Chinatown - Wat Arun

STEDENTRIP BANGKOK

De Chinatown van Bangkok is een van de grootste Chinatowns ter wereld. Het werd gesticht in 1782 toen de stad werd opgericht als de hoofdstad van het Rattanakosin-koninkrijk , en diende als de thuisbasis van de voornamelijk Teochew – immigranten Chinese bevolking, die al snel de dominante etnische groep van de stad werd. Oorspronkelijk gecentreerd rond Sampheng , ligt de kern van Chinatown nu langs Yaowarat Road , die dient als de belangrijkste verkeersader en soms zijn naam verleent aan het hele gebied, dat vaak wordt aangeduid als Yaowarat. Oorspronkelijk een gebied buiten de stadsmuren, groeide Chinatown uit tot het commerciële centrum van Bangkok gedurende de late 19e tot vroege 20e eeuw, maar is sindsdien in bekendheid afgenomen omdat de commerciële activiteit na de uitbreiding van de stad naar elders verhuisde. Het dient nu als een centrum van de Chinese cultuur, met tal van winkels die traditionele goederen verkopen, en staat vooral bekend als een gastronomische bestemming. 

Wat Arun is een boeddhistisch tempelcomplex in Bangkok in Thailand, vernoemd naar de god Aruna (god van de dageraad). Volgens een legende zou koning Taksin in 1767 deze plek bereikt hebben vanuit de oude, geplunderde hoofdstad Ayutthaya waarna hij hier een tempel liet bouwen voor de Smaragdgroene Boeddha. Dit beeld zou later geplaatst worden in de Wat Phra Kaew. Het huidige complex werd gebouwd onder Rama I en Rama II. 
De Wat Arun heeft een centrale grote pagode (prang) van 78 meter hoog en is gebouwd volgens de Khmerarchitectuur. Daaromheen staan nog vier kleinere prangs en vier mondops. Hij is rijkelijk versierd onder andere met stukjes porselein.

CHINATOWN – WAT ARUN

15 NOVEMBER 2006

Vandaag staan we om 6:15 uur op, het voelt bijna als uitslapen. Na het ontbijt vertrekken we met onze gids Patt om 8:30 uur naar Chinatown. We starten met de Wat Traimit ofwel de Tempel van de Gouden Boeddha, die vooral door Chinezen wordt bezocht. Het is al een enorme drukte. We kopen onze offergaven (wierook- stokjes, lotusbloemen, een kaarsje en een velletje bladgoud). We gaan eerst bij het hoofdaltaar offergaven brengen. Patt geeft ons les. Eerst de wierookstokjes en het kaarsje aansteken. Dan op de knieën bidden met de wierookstokjes en kaarsje in je handen. Vervolgens mag je de wierookstokjes in een grote pot en het kaarsje op een standaard plaatsen. Dan behoor je de lotusbloem op een schaal te leggen. Als laatste moet het kleine stukje bladgoud, wat op een wit velletje papier zit, zonder het met je vingers aan te raken, op de beelden worden aangebracht. Maar het pronkstuk van deze wat is het massief gouden Boeddhabeeld, dat in een veel te klein gebouw staat. Het beeld is 4 m hoog en weegt maar liefst 5,5 ton (18-karaats goud).

In de jaren 30 van de vorige eeuw moest er vanwege werkzaamheden op de oevers van de Chao Phraya rivier een oude verlaten tempel gesloopt worden. In deze tempel bevond zich een gipsen Boeddhabeeld. Ondanks het feit dat dit Boeddhabeeld niet zo aantrekkelijk was, was vernietigen geen optie. Daarom werd besloten om dit Boeddhabeeld te verplaatsen naar Wat Traimit in Chinatown. Het beeld was te groot om in een van de gebouwen van de tempel te huisvesten dus werd het gedurende 20 jaar onder een eenvoudig zinken dak bewaard. In 1955 werd er een nieuw gebouw gebouwd en de monniken wilden het grote Boeddhabeeld hier plaatsen. Bij het transport van het Boeddhabeeld brak er een kabel waardoor het beeld in de modder viel. Dit werd door de werknemers als een slecht voorteken beschouwd en ze lieten het beeld in de modder liggen. Het was regenseizoen en die nacht was het verschrikkelijk slecht weer met veel regen. Toen een monnik de volgende dag de schade kwam evalueren en de modder van het beeld afhaalde, zag hij dat het natte gips was gebarsten en dat het Boeddhabeeld van massief goud was gemaakt. Men denkt dat het beeld was bedekt met gips om het te verbergen voor Birmese plunderaars. In hetzelfde gebouw staan aan de linkerkant bij een raam nog een aantal kleine Boeddhabeelden helemaal volgeplakt met bladgoud.

Vervolgens lopen we met Patt verder Chinatown in en maken een stop bij de Li Thi Miew-tempel. De toegangspoort is versierd met kleurrijke draken die spelen met een bol. In deze tempel zijn vele taoïstische goden te zien. Op het hoofdaltaar branden de kaarsen en smeulen de wierookstokjes. De tempel is gewijd aan Kuan Yin, de Godin van de Genade. Via de typische Chinese winkeltjes lopen we verder. In deze winkeltjes worden vooral offergaven verkocht zoals enorme bossen met wierook, nepgeld maar ook auto’s, televisies, mobieltjes, gouden horloges zelfs hele woonhuizen, grote flessen dure cognac en dat allemaal van karton en verbazingwekkend mooi gemaakt. De Chinezen geloven dat de goden die ze aanbidden het niet in de gaten hebben en geen onderscheid maken tussen nep en echt zodat ze voor een minimum aan investering een maximum aan voorspoed kunnen afdwingen.

