Maalula

RONDREIS SYRIË

Maalula is een stad in Syrië. Maalula ligt circa 56 kilometer ten noordoosten van Damascus. Het is gebouwd tegen een berghelling op een hoogte van 1.500 meter.Samen met twee naburige dorpjes is het de enige regio waar nog westers Aramees gesproken wordt. De inwoners van Maalula zijn Arameeërs en ze behoren tot de Melkitische Grieks-katholieke Kerk of de Grieks-orthodoxe Kerk van Antiochië. Er bevinden zich twee belangrijke kloosters in Maalula: Mar Sarkis of ook St. Sergius genoemd en Mar Taqla.

MAALULA – DAMASCUS 

20 OKTOBER 1995

Rond 13:00 uur verlaten we Palmyra en rijden door de woestijn naar Maalula, zo’n 55 km ten noordoosten van Damascus. Onderweg komen we hier en daar wat bedoeïenen tegen die hun kuddes schapen hoeden. Maalula, gelegen tegen een berghelling op 1500 m hoogte, is niet alleen bekend vanwege de vele blauwe huisjes, maar meer omdat hier nog het Aramees wordt gesproken, de taal van Christus. Het wordt van vader op zoon in gesproken vorm doorgegeven. De schrijftaal is al heel lang uitgestorven. Er zijn nog twee belangrijke kloosters in dit kleine dorpje nl. het klooster van de heilige Thekla en de heilige Sergius. Het grootste deel van de bevolking is Grieks-katholiek. Wij bezoeken eerst het klooster van de Heilige Sergius. Het klooster is gebouwd in de vierde eeuw. Er is een met iconen versierde kapel; deze wordt als één van de oudste van het christendom beschouwd en is geconstrueerd uitgaande van een vroegere heidense tempel en heeft de vorm van een Grieks kruis. Het altaar heeft kenmerken van de Romeinse offeraltaren. De iconen stellen onder meer de heiligen Sergius en Bacchus voor, twee Romeinse soldaten die als martelaar gestorven zijn. De priester in de kerk bid voor ons het Onze Vader in het Armeens. Heel indrukwekkend.

Via een kloof lopen we naar het klooster van de Heilige Thekla. Volgens de overlevering zou de martelares Thekla, die wegens haar bekering tot het Christendom moest vluchten en op een rotswand stuitte de hulp van Maria hebben aangeroepen. De rotswand zou zich geopend hebben en Thekla zou zich door een spleet in veiligheid hebben kunnen stellen. Ze bracht de rest van haar leven in deze grot door. Het klooster stelt niet zoveel voor. De kloof er naar toe des te meer. Laat in de middag rijden we naar het beginpunt van onze reis, Damascus. Om 18:00 uur arriveren we in het Damascus International Hotel, in het centrum van de stad. Het is onze laatste avond in Syrië. We zijn moe maar kijken heel erg tevreden terug op onze kennismaking met het prachtige Syrië met een bijzonder oude geschiedenis en een ongelooflijk vriendelijk en gastvrije bevolking. We eten die avond in het hotel.

DAMASCUS – AMSTERDAM 

21 OKTOBER 1995

We hebben beiden heerlijk geslapen. Na een vroeg ontbijt willen we nog graag door de souk van Damascus slenteren. Voor de zekerheid vragen we bij de receptie om de naam van de souk op een briefje te schrijven (in het Arabisch) mochten we namelijk de weg kwijt raken kunnen we ons altijd behelpen met ons briefje. Een kaartje van het hotel hebben we ook op zak dus…. vertrekken maar.
De bevolking spreekt nauwelijks Engels, lezen is überhaupt al iets wat niet voor iedere Syriër is weggelegd. ‘Natuurlijk’ kunnen we de weg niet vinden. Aan een voorbijganger op straat laten we ons briefje zien, die kan niet lezen. Maar de volgende voorbijganger kan wel lezen en brengt ons helemaal naar de souk, waar we toch een stukje van verwijderd waren. Zo ontzettend vriendelijk en behulpzaam zijn de mensen hier. We snuiven nog een keer de geur en sfeer op en kopen onze laatste souvenirs. Met een taxi gaan we terug naar ons hotel en pakken we de koffers. Ze worden steeds zwaarder.
Om 14:00 uur rijden we naar de grens van Jordanië.
De helft van de groep vliegt terug naar Nederland, wij gaan verder met onze rondreis naar Jordanië.