Wahibi Sands

RONDREIS OMAN

De Wahiba Sands liggen midden in Oman en is waarschijnlijk de bekendste woestijn van Oman. Wahiba Sands staat bekend om de hoge duinen tot wel 200 cm en de prachtige rode en gele kleuren. Deze kleuren ontstaan door de combinatie van woestijnzand en zeezand dat vanuit de oostkust de woestijn in wordt gewaaid.  Overnachten in de Wahibi Sands is een must, een onvergetelijke ervaring! 

MUSCAT – WAHIBI SANDS

16 NOVEMBER 2016

Vandaag staan we vroeg op; om 6:45 uur loopt de wekker af. Ontbijten, laatste koffer pakken en om 8:30 uur checken we uit. Abdullah staat ons al op te wachten. Via een mooi berglandschap, soms lijkt het wel een maanlandschap, rijden we naar de plaats Bimah. Het is erg rustig op de snelweg die er perfect bij ligt. Na zo’n uur rijden passeren we de plaats Qurayyat waar aan de linkerkant van de snelweg de bergen plaats maken voor de Golf van Oman. Vanaf hier volgen we de Muscat-Salalah Coastel Road die door de Chinezen lang geleden hier is aangelegd met tolheffing. Sultan Qabous heeft de tol afgekocht zodat iedereen vrij deze weg kan gebruiken.
In Oman heeft men het volgende nummerbordsysteem. Een geel nummerbord is van een ‘gewone’ Omaan, een rood nummerbord met witte letters is van een bedrijf en een wit nummerbord met rode letters wordt gebruikt door de overheid, ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders. Een geheel wit nummerbord met zwarte opdruk is van iemand uit Dubai.
Aan de rand van het Hawivat Najm Park ligt de sinkhole van Bamah. In een hitte van 33 graden lopen we naar de sinkhole. Mensen zijn hier aan het zwemmen in het intens blauwgroene water. Deze sinkhole is op een natuurlijke manier ontstaan door regenwater wat tussen de spleten van de berg zijn weg vond. Na jaren en jaren was het er omheen liggende gesteente zover weggesleten dat er een groot gat ontstond. Met een trap kun je naar beneden om te zwemmen wat de nodige mensen doen. Om 10:30 uur rijden wij verder langs de kust richting Sur. Onderweg komen we soms wat verdwaalde geiten of schapen en kleine dorpjes tegen. Maar eerst bezoeken we na zo’n 10 km Wadi Al Shab in het plaatsje Tiwi. Uit het niets in de droogte zien we hier een oase. Dan rijden we naar Wadi Tiwi, ook een oase, 2 km verder gelegen. Via een smalle steile hobbelige zandweg rijden we helemaal naar boven voor een prachtig uitzicht op deze oase. De misschien 100 mensen die hier wonen, leven van de landbouw zoals bananen, sinaasappels, papaja’s, dadels en van de visserij want de zee is vlakbij. Bij een wadi komt het water vanuit de grond omhoog of via kleine watervallen of door regenwater afkomstig van de bergen. Deze oase is prachtig met wuivende palmen, grote stenen en kristalhelder water. Als het hard regent, voornamelijk in de maanden januari en februari, is het hier erg gevaarlijk. Je mag dan ook niet met een 4WD hier rijden; de grote hoeveelheden water uit de bergen zorgen dan voor overstromingen. De landbouw in deze oase is ontstaan doordat de bewoners muren bouwden en vruchtbare grond binnen de muren aanvoerden om zo allerlei gewassen te verbouwen. Vanzelfsprekend staat hier ook een moskee. De moskeeën worden door de lokale mensen zelf betaald. Zelfs in kleine dorpjes staan er wel twee of meer moskeeën. In grote steden worden moskeeën door rijke zakenlui betaald en gebouwd. En dan heb je natuurlijk de staatsmoskeeën die door de sultan worden gebouwd en betaald.

