Beihai Park - Confusius

STEDENTRIP BEIJING

Met de Verboden Stad en Jingshan Park in het oosten, is het Beihai Park een van de oudste, grootste en best bewaarde oude keizerlijke tuinen in China, gelegen in centrum van Peking. Deze oude tuin, met een geschiedenis van meer dan 1000 jaar, is niet alleen een klassieke combinatie van de grootsheid van de noordelijke tuinen en de verfijning van de zuidelijke tuinen in China, maar ook een perfecte integratie van prachtige keizerlijke paleizen en plechtige religieuze constructies.

De tempel van Confucius is waar mensen hulde brachten aan Confucius tijdens de Yuan-, Ming- en Qing-dynastieën. Het is de tweede grootste Confucius-tempel in China. De tempel werd voor het eerst gebouwd in 1302, sindsdien is hij vele malen gerestaureerd en uitgebreid. Nu beslaat het een totale oppervlakte van 22.000 vierkante meter. Confucius was een groot denker, filosoof en pedagoog in het oude China, en zijn leringen en filosofie hadden een diepe invloed op de Chinese feodale systemen en het beleid van de keizers. Zijn waarden en gedachten werden ontwikkeld tot “Confucianisme” en geïntroduceerd in vele andere landen, waaronder Europa en de landen en regio’s in Azië.

BEIHAI PARK  – CONFUSIUS-TEMPEL

20 APRIL 2013

We hebben heerlijk geslapen en zijn pas om 7:30 uur opgestaan. Zoals elke morgen, de zaterdag vormt daar geen uitzondering op, ongeacht het tijdstip, staan er rijen mensen bij de bushaltes. Zodra de bewuste bus komt is het dringen geblazen en volgepakt vertrekt de bus om weer plaats te maken die ook weer vol mensen wordt gepropt. We vertrekken vandaag om 9:30 uur naar het Beihai-Park wat ten noordwesten van de Verboden Stad ligt. Het is heerlijk weer, zo’n 17 graden. Wat een verschil met gisteren. We komen het park binnen via de zuidelijke toegangspoort. Het Beihai Park is een keizerlijke tuin en een van de grootste parken in de stad met een grootte van meer dan 69 ha. In het Beihai Park ligt ook een meer dat meer dan de helft van het park omvat. Beihai betekent ook letterlijk: noordelijke zee. In het centrum van het park is een eiland, het Hortensia-eiland genaamd. Ook hier wordt het park, zoals we ook hebben gezien in de andere parken, door de Pekinezen voor allerlei doeleinden gebruikt. Hier is men ’s morgens vroeg al aan het dansen en aan het kalligraferen. We starten de klim naar de top van het Hortensia-eiland met als eerste de tempel van de Eeuwige Vrede. Dit is een lamatempel. Overal waar je maar kunt kijken zie je rode plaatjes hangen, in de bomen, aan standaarden, waar mensen hun wensen op hebben geschreven. Het is een kleurrijk gezicht met de ossenrode muren van de tempel en de rode bloesem. De belangrijkste hal van deze tempel is de hal van het Wetswiel. Er staat een groot beeld van de Sakyamuni Boeddha, de stichter van het Boeddhisme. Aan weerszijden staan er vier Bodhisattva’s, dit zijn personen die het in zich hebben om een Boeddha te worden, m.a.w. die het voorlaatste stadium van verlichting hebben bereikt.
We maken de volgende klim en komen bij de volgende tempel; de Hal van de Waarachtige Verlichting. Bij de tempelingang zien we Milefo en Weituo al staan. Als ‘kenners’ weten we dat het een boeddhistische tempel is. Ook voor deze tempel zien we weer allerlei wensgebeden van gelovigen in de bomen en op standaards hangen. In deze tempel staat een beeld van Zongkaba, de stichter van de sekte van de Gele Hoeden binnen het Tibetaanse Boeddhisme. Aan beide zijden heeft Zongkaba beelden van zijn discipelen; aan de ene kant een beeld van de Dalai Lama en aan de andere zijde een beeld van de Danchan Lama.

