Porto

STEDENTRIP PORTO

Porto is een havenstad in het noordwesten van Portugal, aan de Costa Verde. Deze levendige havenstad met schilderachtige ligging aan de monding van de Douro, is vanwege haar bijzondere karakter door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. Verder vind je er tal van bezienswaardigheden, zoals het Bolsa-paleis, de Sé (een Romaans-Gotische kathedraal). De verschillende musea zijn ook zeker het bezoeken waard. Vergeet tijdens je stedentrip niet om het sfeervolle, oude centrum Ribeira te bezichtigen. Geniet van de heerlijke (vis)restaurants en breng een bezoek aan een van de vele wijnkelders in de wijk Vila Nova. Een leuke stedentrip naar Porto is zeker een aanrader door de bruisende sfeer en cultuur!

EINDHOVEN – PORTO

6 MEI 2016

Om 10:00 uur vertrekken we vanuit Moergestel naar Eindhoven airport. Het is heerlijk zonnig weer, de thermometer geeft nu al 19 graden aan. Een temperatuur die we de komende dagen niet gaan ‘scoren’ in Porto waar het koud en regenachtig is. Na een half uurtje zijn we al op de luchthaven, nog even buiten van het zonnetje genieten en dan koffer inchecken en door de controle. Wat is er enorm veel verandert op Eindhoven Airport sinds we de laatste keer hier zijn geweest. Om 11:30 uur zitten we heel relaxt te wachten op de boarding. Het is druk op de luchthaven. Maar als er vluchten naar Gdansk, Pisa en Tenerife vertrekken wordt het erg rustig. Om 12:45 uur kunnen we boarden en met 20 minuten vertraging stijgen we om 13:40 uur op naar Porto.
Na zo’n 2 uur in de lucht, landen we om 14:50 uur (Portugese tijd; in Porto is het één uur vroeger dan in Nederland) op de luchthaven Francisco Sa Carneiro; een mooi modern vliegveld. Het vliegveld is vernoemd naar een Portugese politicus die onderweg naar het vliegveld omkwam tijdens een vliegtuigongeluk. Wij zijn gelukkig goed aangekomen in Porto waar het regent, zwaar bewolkt is en maar 14 graden. We nemen een taxi en rijden over de brede snelweg naar het centrum van Porto.

Voor we het weten staan we al om 16:00 uur voor de deur van het Inter Continental Palacio das Cardosas, wat ligt aan de Praca da Liberdade 25, midden in het centrum van Porto en op 700 meter van de wijk Ribeira, die op de Werelderfgoedlijst staat en de stadsmarkt Bolhão. Kortom de perfecte locatie. We hebben een schitterende kamer, op de hoek gelegen van het hotel met aan de ene kant uitzicht op het Praca de Liberdade en aan de andere kant op het station en de Igreja dos Congregados met de schitterende azulejos (blauwwitte tegeltjes). Koffer uitpakken en om kwart voor vijf zitten we heerlijk aan een drankje en allerlei Portugese hammen en chorizo.

We besluiten om toch maar even een kijkje te gaan nemen in de Igreja dos Congregados. Het is de moeite waard om een andere keer terug te gaan want er is een lezing aan de gang en we kunnen niet fotograferen of filmen. Een stukje verder lopen we naar het São Bento station. Ongelooflijk mooi. Het São Bento station heeft een van de meest bijzondere stationshallen ter wereld. Het station werd gebouwd in 1916 op de plaats waar vroeger een klooster stond. Hier komt ook de naam van het station vandaan. In de stationshal vind je meer dan 20.000 Portugese tegeltjes (azulejos) tegen de wand die samen een aantal bijzondere taferelen uit de Portugese geschiedenis uitbeelden. Veldslagen, beroemde koningen en het Portugese landschap sieren de gevel van de hal. Het gebouw is groot en pompeus en heeft grote Romaanse bogen. Azulejos, deze sierlijke tegeltableaus in faience zijn meestal beschilderd met blauwe verf. Ze zijn te zien in heel Portugal en ook deels in Andalusië. Ze versieren binnen- en buitenmuren en vertellen soms een verhaal, de geschiedenis van het huis, het beroep van de huiseigenaar of zijn gewoon als versiering aangebracht. Azulejos is een afleiding van het Arabische woord ‘al zulaycha’ wat ‘gepolijste kleisteen’ betekent.

