Carmona
RONDREIS ANDALUSIË
Slechts 30 km ten oosten van de stad Sevilla ligt dit prachtige oude stadje, rijk aan historie. Het ligt mooi hoog gelegen op een 430 m kale heuvelrug boven de vruchtbare Vega van de Corbónes. Het ligt weg van de gebaande paden en wordt ondanks zijn nabije ligging van Sevilla niet door toeristen overlopen! Het is een uitstekende manier om vanuit de rust de omgeving te verkennen!
Bij de Romeinen heette het plaatsje ‘Carmo’ en was het een versterking in de Romeinse provincie Hispania Baetica. Vanwege zijn strategische ligging aan de Vía Augusta, beschermde het de oostelijke toegang tot Sevilla via vallei van de Guadalquivir. Tijdens deze periode werd de ommuring gebouwd met toegangspoorten, de Romeinse brug (buiten het oude centrum) en het amfitheater. Onder het bewind van de Moren heette de plaats ‘Karmuna’ en werden de verdedigingswerken versterkt en mooie oude paleizen en fonteinen gebouwd. In de 13e eeuw werd het veroverd door troepen van Ferdiand van Castilië
Het stadje wordt omsloten door stadswallen met twee oude toegangspoorten: de Córdoba- en de Sevillapoort. Achter de poorten ligt een middeleeuwse stad. Dat het een rijke stad is geweest, kan je zien aan de vele monumenten, kerken, kloosters en paleizen die het stadje rijk zijn. Bij elke stap zie je huizen in Mudéjar-stijl, gebouwd tussen de 15e-17e eeuw, Renaissance en Barokke gebouwen.
CÓRDOBA – CARMONA – SEVILLA
8 MAART 2018
Vannacht is er een wolkbreuk boven Córdoba geweest. In de zo weelderige tuinen is de tuinman zo als elke ochtend al weer druk bezig om de schade op te ruimen. Twee enorme tot de rand gevuld emmers met bittere sinaasappels worden naar de keuken gebracht waar er jam en andere dingen van worden gemaakt. De receptioniste kan dan wel zeggen dat ze de regen hard nodig hebben omdat het in de zomer 45+ wordt, maar voor ons is het jammer. Wat hebben we gisteren dan toch geluk gehad. We pakken onze koffers weer na ontbeten te hebben boven de resten van de oude Romeinse villa en checken uit.
Om 9:30 uur worden we opgehaald door onze chauffeur José Antonio. Vandaag rijden we naar het lieflijke Carmona, zo’n 35 km van Sevilla, onze eindbestemming voor vandaag en zo’n 90 km van Córdoba. Rond de klok van 10:30 uur arriveren we in Carmona, je ziet de stad boven op een berg liggen. Net als Sevilla is Carmona bewoond geweest door onder andere de Carthagen, Romeinen, Feniciërs, Arabieren en christenen. Vele monumenten in het stadje zijn hiervan nog getuige. Buiten het centrum van Carmona ligt de Romeinse Necropolis. Hier ontmoeten we om 10:45 uur onze gids Delia. Een jonge vrolijke meid, van beroep eigenlijk archeologe maar omgeschoold tot gids omdat er geen werk voor archeologen in Spanje is. Dat terwijl er hier zoveel geschiedenis onder de grond ligt. Maar het geld gaat, wel te begrijpen, eerst naar gezondheidszorg, wegen en als er dan helemaal niets meer te verzinnen is naar archeologie. Ik schat haar zo’n 30-35 jaar, perfect Engels sprekend en ze woont in Sevilla.
Op de Romeinse Necropolis zijn zo’n twaalf graven uit de 1e en 2e eeuw te bezichtigen waaronder die van twee belangrijke Spaans-Romeinse families, Servilia en Elefante. Ook de crematiezalen die toen al bij het ritueel hoorden zijn nog goed herkenbaar. Ook is er een museum bij die laat zien wat men hier allemaal aan gebruiksvoorwerpen heeft gevonden. Eigenlijk werden de asresten, die werden afgeblust met wijn, na de crematie in een urn gedaan en op een speciale plaats gezet in het huis waar ook de urnen van andere familieleden in de loop der tijd werden bijgeplaatst. Net zoals de Egyptenaren werden er allerlei zaken in het graf gezet die de overledene na zijn/haar dood nodig zou hebben om het in het volgend leven goed te hebben. Dat ging van spiegels, sieraden tot bekers, borden en wijn. Jammerlijk genoeg regent het en ervaren we ook zelf dat dit helemaal niet belangrijk is voor de gemeente/overheid. Er zijn helemaal geen voorzieningen getroffen om de graven te beschermen tegen weersinvloeden zoals regen en felle zon. Tegenover de Necropolis ligt nog een amfitheater waar als wilde beesten stieren, beren en herten werden ingezet om tegen de gladiatoren te vechten. Het theater kon 25.000 toeschouwers plaatsen. In tegenstelling tot wat je in films vaak ziet werden de gladiatoren nooit gedood. Deze slaven werden voor veel geld gekocht en hun eigenaar wilde dat die gladiator niet bij het eerste het beste gevecht de pijp aan Maarten gaf. Van sommige sterke gladiatoren werd zelfs het bloed verkocht aan rijke mannen die dachten als dat bloed zich met hun bloed vermengde dat ze ook zo sterk werden. “Lang leve aids” . We verlaten de Romeinse necropolis en rijden naar het centrum.