Nog een laatste pittige klim en we hebben de top bereikt van het Hortensia-eiland met de witte dagoba. De witte dagoba werd gebouwd in 1651 ter gelegenheid van het bezoek van de eerste Dalai Lama. Toen werd de Dalai Lama nog vereerd; wat een verschil met nu. Voor de witte dagoba staat een tempeltje wat aan de buitenzijde is bewerkt met honderden geglazuurde Boeddha’s. Binnenin de tempel staat een beeld van een Tibetaanse God die de beschermer van Beijing zou zijn. Vanaf de heuveltop van het Hortensia-eiland hebben we een prachtig uitzicht op het immense meer en we zien zelfs de Kolenheuvel van het Jinghshan-Park. We kunnen wel heel goed merken dat er meer en meer smog boven de stad hangt dan een paar dagen geleden.

We klauteren via de andere kant van de heuvel naar beneden en wandelen langs het meer. Onderweg passeren we een heel apart restaurant. Dit keizerlijk restaurant, Fangshan, werd in 1926, twee jaar nadat Puyi de Verboden Stad had moeten verlaten, door twee keizerlijke koks geopend. Nog steeds is het restaurant gespecialiseerd in de keizerlijke keuken. Het is zaterdag en veel Pekinezen maken van de gelegenheid gebruik om met een bootje op het meer te varen. Wij lopen naar de noordoever van het park. Onderweg zien we nog een “oude ballerina” die een podiumpje heeft gemaakt, een cassetterecorder aan heeft staan en denkt dat ze nog steeds in het Zwanenmeer danst, met haar lange rokje, wanten, bontlaarsjes en mutsje op. Een stukje verder zien we twee oudere vrouwtjes die denken dat ze in een of andere opera optreden (met microfoon en al). We passeren een groot orkest wat wel uit 50 personen bestaat. We zien zelfs nog een Chinese travestiet die met een groep verklede vrouwelijke soldaten allerlei Chinese strijdliederen zingt en de sinaasappels die hij als borsten gebruikt zakken steeds verder af….. Je ziet van alles en je komt ogen en oren tekort. Maar wat het meest opvalt is het plezier wat de mensen uitstralen die ‘optreden’ en die toekijken. Wij hebben nog een flink stuk te lopen voordat we bij onze volgende bezienswaardigheid in het Beihai Park zijn; namelijk het Negendrakenscherm.
Het Negendrakenscherm is een grote muur versierd met negen geglazuurde draken. Oneven getallen stonden in de keizertijd symbool voor mannelijkheid en omdat 9 het hoogste oneven getal is met slechts een cijfer, symboliseert het getal negen de ultieme mannelijkheid. Negen is daarmee het getal van de keizer. Het getal negen werd ook als iets hemels gezien omdat de keizer werd aangesteld door de hemel en de hemel negen lagen zou hebben. De meeste uitingen in China van negen hebben direct te maken met de keizers. De deuren naar keizerlijke paleizen zijn versierd met negen rijen van negen knoppen. De keizer droeg kleding met negen draken erop. De draken stonden voor het mannelijke en de keizer. Je mag dus wel stellen dat het Negendrakenscherm symbool staat voor de keizer. Er zijn nog slechts 3 negendrakenschermen in geheel China.

