Douro-vallei

STEDENTRIP PORTO

Eindeloos veel wijnterrassen met stenen muurtjes tekenen strakke patronen tegen steile berghellingen. De rivier de Douro kronkelt zich sierlijk tussen dit schouwspel door. Het landschap van de Douro vallei is uniek. Hier groeien de druiven voor de beroemde Port- en Douro-wijnen. Sinds de 18e eeuw is de Douro vallei een belangrijke regio voor wijn- en portproductie. Maar op deze plek wordt al meer dan 2000 jaar wijn geproduceerd. Door de tijd hebben wijnboeren eindeloos veel wijnterrassen aangelegd, vaak omzoomd met stenen muurtjes. De muurtjes beschermen de vruchtbare aarde op de hellingen tegen wegspoelen. Het lijnenspel van de wijnterassen tegen de steile berghellingen vormt een uniek landschap. De UNESCO heeft het in 2001 uitgeroepen dan ook tot werelderfgoed.

DOURO-VALLEI

8 MEI 2016  

Om half acht zijn we wakker. Buiten loopt iedereen nog steeds met paraplu’s boven het hoofd; m.a.w. het regent nog steeds, zoals het de hele nacht heeft gedaan. Vandaag worden we om 9:20 uur opgehaald door Douro Exclusive voor onze tour door de Dourovallei. Volgens de voorspellingen kunnen we maar liefst 48 mm regen verwachten. Bewapend met onze regenjas, paraplu en poncho worden we om stipt 9:20 uur opgehaald door Marco onze chauffeur en gids voor vandaag.
De eerste tegenvaller is dat we een privétour hebben geboekt en dat er al drie personen in het busje zitten en dat we notabene nog twee andere personen op gaan halen. Zeven personen is voor ons geen privétour maar we laten het gelaten over ons heen komen. We zien wel wat de dag gaat brengen. We hebben een dak boven ons hoofd en zitten droog.
Vanaf Porto, bij de monding van de rivier waar de in de vallei geproduceerde Douro-wijnen (tafelwijnen) en de portwijnen worden bewaard is vandaag de plaats Pinhão het eindpunt van onze tocht door dit als Werelderfgoed erkende cultuurlandschap. De naam Douro betekent “Gouden rivier”. De bovenloop van het Portugese deel van de Douro staat bekend om zijn Quinta’s. Dit zijn wijngaarden waar de druiven voor de Port groeien. Vroeger voer men hier met zogenaamde rabelo’s beladen met vaten port naar Porto. Naast de portwijn, staat de Dourovallei bekend om de rode Dourowijn. Een oude Romeinse brug markeert het begin van de Douro-vallei en een daar gelegen hoge berg is van essentieel belang voor deze vallei. Deze berg houdt namelijk de koude Atlantische wind tegen waardoor er in de vallei eigenlijk altijd een goede temperatuur is voor de druiventeelt.
Onze eerste stop is vlakbij het plaatsje Peso da Régua waar we een mooi uitzicht hebben op de Douro. Peso da Régua vormt het knooppunt van wegen en spoorlijnen in deze streek. In 1756 werd Régua, zoals de stad altijd genoemd wordt, door de Markies van Pombal gekozen tot het centrum van het afgebakende gebied van de portproductie. Hij was hiermee de eerste in Europa die de kwaliteit en productie van wijn probeerde te reguleren. In dit gebied kun je nog veel oude terrassen, soms niet breder dan een uitgestrekte arm zien, met oude druivenranken. Vroeger gebeurde alles met de hand. Het werk was zwaar om de ranken in de harde rotsachtige schitsgrond te plaatsen, te oogsten en de druiven naar de rabelo’s te vervoeren. Later werden de terrassen breder gemaakt om met tractoren te kunnen werken. Deze terrassen met druivenranken noemt men de horizontale aanplantmethode. Tegenwoordig worden de druivenranken verticaal aangeplant en gebeurt nagenoeg alles machinaal. Druivenranken kunnen makkelijk honderd jaar oud worden.