We besluiten om in de bar van het hotel nog een klein hapje te eten en om 21:15 uur gaan we naar bed. We zijn beiden uitgeteld van de drukke dag. Buiten regent het weer na een regenachtige donkere bewolkte dag. Hopelijk hebben we morgen beter weer….hoewel op ons kussen ligt een kaartje met de weersverwachting voor morgen. Maximaal 16 graden, minimum van 12 graden en jawel….regen.

PORTO

7 MEI 2016

Ik ben al om half zeven wakker van het lawaai buiten. De straten worden schoon geveegd en veel mensen zijn al op de been op weg naar hun werk en passeren de jongeren die lallend en schreeuwend van hun cafébezoek terugkomen. De krantenkiosk tegenover ons hotel wordt weer ingeruimd met nieuwe kranten en mensen lopen al lezend met de zaterdagse krant weg. De rij taxichauffeurs staat al weer bij het station te wachten om mensen die met de trein komen te vervoeren naar hun plek van bestemming. De deuren van de Igreja dos Congregados worden voor zevenen geopend voor de ochtendmis. Kortom Porto is wakker en is inderdaad de stad waar gewerkt wordt in tegenstelling tot Lissabon waar volgens de mensen hier het geld wordt uitgegeven. John slaapt nog. Het is droog buiten maar de donkere bewolking belet de zon om door het dikke wolkendek heen te breken. Om kwart over zeven is de wekker ook onverbiddelijk voor John. Het is nu nog droog buiten maar koud en zwaar bewolkt.

Na het ontbijt vertrekken we om 8:45 uur om via Praça de Liberdade eerst het stadhuis van Porto te gaan bekijken. Het grote plein kreeg niet voor niets de naam ‘Plein van de Vrijheid’. Het ruiterstandbeeld van Dom Pedro IV staat hiermee in verband. Dom Pedro was eerst koning van de kolonie Brazilië, de allereerste koning en stond bekend als bevrijder, vandaar de naam van dit plein. We laten Dom Pedro achter ons en lopen rechtdoor verder naar het Paços do Concelho – het stadhuis – ligt aan de Avenida dos Aliados in het verlengde van het Praça de Liberdade. Vanuit ons hotel kijk je ook recht op het stadhuis. Het stadhuis werd gebouwd in de eerste helft van de 20e eeuw. Het imposante gebouw is vooral te herkennen aan de grote toren. Deze slanke toren wordt ook wel de Reloj genoemd. Twaalf vrouwenbeelden in de bovengevel dienen tegelijk als steunpilaar. Het gebouw huisvest nog slechts een paar stadsdiensten. Het bleek te klein en daarom verhuisden het merendeel van de diensten naar een gebouw waar nu ook de toeristische dienst is ondergebracht. De toren van het stadhuis is 70 meter hoog en kun je beklimmen. Die mogelijkheid laten wij aan ons voorbij gaan.

Wij gaan eerst maar even schuilen in een bushokje want het regent al een tijdje. We vragen gelijk even de weg voor een bezoek aan de grote overdekte markt, de Mercado Bolhão in de Rue Formosa. Het gebouw is men aan het restaureren en is niet echt bijzonder. De “Rua Formosa” staat bekend om haar selectie aan smakelijke patisseriezaken. De markt dateert uit 1839 en bestaat uit twee verdiepingen. Een balustrade met kraampjes en de begane grond met overdekte stalletjes. Er wordt groente en fruit verkocht, heerlijke Portugese worstjes, bloemen en veel meer. De markt zou moeten bruisen van het leven. Portugezen die er hun inkopen doen. De visvrouwen die hun vis staan aan te prijzen en markt koopmannen die je naar hun kraam praten. Wij hebben daar niets van gemerkt. Er hing een tam sfeertje met hier en daar een kat die zat te wachten of er wat vis voor haar afviel.
Het geloof speelt een belangrijke rol in het leven van de Portugezen. Het wemelt van de kerken. Bij de ingang van de markt Mercado Bolhão branden vele kaarsen bij een klein wandkapelletje terwijl een man met een draaiorgeltje en een papegaai op zijn schouder mensen vermaakt bidt naast hem een vrouw bij het kapelletje. Devotie en vermaak gaan hier hand in hand.