 Als laatste lopen we naar de hoofdhal van de Hal van de Hemelse Koningen met immens grote Boeddhabeelden. Zoiets hebben we eigenlijk nog nooit gezien, zwarte beelden en de krullende bollen op het hoofd van de Boeddha zijn helblauw. Als we aan de gids vragen waarom dat die blauw zijn, krijgen we als antwoord: ze zijn blauw omdat ze blauw zijn. Tja, dat is ook een uitleg.
Na ruim drie uur wandelen, zeg maar gerust slenteren, verlaten we het Beihai-Park via de Noordpoort. We nemen een taxi naar het stadsdeel Dongcheng voor de lunch. Taxi’s zijn eenvoudig te herkennen. Ze zijn er in de kleuren groen, donkerrood, zwart of donkerblauw en er loopt een brede gele band over de lengterichting van de auto. De gele kleur zou nog refereren aan de keizerlijke kleur geel. Onze gids neemt ons mee naar een heel klein restaurantje, een pijpenla, met aan weerszijden smalle houten tafeltjes, waar je net kunt zitten. Vandaag eten we een soort noedelsoep met allerlei bijgerechten waarvan we de herkomst alleen kunnen gissen. Het smaakt best wel.

Na de lunch lopen we naar de grote Lamatempel die vlakbij ons lunchadres ligt. De lamatempel was oorspronkelijk een villa; maar nu is het één van de grootste en belangrijkste tempels van de Tibetaanse boeddhistische kloosters van de wereld. Ons toegangskaartje is een kleine cd met allemaal informatie over de tempel. Via de ingang met een grote sierboog loopt een lang pad naar de tempels. Vroeger woonden er duizenden monniken, nu staan er statige oude bomen. Zoals bij bijna alle tempels die we de afgelopen dagen hebben bezocht is het niet één tempel die je bezoekt, maar diverse tempelhallen achter elkaar die allemaal hun eigen goden hebben. Zo ook hier in de Lamatempel. We starten met de Hal van de Hemelse Koningen. Duidelijk is hier te zien dat de religie herleeft in China, steeds meer mensen, vooral jongeren, komen naar de tempels.
We komen weer in allerlei hallen met schitterende namen zoals de Hal van de Eeuwige Goddelijke Bescherming en Hal van het Wiel van de Wet. Wij zijn nog meer onder de indruk van de Boeddhabeelden die we in de diverse tempels zien staan dan van de mooie namen. Het ene Boeddhabeeld nog groter dan het andere, het ene Boeddhabeeld met nog meer goud bedekt dan het andere. Ongelooflijk mooi! Van alle tempelgebouwen zijn er een drietal die opvallend zijn. In de Yonge Dian Hal, de hoofdhal van de Lamatempel, staan drie gouden Boeddha beelden. De Boeddha van het heden, verleden en toekomst. Voor de Boeddha’s staan de acht toverwapens van het Tibetaanse boeddhisme; het wiel van de wet, de paraplu, de oneindigheidsknoop, de schelp, de lotus, de vaas, het vissenpaar en het baldakijn.
Op het altaar van de volgende tempel, de Hal van het Wiel van de Wet, staat een enorm standbeeld van een Tsongkhapa, de stichter van de lamaïstische orde van de Gele Hoeden. In de hal liggen allemaal lange rijen met kussens. Die worden door de hier wonende lama’s gebruikt als ze hier vijf keer per dag komen bidden.
De laatste grote hal is het paviljoen van de tienduizend Zaligheden. Dit paviljoen is gebouwd rond het kolossale beeld van de toekomstige Boeddha, de Maitreya Boeddha. Het beeld is gehakt uit één enkel stuk sandelhout en reikt 26 m hoog, waarbij een derde van het beeld in de grond verankerd zit om het beeld bij een aardbeving overeind te houden. Het paviljoen is nadat de Boeddha was geplaatst er pas omheen gebouwd. Om het gebouw nog meer stevigheid te geven zijn er twee tempels naast elkaar gebouwd die d.m.v. een soort loopbruggetje met elkaar zijn verbonden. In het paviljoen zelf is elke centimeter van de wanden gebruikt om de meest mooie precieze schilderingen van Boeddha’s aan te brengen. In elk hoekje wat nog over is in deze ruimte, staan ook weer Boeddhabeelden en aan de voeten van de enorme Boeddha staan er ook nog wel honderden. Soms kan ’te’ ook echt teveel zijn. De dakranden van dit paviljoen hebben aan de uiteinden ook een hele rits mythische figuren en aan het kopstuk de keizer, ter bescherming. Bij de Lamatempel is ook nog een interessant museum met een mooie verzameling van allerlei Tibetaanse goden. Een indrukwekkende tempel!

