Granada

RONDREIS ANDALUSIË

Lange tijd zwaaiden de Moren de scepter over Granada en omgeving, zij maakten Granada in de middeleeuwen een van de rijkste steden van Europa. De handel en kunst floreerden. Helaas ging het in de vijftiende eeuw bergafwaarts; de economie stagneerde en na eeuwen aan oorlog viel in 1492 het Moorse Rijk. Het betekende het einde aan acht eeuwen islamitische heerschappij. De macht kwam in handen van koning Ferdinand II en koningin Isabella I. Talloze moslims en joden werden verbannen of tot bekering gedwongen. Moskeeën maakten plaats voor katholieke kerken. Het Arabisch voor Spaans. Pas aan het begin van de negentiende eeuw kwam Granada weer tot bloei. Het Moorse erfgoed werd in ere hersteld. 

GRANADA

18 MAART 2018

Het is 7:00 uur en ik ben klaarwakker. De hele nacht heeft het non-stop geregend. Als ik om 7:30 uur mijn peukje rook in de patio voor onze kamer regent het nog steeds. Op het nieuws liet men zien dat in Valadolid, een stad ten noorden van Madrid, gisteren in 24 uur 100 liter water op een m2 is gevallen. De eenden zwommen langs de ramen. Als ik naar boven kijk, zie ik nog steeds een grijze donkere lucht. Wanneer houdt het nu eindelijk eens op?
Vandaag worden we om 10:00 uur opgehaald door Marina, onze gids voor deze ochtend. Marina, van oorsprong archeologe, is een heel zachte, vriendelijke meid van zo’n 30 jaar. Ze is helemaal ‘ingepakt’ vanwege het slechte weer. Een maillot, daar overheen lange gebreide kniekousen, hoge zwarte laarzen, dikke winterjas met twee sjaals om haar nek geknoopt en gebreide wanten met de vingertoppen vrij en in een van haar handen een paraplu. Daar komt dan een vrolijk en guitig kopje onderuit. Daar staan wij dan, een zomerjackje aan want het is toch prachtig weer rond deze tijd van het jaar in Granada en een paraplu en eerlijk gezegd een minder vrolijk en guitig kopje want we zijn dit weer na twee weken zo zat! We lopen de hoofdstraat, waar ons hotel aan ligt, een beetje af en slaan linksaf een straatje in. Passeren een paar kerken en staan voor het Hiëronymus klooster. Het klooster heeft Hiëronymus van Stridon als patroonheilige terwijl de kerk de eerste in de wereld was die men toewijdde aan de onbevlekte ontvangenis van Maria. Op de gevel van de klokkentoren van het klooster staat een afbeelding van Hiëronymus. Boven hem staan de initialen F van Ferdinand met zijn symbool de horens van een ram wat voor kracht stond en aan de andere kant de Y van Ysabelle (dat werd toen nog met een Y geschreven) onder haar initiaal zie je de afbeelding van pijlen die naar boven en naar beneden zijn gericht. De pijlen naar boven stonden voor oorlog en naar beneden voor vrede.
Oorspronkelijk stichtte het katholieke koningspaar Ferdinand en Isabelle een klooster in de stad Santa Fé tijdens de belegering van Granada. De constructie van het Hiëronymus klooster begon in 1504 en de Hiëronymieten verhuisden toen naar de ‘nieuwe’ locatie. De Hiëronymieten zijn een orde van de augustijnen. Als we het klooster binnengaan lopen we door een deur met daar boven een groot beeld van Maria. In Granada is het heel opmerkelijk dat je Maria altijd met haar handen in een bidpositie ziet. Dit in tegenstelling tot in andere steden waar je Maria vaak met uitgestrekte armen ziet. We komen als eerste in de kloostertuin. In de kloostergang rond de tuin liggen overal stenen van graven van de hiëronymieten die hier liggen begraven. De eerste augustijn heeft een prominente plaats gekregen maar verder liggen er nog 500 graven onder de kloostergang allemaal gemarkeerd door de naam en het jaar van overlijden. We bezoeken verschillende vertrekken die aan de kloostergang liggen zoals de refter, waar de nobele vergaderden wat er met het geld van het klooster moest gebeuren. Ook is er een ruimte waar een heel oud beeldje staat wat altijd mee op reis ging met de Gonzalo Fernandez de Córdoba ofwel de Gran Capitan, waarvan we ook al een standbeeld zagen in Córdoba. Hij was een belangrijke Spaanse generaal tijdens de val van Granada. De belangrijke positie van het klooster van Hiëronymus wordt nog duidelijker, aangezien er een aparte ruimte te vinden is waar de vrouw van keizer Karel, Isabel de Portugal regelmatig verbleef.
De kloosterkerk is gebouwd volgens het gebruikelijke plan van de orde van Hiëronymieten: een Latijns kruis met een verhoogd priesterkoor en een altaar bovenaan een brede trap. Het rijkelijk gedecoreerd interieur heeft veel renaissancistische kenmerken. Het is overweldigend!
In die tijd was het gebruikelijk om naast de beeltenissen van de bijbel onder aan het altaar ook beeltenissen te zetten van historische daden. Aan de linkerkant van het altaar zie je de Gran Capitain op een sokkel staan en aan de rechterkant zijn vrouw Doña Maria de Manrique. Ze zijn beiden ook in de kerk begraven. Zoals gebruikelijk in die tijd zaten de vrouwen altijd rechts in de kerk en de mannen altijd links. De beeltenissen bij het altaar laten dit ook duidelijk zien. In de twee zijkapellen is dit ook zichtbaar. De linkerzijkapel is opgedragen aan de Gran Capitain met in de boog boven de kapel beeltenissen van mannen. De rechterzijkapel is aan zijn vrouw opgedragen en in de boog boven haar kapel zie je alleen vrouwelijke beeltenissen. Ook hier zijn in de kerk de voorbereidingen aan de gang voor de processie van de Heilige week. Twee grote platforms staan klaar om verder afgebouwd te worden. Alhoewel het klooster opnieuw bewoond werd door dezelfde orde als bij zijn stichting, onderging het gebouw de gebeurtenissen van het verleden zoals de bezetting door de troepen van Napoleon Bonaparte tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Napoleon heeft hier ook veel schatten meegenomen. De Hiëronymieten werden verbannen en het klooster verviel. De Spaanse staat voerde tussen 1916 en 1920 een restauratie uit. De kerktoren was door de Fransen afgebroken om te gebruiken voor de constructie van een brug. De kerktoren werd pas heropgebouwd tussen 1980 en 1989.