Hierna bezoeken we in de Rua da Santa Catarina een mooie kerk, Capela Almas, genaamd. Het is 10:00 uur en de kerk zit aardig vol als de mis begint. Het valt op dat bij de vele kerken altijd bedelaars staan bij de ingang. Bij de Capela Almas wordt een zigeunervrouw weggejaagd door een man. Dit is zijn ’territorium’. Deze kapel werd gebouwd rond 1800 en is aan de buitenkant zeker een van de bijzonderste van Porto. De gevel is namelijk volledig bedekt met zo’n 15.947 Portugese tegeltjes. Wederom in de kenmerkende blauw witte kleur. De afbeeldingen vertellen het verhaal van de heilige Franciscus van Assisi en de heilige Catharina. Beide heiligen zijn erg belangrijk voor de kapel en worden binnen in ook vereerd. De gevel van de kerk heeft er niet altijd zo uitgezien. In het oorspronkelijke ontwerpen waren nog geen tegels te zien. Pas in 1929 werd de coating met de tegeltjes aangebracht ter verdere versiering van de kerk.
Inmiddels hebben we zonder dat we het eigenlijk in de gaten hebben gehad al het nodige geklommen. We zijn nu in het mekka van dé winkelstraten van Porto. Zowel voor als achter je en uiteraard in de vele zijstraten vormen winkels de hoofdattractie; vele panden hebben historische gevels.
Het weer is waardeloos met die regen. Maar goed we houden de moed erin op zoek naar een van de allermooiste kerken van Porto, nl. de kerk van Santa Clara. Als we even rusten blijkt achter ons de kerk Igreja de Santo Ildefonso te liggen. Deze kerk werd gebouwd in de 18e eeuw en werd genoemd naar de bisschop van Toledo. De gevel is ook weer bezaaid met de blauw witte tegeltjes en de tableaus verbeelden gebeurtenissen uit het leven van de bisschop.
Het barokke altaar is rijkelijk versierd en we hebben weer even een schuilplaats. Ik vind het veelzeggend dat een man met pet er door (waarschijnlijk) de koster opmerkzaam wordt gemaakt dat hij in een Godshuis is en zijn pet af moet doen.
Maar we willen erg graag de kerk van Santa Clara bezoeken. Na diverse malen de weg te hebben gevraagd en verschillende kanten te zijn opgestuurd vragen we het bij het toeristisch verkeersbureau. De kerk blijkt hier tegenover te liggen maar is momenteel gesloten vanwege restauratiewerkzaamheden. Dan lopen we verder naar de Sé, de kathedraal van Porto. Het is weer klimmen geblazen en het blijft maar regenen. Midden op dit plein voor de kathedraal staat een schandpaal of pelourinho. Aan dit plein bevindt zich ook de hoofdingang van de kathedraal. De Sé Kathedraal in Porto werd gebouwd in 1110 en voltooid in de 13e eeuw. Wellicht dat het uiterlijk van de kathedraal te maken heeft met de stijlverandering in de bouwkunst in die tijd. De voorkant van de kerk is erg sober. Een typisch Romaanse bouwstijl met een Rosette raam, ronde Romaanse bogen en twee torens. De kantelen op het ingangsportaal doen dan echter weer wat Moors aan, de koepelvormige torentjes typisch Portugees en de zijkanten zijn met de rijke versiering zeer duidelijk barok. Een bijzondere mix van bouwstijlen. 

De binnenkant van de kerk is vrij sober, maar het koor is rijk versierd met marmer en goud, maar de rest van de kerk is enkel steenkleurig zonder veel opsmuk. Ook hier is een kerkdienst aan de gang. Aan de zijkant van de kerk vind je het oude klooster. Eén van de mooiste onderdelen is de kloostergang uit de 14de eeuw, helemaal versierd met tegels die samen grote afbeeldingen vormen. Op de benedenverdieping bezoeken we de sacristie en de kloosterkapel. Via de granieten trap komen we eerst op een terras – ook al met azulejos, en op deze verdieping bezoeken we de kapittelzaal. Het cassetteplafond van deze zaal werd in 1737 door Pachini beschilderd en is werkelijk prachtig.

