alle afdelingen, compleet in handen is van de Bengalen. Op de hele markt hebben we twee oudere vrouwen gezien die wierook aan het sorteren waren. Blijkbaar zijn zij niet meer aantrekkelijk voor de mannen.

Hierna brengen we een bezoek aan de goudsoek. Dit is eigenlijk een straat met alleen maar goudwinkeltjes. Deze markt wordt compleet gedomineerd door de Pakistanen. Als ik aan de gids vraag wat de Omani zelf nog in handen hebben omdat de groente- vis- en vleesmarkt in handen is van de Bengalen, de goudmarkt van de Pakistanen en de fruitteelt in handen van de Indiërs, zegt hij dat dat inderdaad zo is en dat inmiddels al 46% van de bevolking uit deze bevolkingsgroepen bestaat en dat hij hiermee eigenlijk al veel te veel heeft verteld als gids. Dat roept toch wel vraagtekens op.
Als laatste bezoeken we het ‘hoogtepunt van de dag’ nl. de heilige kamelenpootafdruk. Men heeft een stuk rots gevonden met twee gaten erin en dat zou de pootafdruk zijn van een kameel van de heilige profeet Saleh. Men heeft er zelfs een gebouw omheen gebouwd en een groot tekstbord voor gezet. De enige die deze plek heerlijk vindt is een kat die hier heerlijk in de schaduw zit.

Dan rijden we weer terug naar het hotel. Het is inmiddels 12:30 uur en we willen ergens gaan lunchen. Maar eerst nemen we een drankje bij de Beach-bar. We hebben gisteren al gezien dat het tattoo-niveau erg hoog is maar hier zit bijna iedereen om 12:30 uur al aan de wijn en het bier. Wij, met ons colaatje, voelen ons hier dan ook helemaal niet thuis. Achteraf blijkt dat het een soort happy-hour is. Dus besluiten we om in een Italiaans restaurant in het resort wat te gaan eten. Daar krijgen we op onbeschofte wijze te horen dat dat restaurant alleen voor de Italianen is en dat we gewoon op moeten sodemieteren want de andere restaurants zijn voor ons bestemd. Nou het is zo warm, we zijn zo overdonderd, we gaan naar onze kamer, airco aan en laten de roomservice komen. We eten een heerlijke sandwich met zalm en brie en een heerlijke sandwich met kalkoenen en gebakken ei. Zo, hebben we toch lekker gegeten en in dat restaurant gaan we niet meer eten al krijgen we er geld bij! De rest van de dag hebben we geluierd….ook heerlijk

SALALAH   (DHOFAR)

22  NOVEMBER 2016

Vandaag staan we weer om 6:30 uur op. John heeft slecht geslapen, ik daarentegen heerlijk. Om 6:30 uur ligt er het strand verlaten bij en de temperatuur heeft nog niet de 30+ graden bereikt. We gaan niet ontbijten in het Saffron-restaurant maar in het Silk Road restaurant. Daar kunnen we heerlijk buiten rustig ontbijten en het geeft geen eetschuuridee. Een veel beter begin van de dag. Om 8:30 uur worden we opgehaald door Qasim voor een tocht naar het oosten en westen van Dhofar. Gisteren hebben we nog even de programma’s op elkaar afgestemd zodat we ook gaan zien wat we willen zien. De temperatuur is al aan het oplopen als ook luchtvochtigheid. Het is al benauwd plakkerig weer…..
We rijden eerst naar het oosten en meteen komen we al langs een woestijnvlakte aan de kust waar kamelen lopen. Een vrouwtjes-kameel kost zo’n 2000 rial als zij melk geeft en als het alleen voor het vlees gaat dan kost een kameel zo’n 1000 rial. Als we wat filmen komt er al meteen een boze boer op ons af waar de kamelen van zijn. Hij is bang dat we de dieren opjagen. Qasim praat even met de boer en hij is gerust gesteld. De dieren komen altijd terug bij de boer al hebben ze de hele dag rondgezworven.
We rijden verder langs de kust waar vissersbootjes liggen die op sardines vissen. Afhankelijk van het seizoen zie je hier dan ook dolfijnen. We rijden naar Taqah een vissersdorpje waar 7 kleine dorpjes in de bergen ook toebehoren. Het is ook de geboortestad van de moeder van de sultan. Voor 1970 stonden er alleen een soort hutten. Voor sommige mensen ging de ontwikkeling te snel en ze hebben nog steeds van dit soort hutten in de bergen. Het grote voordeel van de nieuwe huizen was dat de mensen geen last meer hadden van muggen en andere insecten. Het is ongelooflijk wat de sultan in deze regio heeft ontwikkeld. In deze stad ligt ook de moeder van de sultan begraven in een gewoon graf. We bezoeken het kasteel van de opa van de sultan aan moeders kant. De zgn. wali was het hoofd van de stad, een soort consul-gouverneur die met alle administratieve zaken was belast. De bergstammen moesten zich hier melden en kwamen via het hoger gelegen gerestaureerde kasteel naar het centrum. De markt en heel het dagelijkse leven speelde zich af om het kasteel, het was het hart van de stad. De ruimtes in het kasteel zijn nagenoeg intact gelaten met alle eigendommen van de wali die hier leefde. De kaartjesverkoper van het kasteel gaat graag even met John op de foto met zijn geweer. We vervolgen onze tour naar een uitzichtpunt bij de zee op Taqah. Prachtig! 