We verlaten het klooster en wandelen gewapend met onze paraplu verder. Granada is een echte universiteitsstad. Naast de 300.000 inwoners zijn er ook nog 50.000 studenten. We passeren diverse universiteiten en op een pleintje is een sokkel met een standbeeld van Karel V. Hij is alleen in de loop der jaren gehandicapt geraakt. Hij mist een arm. Wellicht het werk van studenten die Karel ook graag een shirtje aandoen als hun favoriete voetbalclub kampioen is geworden van Spanje. We lopen de straat uit en stuiten als het ware op de kathedraal van Granada. De kathedraal is nooit afgebouwd. Hij heeft ook maar een onafgemaakte klokkentoren vanwege de aardbevingen die in Granada plaats vonden. Toen tijdens de bouw er een aardbeving plaats vond en het bovenste stuk van de toren in elkaar stortte heeft men deze nooit meer afgebouwd. De bouwer van de toren heeft de rest van zijn leven als kluizenaar in de onafgebouwde toren gewoond. Hij verbouwde daar zelfs zijn eigen groente! De kathedraal is momenteel gesloten. We proberen het later nog een keer. Via Plaza de Bib-Rambla lopen we de Alcairia in. Het is een Arabische soek waar in de middeleeuwen zijde verkocht werd, nu nog alleen maar Marokkaans spul en souvenirs. De sfeer is nog middeleeuws en oosters als je de gevels boven de winkeltjes ziet. Voor de rest waan je je in Marokko.