Hierna lopen we naar een markt. Zoals ze altijd zeggen: een Chinees eet alles wat beweegt en poten heeft, gaat hier echt op. Vissenmagen, soepjes gemaakt van ingewanden, gedroogde garnalen etc.etc. De lucht alleen al. Via de Long Noi Yee-tempel komen we uit op de hoofdstraat van Chinatown, de Yaowarat Street. Langs deze erg drukke weg, vol met uitlaatgassen, wordt ook allerlei etenswaar verkocht, rietsuikersap geperst en eten bereid.
We lopen de hoofdstraat verder af en bereiken de bloemenmarkt. Bloemen spelen een belangrijke rol bij de offergaven van de Thai. De bloemen moeten de goden gunstig stemmen. Vaak zie je ook kleine bloemenkransjes aan de spiegel in een auto hangen. De bloemen worden met de hand, stuk voor stuk aangeregen. Op het eind van de markt staan de tuk-tuk-chauffeurs al klaar om de mensen met teveel inkopen naar huis te brengen. In Chinatown is het altijd bedrijvigheid. De Chinezen beheersen nog steeds van oudsher de handel in Thailand. 

We nemen afscheid van Patt en we nemen een taxi richting Pier 1, vlakbij ons hotel. We lunchen snel met een croissantje bij de pier want om 12:30 uur start hier onze longtailboottocht over de Chao Phraya-rivier en klongs. Onze boot is stipt op tijd en het is heerlijk bij deze hitte om de wind door je haren te voelen. We zien allerlei gebouwen en tempels aan ons netvlies voorbij trekken.
We maken een stop bij het koninklijk sloepenmuseum waar een zevental koninklijke sloepen liggen. Een koning liet alleen een sloep bouwen bij een speciale gebeurtenis. De huidige koning liet ter gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum nog een sloep bouwen. Dat is momenteel ook de grootste sloep met een lengte van 50 meter en is uit één stuk teakhout gemaakt. Men heeft een bemanning van maar liefst 64 personen nodig om de sloep te laten varen. Alleen nog bij heel speciale gebeurtenissen varen de sloepen in optocht over de Chao Phraya. De laatste keer was in 1996 bij het gouden jubileum van koningschap van koning Bhumibol.

We varen verder door de klongs en de waterweg wordt smaller en smaller. De klongs zijn een wirwar van kanalen en aftakkingen van de diverse rivieren waar mensen op paalwoningen leven. Niet voor niets wordt Bangkok ook wel het Venetië van Azië genoemd. Op de terugweg gaan we aan land om een bezoek te brengen aan de Wat Arun. De wat is vernoemd naar de god Aruna (god van de dageraad). Hierdoor wordt Wat Arun ook wel de Tempel van de Dageraad genoemd. De grote prang is maar liefst 79m hoog en vanwege instortingsgevaar mag je hem niet meer beklimmen. Hij wordt omgeven door vier kleinere prangs. De bouwstijl van de Wat Arun is afgeleid van de Khmer-architectuur. De wat symboliseert de mythische berg Meru (de berg van de goden) en de afzonderlijke lagen onder de prang symboliseren de verschillende werelden. Een groot deel van het kleurrijk porselein is destijds geschonken door de plaatselijke bevolking. De bloemen op dit porselein en de bloemen die van porselein zijn gemaakt zouden verwijzen naar de vegetatie op de berg Meru.
Tijdens de Royal Barge Procession, een spektakel dat alleen gehouden wordt ter ere van bijzondere gelegenheden in Thailand, speelt Wat Arun een hoofdrol. De Koninklijke familie van Thailand brengt dan een bezoek aan de tempel en biedt de monniken van Wat Arun voedsel en nieuwe kleren aan. Voorafgaand aan het bezoek aan Wat Arun door de Koninklijke familie trekt er een oude traditionele waterprocessie over de Chao Phraya rivier. Aan deze processie, welke een van de grootste spektakels in Thailand is, wordt deelgenomen door een vloot van meer dan 50 bijzondere historische schepen.

Rond 16:00 uur zijn we weer terug bij Pier 1 bij ons hotel. We ploffen neer in de lobby en onder het genot van een kopje thee en biertje laten we alle belevenissen van vandaag nog eens de revue passeren. ’s Avonds gaan we lekker een buffetje ‘pikken’ bij Next 2. Het smaakt weer voortreffelijk. We krijgen van een ober nog wat Thaise les. Het valt niet mee maar met wat ezelsbruggetjes komen we een heel eind…. alleen voor hoelang. Als we rond 21:00 uur op de kamer terug zijn, staat er een bloemstuk voor ons op een tafeltje. Maar van wie??? We denken van iemand van de huishouding, het zal nog een lange speurtocht gaan worden wie we hiervoor moeten bedanken. Achteraf blijkt het inderdaad van iemand van de huishouding te zijn als blijk van waardering dat we elke dag trouw een fooi voor de schoonmaaksters van onze kamer neerleggen op ons kussen. Om 22:30 uur vallen onze “rolluiken” dicht, slapen geblazen.