Vervolgens rijden we via de kust naar het vissersplaatsje Mirbat. Aan de ene kant zien we groene bergen met koeien lopen en aan de kant van de kust lopen kamelen te grazen. Hoe groot kan een tegenstelling zijn! Het is inmiddels 29 graden maar erg benauwd. Mirbat is gerelateerd aan paarden omdat dit in de 9e eeuw al een belangrijke haven was waar wierook, slaven en Arabische paarden werden verhandeld. Bij de ingang van de stad staan ook twee standbeelden van paarden. Mohamed Bin Ali heeft heel veel gedaan voor deze stad en veel gebouwd in het oude centrum van Mirbat. Men is nu alle oude huizen aan het restaureren. We rijden naar de haven, krabbetjes en meeuwen in overvloed. Iets verder liggen de vissersboten, de dhow’s, die weer worden bevoorraad met ijs. Een vrachtwagen met ijs met 130 zakken ijs van 50 kg elk worden aan boord geladen door Bengalen. De Indiërs zijn hier de zakenlui en verdienen het geld. Vervolgens bezoeken we in deze stad het mausoleum van Mohamed bin Ali; we mogen niet naar binnen maar de gids opent toch de deur voor ons. In de ruimte vol met groene gordijnen staat in het midden een tombe ook helemaal bekleed met groene stof met het stoffelijk overschot van Mohamed Bin Ali. Er hangt een heel nare penetrante geur. Om het mausoleum liggen twee kerkhoven. Een mannelijk graf heeft twee stenen en van een vrouwelijk graf drie stenen. De graven krijgen nu vaak verzen uit de Koran op een steen gebeiteld maar in vroegere dagen waren het gewoon een paar stenen als markering. Onze gids vertelt dat wanneer je op een begraafplaats bent je niet bidt voor een bepaald persoon maar voor iedereen die er ligt. Maar nog meer om te overdenken dat iedereen op deze wijze eindigt in het leven. Bij een uitvaart worden alleen mannen toegelaten. Vrouwen worden niet toegelaten bij de ter aardestelling omdat zij te emotioneel zijn en niet respectvol zou zijn t.o.v. de overledene. Als de mannen de begraafplaats hebben verlaten worden de vrouwen pas toegelaten bij het graf.

Overal wordt hard aan de weg gewerkt en is men bezig met een waterinstallatie voor dit hele gebied. Dit alles zou over 4 jaar klaar moeten zijn als de sultan 50 jaar aan het bewind is; tenminste dat was zijn doel om in 50 jaar van Oman een ontwikkeld land te maken. We moeten regelmatig stoppen of langzamer rijden omdat kamelen op de snelweg lopen. Als we de afslag nemen naar Khor Rori komen we nog kuddes geiten tegen. Een geit die melk geeft kost gauw 300 rial en een mannetjes geit maar 100 rial want die is er alleen maar voor het vlees. Een boer kan makkelijk 100 geiten hebben.
Bij Khor Rori bekijken we de opgravingen van de haven van Samharam, een archeologische vindplaats waar men vermoedt dat het paleis van de koningin van Sheba heeft gestaan. Er wordt zelfs beweerd dat de koningin van Sheba zich hier in het water waste. We bezoeken het museum wat een inkijkje geeft over de opgravingen van Khor Rori en over Oman in het algemeen. Daarna lopen we zelf om de opgravingen heen waar een groep Italianen nog steeds druk archeologisch werk aan het verrichten is. De uitzichten zijn prachtig. Tijdens de pauze zijn de werkmannen een spelletje aan het spelen in de schaduw met spijkers en stenen.