Vanuit de soek lopen we recht op de Capella Real. Helaas mag je in de Koninklijke Kapel niet fotograferen of filmen. Aan de buitenkant is het al zo mooi. Het is gebouwd op een moskee en het enige wat daar nog aan herinnert is de waterput aan de linkerkant voor het gebouw die werd gebruikt voor de rituele wassing.
Voordat je aan de in Carrara-marmer uitgehouwen graven en crypte met sarcofagen van de Katholieke Koningen Isabelle en Ferdinand en Filips de Schone (schoonzoon) en Maria de Waanzinnige (dochter) komt, passeer je een prachtig smeedijzeren hek. Isabelle was een zeer vrome vrouw die eenvoudig begraven wilde worden. Ferdinand daarentegen hield van opsmuk. Na de dood van Isabelle die lag begraven bij de nonnen in een nonnenhabijt gaf Ferdinand opdracht tot de bouw van deze kapel. Haar lichaam is daar na de voltooiing naar over gebracht. Het hoofdaltaar heeft portretten van de koningen en Karel V (kleinzoon van Isabelle en Ferdinand) Rechts is de sacristie en een klein museum met Vlaamse meesters (Memling, Rogier van der Weyden) uit de privécollectie van Isabella, die veel katholieke kunst verzamelden, haar kroon en haar persoonlijke misboek dat ze heeft nagelaten aan de nonnen van de augustijnen orde middels haar testament. De monumenten die boven hun tomben staan laten een stoere Ferdinand zien met zwaard en een heel serene Isabella terwijl zij juist keihard was en na het verdrijven/vermoorden van de moslims bijvoorbeeld ook alle Spaanse joden dwong om zich te bekeren tot het katholicisme of anders Spanje te verlaten. Isabelle was ook degene die in augustus 1492 de reis van Christoffel Columbus via het westen naar Indië sponsorde. Een beeldengroep zagen we ook al hiervan in Córdoba. Columbus kwam echter per toeval uit in Amerika, waardoor er grote delen van dat continent konden worden toegevoegd aan het Spaanse Rijk. Dus Isabelle mocht er wel sereen uitzien en op latere leeftijd heel vroom zijn geworden maar het was een keiharde tante.

Door de stromende regen lopen we naar de Paseo de los Tristes. Langs de rivier kun je prachtige panorama’s op de stad krijgen. Helaas niet als wij er zijn. Deze promenade ontleent haar naam aan het feit dat op het einde ervan vroeger het kerkhof van Granada lag. Paseo de los Tristes betekent dan ook ‘weg zonder terugreis’. Vandaag is dat echter het geval niet meer, want op het einde kom je nu in de zigeunerwijk Sacromonte terecht. Zover komen wij niet. Wij duiken de Moorse wijk Albaycin in. Deze Arabische wijk (Medina), ziet er nog uit als enkele honderden jaren geleden. Rond 1250 kwamen er veel mohammedanen uit Córdoba, veroverd door de katholieken, naar deze wijk. Velen werden vermoord in de kerstnacht van 1568 en allen verdreven in 1609. Smalle straatjes, trappen, steegjes, fleurige patio’s en oude huizen geven de wijk haar charme. Hopelijk kunnen we dat morgen gaan bekijken want we zijn nu tot onze huid nat. Het stortregent en we gaan schuilen in een restaurantje aan de Paseo de los Tristes. Drinken wat warme thee om bij te komen van de kou. Van hieruit heb je uitzicht op het Alhambra wat we morgen gaan bezoeken en het allereerste hotel van Granada. Dit hotel lag in de schaduw en omdat mensen in die tijd voor een langere periode in de stad verbleven, bleek dat ze allemaal ziek werden en last van hun gewrichten kregen door de kou en de hoge vochtigheidsgraad. Daarom werd het hotel ook wel het reumahotel genoemd.
Om half twee nemen we in het restaurant afscheid van Marina en wij lopen terug naar de kathedraal. Misschien is hij nu geopend. Onderweg aan het einde van de hoofdstraat Calle de Colon, waar ons hotel aan ligt, staat nog een standbeeld van Isabelle en Columbus. Als we bij de kathedraal aankomen is die pas om 15:00 uur geopend. We wachten een kwartiertje maar dan blijkt dat hij pas om 15:30 uur opengaat of niet. We zijn zo doorweekt en besluiten dan toch maar terug naar het hotel te lopen. We nemen een late lunch in het hotel en dan eerst maar eens goed opwarmen. De rest van de middag komt de regen nog steeds met bakken uit de hemel. Jammer, hopelijk morgen meer geluk zodat we toch nog wat meer van Granada kunnen zien.