Tja, we hebben vandaag veel op het programma staan. Nauwelijks 10 minuten lopen van de Lama Tempel ligt de Keizerlijke Academie en de Confuciustempel. De Keizerlijke Academie was de hoogste onderwijsinstelling in het traditionele onderwijssysteem in China. Keizers in het keizerlijke China bezochten deze Academie vaak om te lezen uit Confuciaanse klassiekers aan duizenden studenten. Het keizerlijk examen was ook een essentiële stap op de carrièreladder van de keizerlijke ambtenarij. Een belangrijk onderdeel van het examen was de kennis van de confucianistische klassieken. We lopen onder een grote gedenkpoort door en lopen dan recht op de zgn. biyong, dit was de belangrijkste hal van de Keizerlijke Academie. Er ligt een vijver voor met de mooie naam: Rivier van de Halve Manen. De biyong was de ruimte waar de keizer elk jaar in de lente een toespraak hield voor de studenten. De studenten stonden buiten en alles wat de keizer vertelde in de biyong werd via leraren doorgegeven aan de menigte buiten. Nou kan ik me zo voorstellen dat er toch wel vaak heel andere dingen werden verteld aan de studenten dan de keizer zei. Het is onmogelijk om iets één op één door te vertellen. De biyong ziet er ook echt keizerlijk uit. Centraal in de zaal de zetel van de Keizer. Het plafond is minstens zo mooi. Allemaal tegels met kleine gouden draakjes erop.

Bij de Keizerlijke Akademie is ook een museum waar we kunnen zien hoe er in die tijd onderwijs werd gegeven en hoe het er aan toe ging tijdens de keizerlijke examens. Dank zij dit examensysteem werden de meest uitmuntende kandidaten geselecteerd die dan als topambtenaren een regerende functie zouden vervullen. De keizerlijke examens bestonden tot het einde van de Qingdynastie, in 1905. Gedurende al die eeuwen, op enkele periodes van onderbreking na, waren deze examens, waaraan alleen volwassenen van het mannelijke geslacht mochten deelnemen, de enige methode tot sociale promotie.
Opklimmen in de ambtelijke hiërarchie gebeurde op basis van periodieke evaluaties. Voor diegenen die op een functie in de regering aasden en politieke verlangens hadden was dit de enige manier om dit te verwezenlijken. Eerst werd men geselecteerd op districtsniveau voor de titel xiucai (bloeiend talent). Hierop volgde een examen in de provinciehoofdstad (dat slechts om de drie jaar werd georganiseerd) tot het behalen van de titel juren (naar voren gebrachte geleerde). Het derde examen vond plaats in de hoofdstad, en werd eveneens om de drie jaar georganiseerd. Indien men slaagde kreeg men dan de graad van jinshi (hij die de graad van geleerde heeft behaald). Het laatste examen was het paleisexamen, voorgezeten door de keizer. Wie deel uitmaakte van de slechts één procent geslaagden werd toegelaten tot de Hanlin-academie. Deze academie werd in 740 opgericht en was het hoogste intellectuele instituut in het keizerrijk. Ze verenigde dichters en geschiedschrijvers, inspecteurs en examinatoren. Verschillende instituten onder de Hanlin-academie bereidden de kandidaten voor op de staatsexamens. Het systeem van de keizerlijke examens kwam ten einde na 1900 toen de keizerin-weduwe Cixi uiteindelijk begreep dat het ambtenarensysteem het hoofdobstakel was voor hervormingen. Ze schafte het af en verving de klassieken voor modern onderwijs. 