Hierna rijden we weer terug richting Salalah met nog een bezoek aan een natuurlijke waterbron Ayn Razat die voor water zorgt voor de boeren en koninklijke plantages. De bron wordt continue gevoed door water uit de bergen. Boven de bron liggen twee grotten die door de boeren uit de bergen in het weekend wel eens worden gebruikt als overnachtingsplaats. Op zichzelf niet echt interessant.
Het is inmiddels 13:00 uur en rijden terug naar Salalah voor de lunch in een plaatselijk restaurant. In het Silver Diamond Restaurant, geleid door natuurlijk Indiërs, hebben we een heerlijke lunch. Rijst, een visgerecht, een heet kipgerecht met groente en knoflookbrood vooraf gegaan door een glaasje vers watermeloensap. Opvallend zijn in het restaurant de aparte eetruimten met gordijnen ervoor. Er komt een stelletje binnen en zij verdwijnen achter het gordijn. Daar kan de vrouw veilig haar hoofdsluier afdoen en eten. De enige die haar kan zien is de ober. Een stuk veiliger blijkbaar dan te kunnen worden gezien door alle mannen in het restaurant. Ik kan me ondanks dat alle gidsen zeggen dat vrouwen het gezicht niet hoeven te bedekken en dit uit vrije wil doen, dit gewoon niet voorstellen dat je dat als vrouw wilt. Onze gids Qasim verdwijnt ook in een eetruimte achter een gordijn. Hij vertelt ons om te bidden maar naar de echte reden kunnen we alleen maar gissen.

Om 14:00 uur, na de lunch, rijden we naar het mausoleum van de profeet Job, Nabi Ayoub in de Qara-bergen. Schoentjes uit, sjaaltje om en naar binnen. Het is een ruimte waar een groene koepel en een groen met goud gekleurde tombe staat. Erom heen zouden de resten staan van een oude moskee. Mannen zitten bij te tombe te bidden. Het is niet echt interessant. Het is te heiig om foto’s te maken van het uitzicht. Maar de vele mooi gekleurde bloeiende bougainvillea’s en nestjes van wevervogeltjes maken veel goed. Maar op de terugweg zien we toch een mooi vergezicht dat hopelijk niet te heiig is voor een foto.

We verlaten weer de bergen en rijden langs de kust met de grootste haven van Oman naar Al Mughsayl waar de krijtrotsen door de zee zijn uitgesleten en er gaten zijn ontstaan waardoor met hoge golven het zeewater met grote kracht naar boven wordt geblazen, de zgn. blowholes. Het is werkelijk prachtig op een achtergrond van de machtig grote krijtrotsen.

We zitten nu maar 250 km van Yemen af ofwel twee grote steden aan de zuidelijke kust verwijderd van Yemen. We zien de wierookbomen die alleen hier, in zuid-Yemen en een gedeelte van Afrika groeien. In deze regio wordt de beste wierook gewonnen, hoe helderder hoe beter. Een verkeerde insnede en de boom kan zelfs dood gaan of hersteld heel langzaam. Binnen een maand is de boom weer hersteld van een goede insnede. Je ziet de witte kristallen als het ware groeien op de boom en als het is uitgehard kunnen ze het ervan afhalen. De wond van de insneding wordt zwart. De omgeving is hier werkelijk oogverblindend. We maken nog een fotostop met uitzicht op zee. Schitterend mooi!  Onze dag zit erop met Qasim. Het is inmiddels 16:50 uur en nog steeds 27 graden. We hebben er vandaag nu al 260 km opzitten en moeten nog 65 km rijden voor we bij het hotel zijn; maar het was een prachtige dag en we hebben heel veel gezien. Voor de Omani start morgen hun officiële vakantie van vier dagen vanwege de nationale feestdag van afgelopen week. Voor ons zit onze vakantie er bijna op. We zijn om 17:45 uur weer terug in het Rotana Resort.
Als we op de kamer komen staat het dienblad nog voor de deur van de roomservice van gisteren. Ja, dit resort verdient absoluut geen 5 sterren kwalificatie. We besluiten om ’s avonds in het Silk Road Restaurant te gaan eten. We kunnen hier heerlijk buiten zitten. Maar ook hier komen we tot de ontdekking dat de service niet zo best is. Na een uur en drie kwartier hebben we eindelijk ons hoofdgerecht voor ons staan terwijl er maar zo’n 16 gasten zijn. Jammer want we hadden ons van dit beste hotel in deze omgeving heel wat meer voorgesteld.