Voor de portwijnen wordt niet een specifieke druivensoort gebruikt. De druiven van verschillende rassen worden gemengd. Je kunt dus niet zeggen deze fles port is van de druivensoort Pinot Noir. De soorten druiven die hier worden geteeld zie je ook alleen in de Dour-vallei. Van een hectare kan men ca. 5000 tot 5500 liter portwijn oogsten.
We maken een stop bij Quinta de Tourais in het plaatsje Lamego die al meer dan drie generaties van de familie Coelho is. Fernando Coelho geeft ons een rondleiding in zijn Quinta van 8 hectares met zo’n 37.000 wijnranken. Tot in 1999 werden de druiven van zijn wijnboerderij in zijn geheel verkocht aan wijnhuizen in Porto. Dit wordt nu nog steeds gedaan door vele Quinta’s en vooral de kleinere. Maar in 1999 is men onder leiding van Fernando begonnen met zelf tafelwijnen en port te produceren. Momenteel produceert men ca. 40% tafelwijnen en 60% portwijnen. Maar ook hij ziet voor de toekomst problemen omdat de jongeren nauwelijks nog in de Dourovallei willen blijven wonen en werken in de Quinta’s. Zij verkiezen de grote stad met al hun aanlokkelijk- en mogelijkheden tot het sobere harde leven op een Quinta waar de mensen veelal zelfvoorzienend zijn. Quinta de Tourais heeft ongeveer dertig verschillende wijnsoorten die je alleen in de Douro-vallei tegenkomt.
Net zoals met de champagne werd de port per toeval ontdekt. De port werd voor het eerst ontdekt in Engeland en niet in Portugal. Een handelaar uit Engeland had een lading wijn uit de Dourovallei gekocht en voor het transport (eind 17de eeuw) voegde hij er wijnalcohol aan toe. Dat voorkwam inderdaad dat de wijn slecht zou worden op weg naar Engeland. Maar hij had alcohol toegevoegd vooraleer het gistingsproces beëindigd was. Het gaf de wijn een bijzondere samenstelling en zoete smaak. Meteen was de port geboren. Nu nog steeds maakt men portwijnen op dezelfde wijze. De Engelsen sloten in 1700 een contract om de portwijnen te mogen verdelen over de hele wereld. Het werd uiteindelijk een beschermd product dat alleen mag geproduceerd worden in de Dourovallei (ca. 25.000 hectaren wijngaarden) dankzij de Markies van Pombal. Wijnbouwers zijn trouwens aan heel wat regels gebonden om van hun druiven portwijn te mogen maken en zij worden jaarlijks streng gecontroleerd door het wijn- en portinstituut gevestigd in Porto.
Portwijnen zijn er nu in veel kwaliteiten: Ruby is de jonge soort en is een mengeling van meerdere druivensoorten en oogsten. Tawny is ook een mengeling maar heeft verschillende jaren gerijpt op eikenhouten vaten. Vintage is een port van één wijngaard en druivensoort tijdens een uitzonderlijk wijnjaar geproduceerd. Ook die wijn rijpt 3 jaar op vaten en ondergaat daarna een verder rijpingsproces in de fles. Na de uitgebreide en duidelijke uitleg van Fernando komt het proeven aan de beurt (ook belangrijk!). We proeven diverse rode wijnen en een drietal soorten port vergezeld van verschillende soorten kaas, ham en wat stukjes brood om de smaak te neutraliseren.

Rond kwart voor een verlaten we de Quinta de Tourais om door een mooi landschap naar ons lunchadres te rijden bij Chefkok Rui Paula, de winnaar van Masterchef Portugal in 2011 in het kleine plaatsje Folgosa aan de Douro. Ondanks de vaak heel donkere luchten houden we het wonder bij wonder nog steeds droog. Hier krijgen we een fantastisch overheerlijke lunch voorgeschoteld. Alles is tot in de kleinste puntjes verzorgd en elk gerecht wordt vergezeld van een zorgvuldig uitgekozen bijpassende wijn.

Om kwart over drie rijden we via heel steile weggetjes naar een volgend porthuis nl. Fonseca Quinta Do Panascal wat in 1840 is opgericht in het pittoreske plaatsje Valença do Douro. Deze Quinta is schitterend gelegen in een landschap van olijfbomen en brede wijnterrassen.
Natuurlijk moeten we hier ook weer even een portje proeven; nu een port van 20 jaar oud. De constante kwaliteit bij portwijnen van een bepaalde leeftijd van 20 of 40 jaar verkrijgt men om wijnen met elkaar te mengen van verschillende ‘leeftijden’. Bijvoorbeeld een portwijn van 30 jaar met een port van 10 jaar zorgt voor een port van 20 jaar (heel simplistisch gezegd). Bij nagenoeg al de Quinta’s in de Dourovallei zijn er proeflokalen en vanzelfsprekend winkels waar je hun port en of tafelwijnen kunt kopen. Naast de verkoop van hun druiven of zelf gebottelde (port)wijnen vormen de bezoeken en portproeverijen van toeristen een belangrijke inkomstenbron.

Na ons korte bezoek en proeverij rijden we naar de stad Pinhão waar we een boottocht gaan maken in een traditionele rabelo over de Douro. Pinhão is een klein stadje wat overladen is met quinta’s. Rond half vijf gaan we aan boord. Het is ongelooflijk maar we houden het de hele dag al droog ondanks de slechte weervoorspellingen van 48 mm regen. We passeren vele quinta’s en berghellingen vol geplant met wijnranken. Halverwege de boottocht hebben we onze laatste proeverij aan boord; een port van 40 jaar oud ofwel de koningin van de portwijnen aangevuld met amandelen uit deze streek. Om half zes zijn we weer terug bij ons opstappunt en gooien de donkere wolken hun eindeloze lading van regendruppels over ons uit.
Het is nu nog bijna twee uur terugrijden naar Porto in de stromende regen met soms nauwelijks zicht. Alleen in de ‘túnel do Marão’ die de Serra do Marão doorkruist, een 1.415 meter hoog gebergte op de grens van de districten Porto en Vila Real is het droog. De tunnel is 5.665 meter lang en daarmee de langste tunnel van Portugal en het lijkt wel of er geen eind aan de tunnel komt.
Om half acht worden we weer netjes voor ons hotel afgezet door Marco. Ondanks dat het geen privé-tour was hebben we een erg leuke dag gehad in het gezelschap van twee Finse dames en drie échte Amerikanen en onze gids/chauffeur Marco.