GRANADA

19 MAART 2018

Warempel om 7:00 uur als ik in de patio voor onze hotelkamer mijn ochtendpeuk rook zie ik een blauwe lucht met wat wolken als ik omhoog kijk. Het zal toch niet! De vreugde is maar van korte duur als na een tijdje de blauwe lucht heeft plaats gemaakt voor veel bewolking; maar het is droog en dat is iets waar we beiden onderhand echt naar verlangen. Granada is gelegen in een vruchtbare vlakte aan de voet van de hoogste bergketen in Spanje, de Sierra Nevada. De stad heeft een historische kern die we gisteren al een beetje hebben verkend. Maar Granada is vooral wereldberoemd vanwege het Alhambra wat we vandaag gaan bezoeken. Om 9:30 uur wachten we in de lobby van het hotel…..maar geen gids. Om 10:00 uur verschijnt een man van rond de 40-45 jaar, Ignacio genaamd. In het programma van Ignacio stond 10:00 uur vermeld in tegenstelling tot ons programma. Ignacio is een erg vriendelijke, rustige man met veel kennis over het Alhambra. Hij regelt meteen een taxi om via de Joodse wijk, waar niets meer van over is, ons aan de top van de berg bij het Alhambra af te zetten. Dagelijks worden er maar 7000 bezoekers toegelaten en voor het paleis van de Nazariden krijg je een tijdstip aangewezen om naar binnen te gaan. Elk half uur mogen 300 bezoekers dit gedeelte van het Alhambra betreden. Ons tijdstip ligt vast tussen 12:00 uur en 12:30 uur. De Generalife en het Alczaba is enkel toegankelijk door je toegangskaartje waar zelfs je paspoortnummer op staat vermeld te tonen. Je toegangskaart geeft je de mogelijkheid om eenmaal naar binnen te gaan. Nu kun je alleen nog maar kaartjes kopen voor de maanden augustus en later. De overige maanden zijn allemaal al uitverkocht.
De enorme vesting is gebouwd op een rots boven de stad Granada. Het is meer dan een paleis. Het is een echte vestingstad met hoge muren en poorten. Je vind er paleizen, baden, een moskee een fort, soldatenverblijven en prachtige tuinen die dit alles met elkaar verbinden. Alle gebouwen dateren uit de Middeleeuwen, behalve het Casa Real dat gebouwd werd onder Karel V. Het Alhambra dankt zijn naam aan de kleur van de steen. De rode klei vermengd met steen neemt met name in het fraaie avondlicht een dieprode kleur aan. Alhambra betekent rood in het Arabisch en het ‘rode paleis’ of de ‘rode vesting’ staat al decennia op de werelderfgoedlijst van de Unesco.
Eenmaal binnen gaan we eerst de Generalife bezoeken. Boven de paleizen ligt het Generalife. Dit was het zomerpaleis van de sultans, omringd van uitgestrekte tuinen waar water eeuwig voor een rustgevend achtergrondgeluid zorgt terwijl het omlaag stroomt door de vele goten en omhoog spuit uit de vele fonteinen. Hier zorgden grote moestuinen ooit voor de voedselvoorziening van de duizend bewoners van het Alhambra dat eeuwenlang een stad op zich vormde. Rozenperkjes, cipressen-galerijen en een lucht die in het voorjaar geurt naar rozemarijn, mirte, tijm en jasmijn maken het gevoel je in een klein paradijs op aarde te bevinden compleet.
Onder het bewind van Ismail I aan het begin van de 14de eeuw wordt het Generalife aangelegd. Later deed het paleis en de omliggende tuinen voornamelijk dienst als buitenverblijf van de Nasridsche vorsten. Maar er werd ook aan veeteelt, jacht, land- en tuinbouw gedaan in het omvangrijke domein. Het Generalife dat zich op de zonneheuvel of Cerro del Sol bevindt, had één centrale plek: het paleis van het Generalife. Helaas schiet vandaag niet zo veel meer over van het oorspronkelijke paleis. In de tijd van Napoleon is er veel verwoest en Napoleon was zelfs van plan om het Alhambra op te blazen. Men heeft zijn uiterste beste gedaan om zoveel mogelijk te restaureren. Na het tonen van onze toegangskaartjes mogen we het paleis betreden met de weelderige tuinen en fontein. Het is onmogelijk om foto’s te nemen of te filmen zonder de massa Japanners en Chinezen die totaal geen respect voor iemand anders hebben als die een foto maakt of filmt. Ze lopen voor je camera alsof hun alleen op de wereld zijn. Mateloos irritant. Men heeft door grondonderzoeken kunnen bepalen welk soort planten hier vroeger stonden en deze ook zoveel als mogelijk herplant. Van hieruit hebben we ook een prachtig uitzicht op Granada vanuit het Alhambra.
Via de patio van de sultan vanwaar je ook een uitzicht hebt op de tuinen van de Generalife met de waterbekkens lopen we naar de medina, de stad van Alhambra. Hier leefden de bedienden, arbeiders en waren winkels. Vanuit de medina lopen we via tuinen naar het paleis van Karel V. Dit kasteel was naast het sultanpaleis gebouwd en stond symbool voor de triomf van het christendom over de islam. Het renaissancepaleis heeft een ronde binnenplaats met een zuilengalerij van twee verdiepingen.

