Hoa Binh

RONDREIS VIETNAM BERGSTAMMEN

Gelegen aan de ingang van de noordwestelijke regio van Vietnam, is de provincie Hoa Binh er trots op een van de oudste gebieden in Vietnam te zijn. In de afgelopen jaren heeft Hoa Binh zich sterk ontwikkeld tot een toeristische trekpleister dankzij het waardevolle natuurlijke en culturele erfgoed. De bewoners hier bestaan ​​voornamelijk uit de Muong etnische groep en verschillende etnische minderheden zoals Thai, Yao, Tay en Hmong. Dit draagt ​​veel bij aan de culturele diversiteit van deze bergachtige provincie.

SAPA – HANOI

31 OKTOBER 2005

Ook nu kunnen we de slaap maar niet pakken. Hoewel als we om 5:30 uur op het perron in Hanoi zijn aangekomen, horen we een hoop lawaai. Jawel we worden wakker… en kijken eens naar buiten. Dan blijkt dat iedereen allang is uitgestapt maar dat wij nog in in onze coupé in bed liggen. Dus heel snel aankleden, spullen pakken en het ontbijt laten we maar voor wat het is.
We worden naar het Hilton Hotel gebracht waar we meteen eerst maar verder slapen. Een douche en een verlaat ontbijtje zorgen weer dat we onder de mensen zijn. We wandelen naar het oude centrum. Dit commerciële hart van Hanoi met de zgn. hangs bestaat uit een wirwar van straatjes. Iedere straat verkocht een eigen specialiteit. De namen van de straten kwamen overeen met de beroepen van de handwerklieden of met de koopwaar. De straatnamen geven nu niet meer de beroepen van de bewoners aan maar nog steeds leggen de meeste straten zich toe op de verkoop van een of enkele artikelen.

HOA BINH

1 NOVEMBER 2005

We staan vandaag vroeg op. Om 7:00 uur zitten we al aan het ontbijt. Om 8:00 uur worden we vandaag opgehaald voor een tocht naar Hoa Binh. Hoa Binh is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en ligt aan de Zwarte rivier. Over de 74 km, die we hebben af te leggen, doen we zo’n drie uur. Het is weer een enorme drukte in Hanoi, de scootertjes razen je van alle kanten voorbij; maar er zijn ook veel snelheidscontroles. De chauffeur houdt zich exact aan de toegestane snelheden i.v.m. de extra controle van de verkeerspolitie. In de bebouwde kom mag je 35 km/uur rijden; daarbuiten 60 km/uur. Rijd je harder dan 20% van de toegestane snelheid kost je dat $ 100 (één maandsalaris) en een gat in je rijbewijs. Bij ‘drie gaten’ ben je je rijbewijs kwijt. Je zult dan opnieuw een rijbewijs moeten halen en de autoriteiten doen er alles aan om je dat niet gemakkelijk te maken. Als je bijvoorbeeld met je scooter door een rood licht rijdt; dit wordt door duizenden gedaan, en de verkeerspolitie betrapt je, dan kost je dat $7 en je bent 2 weken je scooter kwijt. Dat laatste is de grootste straf. Zonder scooter kan men vaak niet naar het werk. Geen werk; geen inkomen. Dus dan zijn ze dubbel het haasje.
Na zo’n 40 km verandert het landschap van uitgestrekte landbouwgronden waar veel mensen aan het werk zijn in een Karstlandschap met grillig gevormde bergen. Onderweg zien we veel waterbuffels en witte reigers in de rijstvelden. Maar rond 11:00 uur arriveren we in Hoa Binh. Een klein stadje, zandpaden met huizen met golfplaten daken.

Zo’n 2 km ten zuidwesten van de stad sluit de Hoa Binh-dam de rivier af. Het ontstane stuwmeer strekt zich zo’n 230 km uit en is 100 m diep; het ligt midden in een Karstgebergte. Het belangrijkste doel van dit stuwmeer is de voeding aan de grootste Vietnamese waterkrachtcentrale die het chronisch elektriciteitstekort van de minderheden die hier veel leven op te lossen. Aan het stuwmeer leven nog veel mensen in huizen op palen en natuurlijk verschillende minderheden. Met een pruttelboot maken we een toch op het immense meer. De enige manier van transport voor de bevolking hier is dan ook de boot. We zien groepen kinderen, netjes in blauw wit uniform met een rode strik, naar school worden geroeid. Het roeien doen ze wel op een heel aparte manier; met hun voeten! Het gaat zo razendsnel en een komisch gezicht. Armen over elkaar en roeien maar. Op zichzelf is het wel een rare gewaarwording als je beseft dat je nu, zo vlak na de regentijd, de toppen van het Karstgebergte ziet. In de droge tijd is de waterstand maar liefst 30 m lager.