We verlaten de Sé en het weer wordt er niet beter op en via het grote plein Terreiro da Sé lopen we via het bisschoppelijk paleis, het Paco Episcopal, uit de 18e eeuw via steil naar beneden lopende straatjes met in de omgeving panden in barokstijl, voorzien van wapenschilden aan de gevels, naar ons lunchadres.
We willen onderhand ook iets drinken, we zijn al ruim drie uur in de regen aan de wandel. Naast het Casa de Museum ligt een leuk tentje. We strijken neer en na een heel klein mini kopje (nog kleiner dan klein) en een normale kop thee besluiten we om hier te lunchen. We gaan voor een tosti ham-kaas maar na een half uurtje zitten we allebei met een omelet ham-kaas en een schaaltje frites voor ons neus. Het smaakt goed, iets warms met die kou en regen buiten. Het toilet is bij de buren, het museum. Met een toegangskaartje mogen we gebruik maken van het toilet daar. Heel schoon en netjes trouwens.
Maar als wij onze tocht gaan voortzetten regent het zo hard; nu helpt de paraplu niet meer en gaat de poncho aan. Via de Escadad das Verdades en heel veel trappen naar beneden lopen we via een gedeelte van de Ribeira, de oudste wijk van Porto, waar de was buiten hangt en waar je ’s avonds niet graag alleen wilt lopen naar de brug Dom Luis I. De Escadad das Verdades zijn één van de vele trappen die zich in het historische centrum van Porto begeven. Wat deze bijzonder maken is de naam. Escadad das Verdades betekent namelijk de trappen van de waarheden. Volgens de legende zouden mensen die liegen deze trappen niet zonder te vallen kunnen afdalen. Zonder enkel probleem nemen wij deze trappen.

Hier wil je echt niet wonen, de metro boven je hoofd die dendert over de Dom Luis I brug, hele kleine huisjes (krotten), een stank en slecht bereikbaar voor brandweer of ambulance vanwege de vele steile trappen. Het is een beetje Alfama in Lissabon in het klein. Het is inmiddels zo’n slecht weer geworden dat de poncho’s uit de fototas tevoorschijn moeten komen, tegen de wind en regen is een paraplu niet meer opgewassen.
De brug Dom Luis I is een van de zes bruggen die de rivier de Douro omspant. Hij verbindt Porto aan Villa Nova de Gaia. De brug is geheel gemaakt van staal en doet sterk denken aan de Eifeltoren. Niet verwonderlijk aangezien de bouwer en ontwerper van de brug lange tijd samenwerkte met Gustav Eiffel. De brug bestaat uit twee dekken met een boog ertussen. Hij overspant zo’n 385,25 meter. De brug meet 395 m en is 8 m breed. Ze werd opengesteld voor het verkeer in 1886 en is tot nu nog steeds veilig en in gebruik. Je kan zowel boven als onder de Douro oversteken. De metrotrams rijden boven, de auto’s op het benedendek terwijl voetgangers op beide niveaus toegelaten zijn. Het weer is gewoonweg te slecht geworden om nog verder te gaan en over de brug naar Villa Nova de Gaia met de vele porthuizen te lopen. We waaien aan de rivieroever zowat om en de regen komt nu met bakken uit de lucht. Naar het oude centrum van de stad lopen zien we niet meer zitten, we zijn zover gedaald dat we zeker 80 tot 90 meter naar boven moeten klimmen via grote trappen. Omdat er in Porto zoveel hoogteverschillen zijn te overbruggen, zijn er op enkele plaatsen liften geplaatst. Wij gaan van die optie gebruik maken. John kan echt niet meer die trappen naar boven klimmen en dan nog het weer in aanmerking genomen. Voor € 2,50 p.p. zijn we met de lift razendsnel boven en stappen in de buurt van de Sé Kathedraal uit. We hoeven nu alleen nog maar de hoofdstraat naar beneden af te lopen en we zijn weer in ons hotel. Het is inmiddels na drieën. Koud en doorweekt gaan we naar onze kamer. Onze jassen zijn door en door nat, paraplu’s laten we in het bad uitdruppen en een warme kop thee en koffie doen wonderen. Ik denk dat het buiten amper 13 graden is. Als ik een peuk op het balkon rook hoor ik vrouwen bij de ingang van het station schreeuwen dat ze paraplu’s verkopen, die gretig aftrek vinden. Paraplu’s in allerlei kleuren zie ik aan mij voorbij trekken. Zelfs de fleurige kleuren van de paraplu’s kunnen ons op dat moment niet opvrolijken. We balen allebei. We hebben zolang naar dit uitstapje uitgekeken en nu zitten we na een hete douche bij te komen van het natte koude weer in Porto terwijl in Nederland de mussen van het dak vallen. We willen er niet aan denken dat het de komende dagen alleen maar slechter gaat worden in Porto en de Douro-vallei.