Via een poort lopen we naar het Alcazaba. Het super strategisch gelegen Alcazaba, de militaire vesting aan de westzijde is het oudste gedeelte en stamt uit de 13e eeuw. Vanaf de torens is het uitzicht over de stad, de ertegenover liggende wijk het Albaícin en het hooggebergte aan de andere kant adembenemend. Binnen de muren zijn nog de fundamenten te zien van de onderkomens van de soldaten. Ook zien we de gevangenissen waar je met een wenteltrap kon komen en die onder het Alcazaba waren. In het Alcazaba zien we ook de eerste voorloper van de hamman, het badhuis. Vanuit de wachttoren Torre de las Armes kun je goed de dubbele ring verdedigingsmuren en de wachttorens zien en uitzicht op Granada. Vanaf de andere wachttoren, Torre de la Vela, hebben we uitzicht op de tuinen en op de besneeuwde toppen van de Siërra Nevada. Helaas maken de wolken het niet mogelijk om de sneeuw goed te zien. Maar er is zoveel sneeuw gevallen dat er zeker tot mei kan worden geskied.

We verlaten het Alcazaba want het is inmiddels 12:15 uur en lopen via tuinen naar het juweel van het Alhambra wat zonder twijfel wordt gevormd door de Nasridenpaleizen. De ruimtes van de Nasridenpaleizen vormen stuk voor stuk een prachtige voorbeelden van de hoogstaande Islamitische kunst. Waar je ook kijkt zie je uiterst fraaie decoraties van marmer die vaak zo gedetailleerd zijn dat het van een afstandje wel kantwerk lijkt in plaats van steen en je je afvraagt hoe zoiets gemaakt kan worden. Deuren zijn verrijkt met inlegwerk en de plafonds zijn soms gewoonweg duizelingwekkend.
We bezoeken eerst de Mexuar ofwel de audiëntiezaal. Dit is de oudste deel van het complex waar ooit recht werd gesproken. Hier werden de gasten ontvangen in een vrij kleine mooie zaal met uitgesleten vloer, sierlijke arabesken en prachtige azlejos met stermotief. Via de met mooie muren omgeven patio del Mexuar komen we in de Cuarto Dorado ofwel gouden kamer. De doorgangen van de Cuarto Dorado van de ene ruimte naar de andere zijn zo smal. Bij belegering is dit met een paar mannen goed te verdedigen! Prachtige muren met stermotieven en inscripties en een vergulde zoldering.
Het volgende binnenplaats is de Patio de los Arrayanes ook wel de mirtenhof genoemd. Het evenwicht hier tussen water, licht en ruimte is fantastisch! Hier is een rechthoekig door mirtenstruiken omzoomd waterbekkens. Langs de smalle kanten van de binnenplaats lopen zuilengalerijen. Vanuit de patio de los Arrayanes loop je naar de La Sala de Ambajadores (de zaal van de Ambassadeurs). Dit was het centrum van de politieke macht. Ook hier weer schitterende plafonds en de ‘kantwerken’ marmeren decoraties. Er is nog maar weinig over van de oorspronkelijke kleuren maar als je die er bij denkt, diepblauw, rood, groen, en geel, ongelooflijk mooi! Hier is alle pracht en praal van de Nasridische kunst
De sultan had hier zijn eigen plaats in het midden van de ruimte met het zonlicht achter hem. Als je hier binnenkwam kon je de sultan door het verblindende licht niet eens zien en was je zo onder de indruk dat je al bijna niet meer durfde te vragen wat je eigenlijk wilde vragen. Het was dus een intimiderende ruimte waar de sultan hof hield, Arabische vorsten en buitenlandse gezanten ontving. Op friezen en sierlijsten zijn kunstig spreuken en korancitaten geschilderd. De houten koepel bestaat uit duizenden kleine delen. In deze zaal heeft sultan Boabdil de sleutels van de stad overhandigd aan de Katholieke Koningen.