Vanuit Wadi Tiwi rijden we naar de havenplaats Sur waar de dhow’s worden gebouwd. Aan de kust zien we af en toe installaties waar het natuurlijke gas wordt opgevangen. Het bouwen van een dhow duurt 8 tot 18 maanden en is afhankelijk van de specificaties van de opdrachtgever. Dhow’s worden voor de visserij gebruikt en ook voor het toerisme maar er komen ook veel opdrachten binnen vanuit de Emiraten en Qatar. Het hout wat men gebruikt komt uit India. De boot wordt helemaal met de hand gebouwd. Als laatst wordt de boot helemaal afgesmeerd met een waterafstotende pasta die de enorme spijkers en eventuele spleten afdicht.
In Sur staan wel 30 moskeeën. Bij het uitzichtpunt zie je de minaretten overal bovenuit komen. Het wordt als een zeer goede daad gezien als je een moskee bouwt. De mensen die daar komen bidden, bidden ook voor de opdrachtgever van de bouw van de moskee in de hoop dat hun gebeden ook voor de bouwer verhoord worden ook al is de oprichter al overleden. De gemeenschap kijkt tegen je op als je een moskee bouwt. Vroeger was er nog wel verschil in de bouwstijl tussen soennieten en sjiieten maar dat dateert uit de jaren 50-60. Door ingrijpen van de sultan is dat niet meer en bidt men vredig samen in dezelfde moskee.
Vanaf Sur, waar we vertrekken om 12:45 uur, is het nog wel een uur rijden voor we bij de toegangspoort van de woestijn zijn. Na een half uur rijden verdwijnen de bergen langzaam en zien we in de verte de woestijn aan de horizon verschijnen. Het lijkt net een lage lange uitgestrekte berg zover als je kunt kijken. Hoe dichter we bij de zandduinen komen hoe eentoniger wordt de weg. Hier en daar zien we kamelen lopen of hun middagdutje doen. Rond 14:15 uur maken we een stop bij een lokaal restaurantje voor de lunch in de plaats Bidiya-Al-Mintrib, 126 km vanaf Sur. We hebben een heerlijke lunch, gegrilde kip, lamsvlees, rijst, rond brood en een mengseltje van aardappels en spinazie. Het smaakt heerlijk. Om 15:00 uur vervolgen we onze weg naar de zandduinen.

De bandenspanning wordt naar beneden gebracht van 35 naar 19 bar eigenlijk nog iets te hoog, 15 bar zou ideaal zijn geweest. Tja en dan gaan we door het mulle zand. Een geweldige ervaring zo tussen de zandduinen door. We komen aan in het Desert Night Camp in het kleine dorpje Al Wasil in de enorme Wahibi Sands.
Bij het inchecken moet ik ondertekenen dat ik niet zwanger ben voor het geval ik van een kameel afdonder bij een kamelentocht. We worden in een klein karretje naar onze tent nummer 20 gebracht. We openen een groot hangslot voor de afgrendeling van de deur en dan zijn we in onze tent voor de komende nacht, die van alle gemakken is voorzien. Om 16:30 uur melden we ons bij de receptie om met een auto door de woestijn te rijden (dune bashing) tot de top van een zandduin om de zonsondergang te zien. Drankjes staan op de top voor ons klaar en het is ongelooflijk hoe hard het hier waait. Je ziet het zand verplaatsen. Schoenen aan en dan lopen is eigenlijk onmogelijk; dus slippers uit en het zand tussen mijn tenen voelen en je langzaam voelen wegzakken; een heerlijk gevoel!
Het duurt wel drie kwartier voor de zon ondergaat en we een mooie oranje gloed aan de horizon zien verschijnen. Maar het gaat zo snel; binnen 3-4 minuten is de zon achter de zandduinen verdwenen. We lopen door het mulle zand helemaal naar beneden, het is steil maar het lukt. Daarna banen we ons een weg tussen de kamelenkeutels naar de ingang van het tentenkamp. We ploffen neer in het restaurantgedeelte en hebben echt een biertje en een colaatje verdiend. Om 19:30 uur staat er een uitgebreid buffet voor ons klaar inclusief een barbecue. Het smaakt voortreffelijk met name de heerlijke zoete toetjes. Een Omaanse muziekgroep luistert het muzikaal op. Om 20:30 uur zijn we toch wel moe en gaan met een zaklamp in de donkerte, het is echt pikkedonker, naar onze tent. We gaan eerst het zand uit onze haren en oren wassen en de kilo’s zand uit onze schoenen schudden. Om 21:25 uur liggen wij in ons tentenbed, nagenietend van een mooie dag!