 

SALALAH – MUSCAT

23 NOVEMBER 2016

Vandaag loopt de wekker weer om 6:30 uur af. We worden al om 8:00 uur opgehaald voor onze vlucht naar Muscat die pas om 11:20 uur vertrekt. Om 7:00 uur doen ze de deur van het Silk Road Restaurant voor ons open, we zijn de eersten om te ontbijten. Na het ontbijt koffers verder inpakken en uitchecken. De zwaar opgemaakte dame bij de receptie informeert of we een fijn verblijf hebben gehad. Dat had ze beter niet kunnen vragen…..
Om 8:00 uur staat er al iemand van Al Fazal Tours ons op te wachten en binnen 20 minuten zijn we op de luchthaven. We kunnen inchecken en hebben nu wel plaatsen bij het raam. Het enige minpunt is dat we hier nog zeker 3 uur moeten wachten voor onze vlucht vertrekt. Na de boarding komen we in een wachtruimte. Mannen en vrouwen zitten weer zoals we ook de andere keren hebben gezien gescheiden van elkaar. Om 10:50 uur is het dan eindelijk zover dat we aan boord mogen. Ook in het vliegtuig zitten de mannen allemaal voor de vleugel en de vrouwen achter de vleugel in het toestel, gedeeltelijk of helemaal gesluierd. Het is nog een heel geschuif/gedoe om de vrouwen ook daadwerkelijk bij elkaar te laten zitten. De afstand van Salalah naar Muscat is 848 km. Het is bijna 11:40 uur en als alle mannen en vrouwen gescheiden van elkaar zitten en ook allemaal een zitplaats hebben kunnen we vertrekken. De stewardess vertelt ons ook dat het altijd een heel gedoe is met dit soort vluchten om iedereen van een zitplaats te voorzien gescheiden van elkaar. De stewardessen van Oman Air zijn niet gesluierd. Om 12:30 uur landen we op de luchthaven in Oman. Onze koffers komen als een van de laatsten op de band. Bij de luchthaven staat al iemand netjes op ons te wachten om ons naar het 6-sterren Al Bhustan Palace Hotel te brengen helemaal aan de andere kant van de stad. Na een rit van drie kwartier arriveren we om 14:15 uur bij dit Ritz Carlton hotel waar de bovenste verdieping voor de sultan is gereserveerd. Zo te zien is het hotel ook een beetje in de stijl van de sultan gebouwd. De oprijlaan staat vol met de lievelingsbomen van de sultan die we ook bij de moskeeën die door hem zijn gebouwd zagen. De lobby is zo groot dat er een vliegtuig in kan en hangt vol met Swarovski-lampen. Het is allemaal indrukwekkend. We checken in en moeten dan nog we drie kwartier wachten voor we naar de kamer kunnen. Dat is dan weer niet de service die je zou verwachten. We hebben in dit hotel maar voor één nacht geboekt en door een foutje hebben ze ons voor twee nachten in het systeem staan. Dat is wel handig als we morgenavond pas om 21:00 uur naar de luchthaven gaan. We hoeven niets te regelen om de kamer langer te mogen hebben. Als we op de kamer komen hebben we een mooi uitzicht op de tuin. Wijzelf vinden dat de kamers wat zijn gedateerd, wel mooi maar niet echt meer de smaak anno 2016. We gaan even op ons balkon bijkomen en dan de omgeving verkennen. Verder dan de Blu Poolside Bar, die prachtig aan het zwembad met uitkijk op zee en de bergen ligt, komen we niet. Hier ploffen we heerlijk neer. Het is tenslotte onze laatste dag. We reserveren ook maar meteen in het Al Khiran Restaurant voor de avond waar het thema vanavond is: East meets West. Rond 18:30 uur wordt er gebeld. Een jongeman overhandigt een kadootje, feestelijk ingepakt. Jawel een doosje met heerlijke bonbons. Hij mag van mij wel elk uur aanbellen hoor. Rond 19:00 uur gaan we op het buitenterras van het Al Khiran Restaurant genieten van een heerlijk Aziatisch buffet. Een perfect einde van onze dag in Muscat.