We lopen verder naar de Patio de los Leones, wellicht het meest gefotografeerde pronkstuk van het Alhambra, nl. de leeuwenhof ofwel de Patio de los Leones. Deze binnenplaats en de aangrenzende privévertrekken van de sultan werden in de 14e eeuw onder Mohammed V gebouwd. Later hebben de Katholieke Koningen Ferdinand en Isabelle tot op het plafond hun stempel achtergelaten. De naam Leeuwenhof is ontleend aan de Leeuwenfontein met twaalf witmarmeren waterspuwende fabeldieren die in het midden van de binnenplaats staan. Op deze binnenplaats zijn het aantal zuilen verdubbeld en soms verdriedubbeld en bekroond met fijne arcades om de zaak sierlijker te maken. Draagfunctie hebben ze niet. Aan de ene kant is er de zaal van de twee zusters (Sala de las Dos Hermanas) met een schitterend plafond. Dit was de officiële zaal voor de vrouwen. Via verschillende gangen met verfijnde plafonds lopen we naar de andere kant van de leeuwenhof en komen we in de Sala de Abencerrajes. Deze zaal, de Sala de Abencerrajes, ook weer met een schitterend plafond en typische Moorse motieven, is vernoemd naar een adellijke familie, rivalen van Boabdil. Volgens de legende liet hij hen vermoorden terwijl ze hier aan een banket aanzaten. Het patroon van het plafond gaat terug op de stelling van Pythagoras. Dit is een langwerpige in verschillende gedeelten onderverdeelde zaal met stalactieten versierde plafonds.

Het Nasridenpaleis, de residentie van de emirs is herhaaldelijk verbouwd. Het is zo goed gebeurd dat de overgangen tussen de verbouwingen niet waar te nemen zijn. Het gaat om een geheel van zalen, patio’s, salons, gangen en vertrekken die een verfijnde sfeer uitstralen. Een afknapper is wat Karel V er nog heeft aangebouwd, het Casa Real. Hier hangt ook nog een schildje ter ere van Washington Irving. Washington Irving spendeerde ooit enige tijd in het Alhambra en schreef er zijn fameuze boek ‘De verhalen van het Alhambra’. Het verscheen in 1832 en trok bezoekers uit alle windstreken van de hele wereld. Na zijn eerste blik op de stad noemde Irving Granada ‘de meest pittoreske en mooie stad gesitueerd in het mooiste landschap dat ik ooit heb gezien’. Het boek geeft een romantische en toch ook realistische omschrijving van het leven in het Alhambra toen het nog een stad op zichzelf was.
In de verte zien we het zomerpaleis van de sultans liggen, hoog in de bergen. Het is inmiddels 13:30 uur en we nemen afscheid van Ignacio. Hij geeft ons nog wat tips wat we nog kunnen zien en hoe we eenvoudig kunnen terug lopen naar ons hotel. Wij gaan eerst eens even op een bankje zitten en proberen ons toch een beetje op te warmen. Het is misschien hier boven maar een graad of drie-vier. We lopen nog even naar het Palacio del Portico vanwaar je nog een mooi uitzicht op Granada hebt en naar het Oratorio waar men richting Mekka kon bidden. Via de tuinen verlaten we dit gedeelte van het Alhambra en gaan op zoek naar een lunchadres. Het Parador lijkt ons wel iets maar daar is het druk en erg donker. Dus besluiten we maar bij Hotel America, een erg leuk restaurantje, onszelf verder op te warmen en wat te eten.

Om drie uur als de eerste druppels vallen verlaten we het Alhambra. Via een zeer steil pad lopen we naar het centrum van de stad en komen uit op het Plaza de Nueve. De paraplu’s komen weer te voorschrijf. We lopen nog een klein stukje op maar het heeft geen zin. Regenwolken storten zich weer uit over Granada. Koud en nat komen we om 16:00 uur we aan in het hotel. Vanavond gaan we toch maar eten in het restaurant het is te slecht om een leuk restaurantje te gaan zoeken in de stad. We proberen het allemaal maar te relativeren in het noorden van Spanje, in Sotres in de provincie Asturias is wel 15 cm sneeuw gevallen. Dan kun je misschien toch maar beter verzuipen?