WAHIBI SANDS – NIZWA

17 NOVEMBER 2016

John heeft slecht geslapen en is al vanaf 3:00 uur wakker. Ik ben er voor 7:00 uur ook al uit. Het is verrassend om de dauwdruppels aan de tent te zien hangen. Deze dauwdruppels zorgen ervoor dat er leven mogelijk is in de woestijn. Het is vannacht koud geweest, zo’n 14-15 graden. Het lijkt alsof er vliegtuigen over onze tent vliegen maar dat zijn de 4WD’s die al vroeg door het woestijnzand scheuren. De vogels zijn al vroeg wakker en vooral de duiven laten al van zich horen. En zoals elke ochtend zijn we weer ‘verrast’ dat de zon schijnt. We ontbijten lekker buiten en om 8:00 uur komen er al twee kamelen het kamp binnen gelopen met een begeleider. Als je wilt kun je een ritje op een kameel maken. Wij geven er de voorkeur aan om nog een half uurtje te gaan ‘dune bashen’. Een superervaring! Op verschillende plaatsen zien we kamelen in kooien zitten. Deze kamelen krijgen een speciaal dieet omdat ze voor het racen worden gebruikt wat in Oman een nationale sport is. Onderweg zien we ook nog een woestijnhagedis, in de zon kleurt hij blauw-goud. Ze leven in holen en zijn razendsnel vooral als ze hun staart omhoog steken zie je alleen maar een stofwolkje en de hagedis is verdwenen. Het is een mooi gezicht, sommige zandduinen zijn rood van de ochtenddauw en andere zijn geel van kleur. Op het ‘rode’ zand heb je het meeste grip volgens onze gids/chauffeur. Om 9:30 uur checken we uit. We verlaten de roodgele zandduinen van de Wahiba Sands via de woestijn-snelweg met een snelheid van 100 km per uur; gaaf hoor! Maar daarna gaat het rustiger aan. Na zo’n 11 km door de woestijn te hebben gereden komen we weer in de bewoonde wereld in Al Wasil waar de bandenspanning weer op niveau wordt gebracht. We rijden nu richting Ibra, 35 km verder gelegen, maar eerst rijden we even door de wasstraat om de auto te ‘douchen’ om hem van al het woestijnzand te ontdoen want het woestijnzand kruipt overal in.

We maken een fotostop in Al Mudayrib waar 7 wachttorens boven op de bergen staan om de omgeving in de gaten te houden tegen indringers. Er liggen oude verlaten lemen huizen waar je nog het ingenieuze falaj irrigatiesysteem kunt zien wat onder de huizen doorliep om zo de bewoners van water te voorzien. De zandduinen hebben inmiddels weer plaats gemaakt voor een berglandschap. In Ibra bezoeken we de plaatselijke markt en slager. Als een kop van een geslacht dier voor de deur staat weet je dat er vandaag is geslacht en dat het vlees vers is. Eigenlijk zo goed als alles wat op de markt wordt verkocht is geïmporteerd op de citroenen en dadels na. Dat is eigenlijk ook het probleem van Oman, ze kunnen niet in hun levensbehoefte voorzien zonder import.