MUSCAT  – ABU DHABI

24 NOVEMBER 2016

Vandaag slapen we heerlijk uit tot 8:30 uur. We hebben een lange dag voor de boeg omdat we vannacht naar huis vliegen. Om 9:30 uur melden we ons bij de ontbijtruimte buiten. Op ons gemakje ontbijten we in het zonnetje. Omdat we nu nog de hele dag de beschikking hebben over de kamer besluiten we een strandwandeling te gaan maken. Het Al Bhustan Palace Hotel ligt nl. aan zee. De rust, de golven en het zand tussen onze tenen, een verdwaald krabbetje wat zijn hol probeert te vinden, de bootjes die heen er weer varen tegen de horizon, een klein briesje en de zon op ons hoofd: kortom genieten!

Rond 14:30 uur lunchen we in de Blu Pool Bar aan het zwembad en laten we de afgelopen weken de revue passeren. Oman is een mooi land wat heel veel te bieden heeft, een erg vriendelijke bevolking, en de zee, zon, bergen, woestijnen bieden heel veel mogelijkheden. Wij hebben in ieder geval erg genoten. Als we om 17:00 gaan douchen en onze koffers pakken voor de terugreis kunnen we nog steeds op de kamer. Dus we hebben het toch echt goed gehoord dat ze bij de receptie zeiden dat we voor twee dagen hadden geboekt. Op het balkon horen en zien we de papagaaien af en aan vliegen. 

We checken uit en om 20:30 uur worden we gehaald door iemand van Menzoon Tours die ons naar de luchthaven van Muscat brengt. De snelweg tot aan de luchthaven die toch gauw een half uurtje duurt is compleet verlicht met feestverlichting in de kleuren groen, rood en wit t.g.v. de nationale feestdag. Je vraagt je echt af hoe de mensen zich kunnen concentreren op de weg met al die feestverlichting. Omstreeks 21:15 zijn we op de luchthaven. We checken in, doen onze laatste inkopen, krijgen een stempel in ons paspoort en zitten rond 23:30 uur in het K.L.M.-toestel. We maken een praatje met een heel aardige steward. Het toestel is voor nog geen 20% vol. Straks na de tussenlanding in Abu Dhabi zal daar verandering in komen. Net voor middernacht om 23:55 uur stijgen we op en laten Oman achter ons om over een uurtje een tussenlanding te maken in Abu Dhabi. Als verrassing brengt de steward ons na een tijdje voor ieder een glaasje champagne, een bakje gerookte amandelen en een ansichtkaart dat dit alles wordt aangeboden door de bemanning van de K.L.M. Zo ongelooflijk aardig!

ABU DHABI – AMSTERDAM

25 NOVEMBER 2016

Rond 1:00 uur landen we op de luchthaven van Abu Dhabi waar we na een uurtje weer opstijgen richting Amsterdam. De vlucht verloopt heel voorspoedig. We zetten onze horloges weer drie uur terug. Na zo’n vlucht van ruim 7,5 uur landen we om 6:45 uur op de luchthaven van Schiphol waar het maar 4 graden is. Dat is wel een heel groot verschil met de temperatuur in Oman van zo’n 30 tot 35 graden. Dat is echt wennen. Met de bus rijden we naar de parkeerplaats en dan naar huis. Home sweet home waar we om 9:15 uur weer aankomen met twee koffers en heel veel mooie herinneringen aan het sultanaat Oman.