Na zo’n anderhalf uur varen arriveren we bij een Dao-dorp. Deze Dao leven voornamelijk van vis, rijst en verbouwen veel cassave. We gaan aan land en een vriendelijk Dao-vrouwtje begroet ons. Ze geeft een kleine rondleiding in haar huis. De Dao leven met een gehele familie in één huis. De maïskolven hangen te drogen aan een lange stok die aan de onderkant van het golfplaten dak is bevestigd. De kinderen zijn het gewend dat hier toeristen komen want ze kijken niet op of om als we langs het woongedeelte lopen waar ze druk naar de televisie zitten te kijken. De ouderen kleden zich nog traditioneel maar de jongere generatie niet meer. Ze trouwen ook niet meer met iemand van de zelfde stam i.v.m. inteelt. Dit is zo toeristisch en het vrouwtje is eigenlijk alleen maar druk bezig met hoe ze de rekening kan maken voor onze gids….. We mogen dan nog wel een blik in de keuken werpen. Misschien vond ik de groenblauwe en feloranje vlinders die we langs de kant zien nog wel het mooist hier……
Na zo’n drie kwartier verlaten we het Dao-dorp dat waarschijnlijk door de bouw van een brug bij het stuwmeer nog meer zal worden overspoeld door toeristen. Er zullen veel hotels en restaurants worden gebouwd. En het enige wat de mensen dan nog zullen zien is een kunstmatig in stand gehouden toneelstukje…

We varen weer terug naar ons opstappunt. De oude pruttelboot, waarin we voeren, heeft het goed volgehouden. Onze gids regelt een heerlijke lunch in de buurt en rond 16:00 uur rijden we weer terug naar Hanoi.
Onderweg zien we weer de mooiste taferelen. Ganzenhoeders, enorme stapels rietsuiker die kapot worden gehakt, verkopers gehurkt langs de kant van de weg met een mandje groente. Maar ook brommers die varkens vervoeren! En natuurlijk de ‘gangsters’ (brommerrijders met monddoekjes). Maar hoe dichter we bij Hanoi komen hoe drukker het wordt. Het verkeer staat muurvast en de verkeerspolitie die de boel moet regelen staat gewoon midden in een grote verkeerschaos. Hij staat wat te blazen op een fluitje en te gebaren met zijn armen maar muurvast is ook in Vietnam muurvast. We zijn pas om 21:00 uur in ons hotel. We eten in het restaurant nog een paar snacks. Bij de receptie regelen we een vroeg ontbijt want we moeten morgen al om 4:45 uur op voor onze reis naar Laos.

Over een paar weken zetten we weer voet op Vietnamese bodem als we onze rondreis afsluiten in Nha Trang.

We varen weer terug naar ons opstappunt. De oude pruttelboot, waarin we voeren, heeft het goed volgehouden. Onze gids regelt een heerlijke lunch in de buurt en rond 16:00 uur rijden we weer terug naar Hanoi.
Onderweg zien we weer de mooiste taferelen. Ganzenhoeders, enorme stapels rietsuiker die kapot worden gehakt, verkopers gehurkt langs de kant van de weg met een mandje groente. Maar ook brommers die varkens vervoeren! En natuurlijk de ‘gangsters’ (brommerrijders met monddoekjes). Maar hoe dichter we bij Hanoi komen hoe drukker het wordt. Het verkeer staat muurvast en de verkeerspolitie die de boel moet regelen staat gewoon midden in een grote verkeerschaos. Hij staat wat te blazen op een fluitje en te gebaren met zijn armen maar muurvast is ook in Vietnam muurvast. We zijn pas om 21:00 uur in ons hotel. We eten in het restaurant nog een paar snacks. Bij de receptie regelen we een vroeg ontbijt want we moeten morgen al om 4:45 uur op voor onze reis naar Laos.

Over een paar weken zetten we weer voet op Vietnamese bodem als we onze rondreis afsluiten in Nha Trang.