Carmona was erg belangrijk in die tijd vanwege de strategische ligging op een berg. Wat nu vlakke vlaktes zijn aan een zijde van de berg, was vroeger zee en vanuit de top van de berg kon je een enorm groot gebied overzien. We lopen door het oude stadscentrum die begint bij La Puerta de Sevilla. Zo had iedere stad wel een poort naar een andere stad. Deze poort naar Sevilla is ongetwijfeld de belangrijkste poort van het vestingwerk ter beveiliging van het dorp.
We lopen door deze dubbele ingang zo tegen het oude Alcázar aan. Dit paleis is een aantal keren herbouwd en behoort tot een van de meest representatieve monumenten van Carmona. Oorspronkelijk werd het door de Carthagen gebouwd ter verdediging tegen de Romeinen. We beklimmen het Alcazar en hebben een prachtig uitzicht op Carmona en de vele kerken. Je kunt ook echt zelf ervaren dat dit een belangrijke plaats innam in de beveiliging van de stad. Alle kerken die je ziet in Carmona en dat zijn er zelfs zestien (nu op een bevolking van 27.000 inwoners) waren ooit allemaal moskeeën.
Via de Calle Prim lopen we naar de Plaza de San Fernando of Plaza Mayor waar zich het gemeentehuis bevindt. Hier zien we ook nog een gevel in de typische mudéjar-stijl. Dat was de kunst van de moslims die vanwege hun uitmuntende vakmanschap mochten blijven en werden getolereerd door de christenen. Dan lopen we in de regen en wind naar de Iglesia de Santa Maria. De Santa María kerk is gebouwd in de vijftiende eeuw op de plek van een Moorse moskee. Ook hier komen we eerst in de ruimte waar vroeger de rituele reiniging plaats vond voor het gebed. Dit heeft nu plaats gemaakt voor sinasappelbomen. Ook hier de Romeinse zuilen en bogen. Eigenlijk de Mezquita, tot zover, in het klein. Het enige grote verschil is dat er op een pilaar een West-Gotische kalender staat gebeiteld met alle christelijke feestdagen erop. Binnen is de kerk een kleine kopie van de kathedraal in Sevilla die we morgen gaan bekijken. Een groot verguld altaar (onderlaag van hout) dat werd gezien als een raam naar de hemel met taferelen uit het leven van Christus. Het centrale gedeelte van het altaarstuk is gewijd aan de maagd Maria waar ook de kerk aan is opgedragen. Aan de zijkant staat een altaar, vol met bloemen, met een Mariabeeld. Elk jaar in september wordt dit beeld in een processie door de stad gedragen. Het beeld is eigenlijk geen beeld, het bestaat slechts uit een hoofd en twee handen. Voor het beeld staat een gouden maan met daar bovenop twee sterren. Dit symboliseert het heelal. In de kerk zijn ook vele vergulde zijaltaren te zien. De reden waarom je zoveel vergulde altaren ziet in Spanje is eenvoudig te verklaren. Het goud kwam uit landen waar ontdekkingsreizen naar toe waren gemaakt en die ze gekolonialiseerd hadden.
Via smalle straatjes lopen we naar het Convent van Santa Clara een oud klooster waar nog steeds clarissen (nonnen) wonen. Ook hier weer vergulde altaren en vooral de plafonds herinneren nog aan de tijd van de Moren. Aan de binnenplaats met Romeinse zuilen zijn de nonnenverblijven. In Spanje zie je voornamelijk donker gekleurde nonnen. De regen komt met bakken uit de lucht en wij hebben een mooie schuilplaats bij de nonnen.
Het is inmiddels half twee en we gaan met onze gids lunchen in een plaatselijk restaurant De Alta Cocina waar ze een speciale touch geven aan typische Spaanse gerechten. We genieten van een heerlijke lunch en om 15:00 uur rijden we naar onze eindbestemming voor vandaag, de hoofdstad van Andalusië, Sevilla waar we rond 16:00 uur via smalle straatjes voor ons hotel, Hospes Las Casas del Rey de Baeza, voor de komende drie dagen stoppen. We worden vriendelijke verwelkomt met een glaasje bier en sangria. Een klein knus sfeerhotel van alle gemakken voorzien en midden in de stad. Wat willen we nog meer……naar onze kamer en ons verfrissen. Die avond eten we voortreffelijk in het restaurant van het hotel. Ook vandaag hebben we weer een mooie dag gehad. Morgen gaan we met Delia Sevilla verkennen.