In Al Mansufah liggen oude verlaten huizen. Je zou het niet zeggen maar tot 50 jaar geleden woonden hier nog mensen. Vooral de houten deuren van Indiaas hout zijn mooi uitgesneden. De overheid is eerst alle forten aan het restaureren daarna komen dit soort huizen aan de beurt. Het is alleen de vraag of deze er dan nog staan. Door de regen vallen er steeds meer stenen van deze huizen naar beneden omdat ze met modder zijn gebouwd. Eigenlijk een niet te stoppen verval als er niet eerder wordt ingegrepen wat nu eigenlijk al zichtbaar is. We vervolgen onze weg naar Bahla via Izki. We rijden hier door een ander soort woestijn. Het woestijnzand heeft plaats gemaakt voor een soort gravel met wat kleine bosjes groen en lage struiken. De bergen staan eenzaam in de vlakte en ze noemen deze bergen ook wel horens. De horens zijn ook een soort herkenningspunten voor de bevolking en ze geven ze ook vaak namen. Bij Izki gaan we de snelweg op en rijden via Nizwa richting Bahla om het Jabrin kasteel te bezoeken dat even buiten Bahla ligt. Het is indrukwekkend groot en mooi, vooral de plafondschilderingen en het stucwerk bij de trappen. Dan is het inmiddels 14:40 uur en we rijden naar Bahla waar ook een enorm fort ligt; het grootste in de weide omtrek. Dit fort is ondanks zijn grootte niet de moeite waard om te bezoeken. Het fort is alleen imposant vanuit de buitenkant. Elk dorp had zijn eigen fort ter verdediging en wachttorens om aanvallers op te sporen. Hoe meer water een gebied had, hoe meer groen, hoe meer dadels er waren, hoe groter het fort werd want er was meer te verdedigen en ook te verliezen. 

Om 15:15 uur lunchen we in Al Hamra. Als voorafje krijgen we hier een kommetje soep wat letterlijk en figuurlijk erg heet is. John gaat voor kamelenvlees, ik voor kip gestoomd in rijst en onze gids voor een klomp lamsvlees. In een restaurant in Oman is het gebruikelijk dat een stuk plastic op de tafel wordt geplakt. De Omani eten met hun handen dus dat zorgt voor een behoorlijke rotzooi op tafel. Ben je klaar met eten wordt alles bij elkaar gepakt in het plastic ‘tafelkleed’ en wordt weggebracht. Een makkelijke manier van opruimen dus. Het kamelenvlees smaakt een beetje droog maar John heeft het geprobeerd. Na het eten, het is inmiddels 16:00 uur, gaan we eerst tanken. We hebben er tenslotte al heel wat kilometers opzitten vandaag. Aanvankelijk willen we de bergen inrijden maar het licht is daarvoor al te slecht dus maken we een stop bij Misfat Al Abryeen. Bij dit dorpje, lijken de huizen tegen de berghelling te zijn geplakt d.m.v. terrasbouw. We bezoeken de oude stad waar nog steeds mensen leven; in onze ogen onbegrijpelijk. Als laatste rijden we naar een uitzichtpunt in Misfat Al Abryeen voor de zonsondergang.
Na een uurtje rijden komen we om 18:30 uur bij het Holiday Inn Hotel in Nizwa aan. Een erg onvriendelijke man bij de receptie overhandigt ons de sleutel van onze kamer 308 zowat aan de andere kant van het hotel. Maar de kamer is erg netjes en heeft een heel groot voordeel, het is een rokerskamer (vooral voor mij interessant). In de lobby van het hotel staat een groot portret van sultan Qabous versierd met bloemen i.v.m. de 46ste nationale feestdag en de verjaardag van de sultan. We gaan in de bar wat drinken en besluiten daar ook een klein hapje te eten. We gaan op tijd naar bed want morgen moeten we al om 5:45 uur op……