Links van de Keizerlijke Akademie staat een groot standbeeld van Confucius, waar ook nu nog door studenten wensgebeden worden gehangen voor een goede afloop van hun examen. De Keizerlijke Akademie wordt via een hal verbonden met de Confucius- tempel. In deze hal staan 198 stèles met de namen van maar liefst 51.624 geslaagden kandidaten voor het keizerlijk ambtenarenexamen tijdens de Yuan-, Ming- en Qing-dynastie.
Confucius was een denker en sociaal uit het oude China, lang voor de vorming van het Chinese Keizerrijk en wordt gezien als een voorbeeld voor alle leraren. Confucius’ leer stond in vele opzichten op gespannen voet met de heersende standenmaatschappij. Hij vond dat van nature iedereen gelijk was. Hoge posten moesten door de meeste bekwame mensen worden bezet en niet per definitie door de adel die dergelijke posten in de praktijk vaak overerfde. Meer dan 2500 jaar hanteerde China het confucianistische gedachtengoed als leidraad. Maar kort voor 1900 stond de Chinese staat op de rand van de afgrond, onmachtig tegen buitenlandse inmenging en de groeiende onvrede bij het volk. Beschuldigend werd er met de vinger naar Confucius gewezen. In 1949 werd Confucius nog feller aangevallen toen de communisten aan de macht kwamen. Maar nu is Confucius weer terug van weggeweest en immens populair.
De Confuciustempel zelf, stelt niet zoveel voor. Het is meer een museum met oude Chinese instrumenten en wat beelden. Op de wanden staan de namen van de beste studenten. Deze tempel werd door de keizers van de Yuan-, Ming- en Qingdynastieën gebruikt om offers te brengen aan Confcius, om hem zo te eren en gunsten af te dwingen. Wat dan weer wel opvalt is dat er beelden zijn waar door studenten geld wordt geofferd! Op een grote binnenplaats wordt om het uur een voorstelling gegeven waar in dans en muziek de tijd van Confucius centraal staat. Via de Poort van de Eerste Leraar verlaten we het tempelcomplex. Hier zien we net zoals in de Verboden Stad en bij de Tempel van de Hemel, de ‘Keizersweg” waar de keizer over werd gedragen als hij naar de tempel ging. Links voor de poort ligt nog een vijver, de Watervijver voor de Inktstenen. Volgens een legende zou iedereen die hieruit dronk met vlag en winpel slagen voor het ambtenarenexamen. Hoewel de vijver is opgedroogd komen ook nu nog veel studenten naar deze plek om iets te offeren voor een goede afloop van het zeer zware nationale toelatingsexamen van de universiteiten.

Het is inmiddels al kwart over vijf en er is geen taxi te bekennen die richting ons hotel wil rijden. Dus lopen we naar het metrostation en gaan met de metro terug naar ons hotel. We kunnen even (een klein uurtje) bijkomen van de drukke dag want om 19:00 uur worden we al weer opgehaald voor onze avondtour, Beijing by night.
Om stipt 19:00 uur worden we opgehaald. We rijden eerst naar het Plein van de Hemelse Vrede en de Poort van de Hemelse Vrede om Mao (met wrat!) uitgelicht te zien. We moeten de auto een heel stuk verder parkeren. Het is ten strengste verboden om bij de Poort of bij het Plein van de Hemelse Vrede te stoppen. De diverse gebouwen op en aan het plein zijn wel mooi uitgelicht. Bij het monument van de Helden van het Volk en bij Mao wordt nog steeds wacht gehouden. Dit gaat dag en nacht door. Na hier een tijdje te hebben rondgelopen moeten we de auto weer terugvinden….. en rijden we naar de andere kant van de stad om het Olympisch Stadion te zien. Verbazingwekkend hoe druk dat het daar is. Ze verkopen er ook allerlei spulletjes die licht geven, maar de lichtgevende vliegers maken er toch iets sprookjesachtig van. Uiteindelijk zijn we die avond pas om 22:30 uur terug in het hotel. Zin om nog iets te eten hebben we niet meer, daarvoor zijn we te moe en is het te laat! We drinken nog iets en dan snel naar bed want morgen vertrekken we al weer vroeg. Maar zoals we (ik) altijd zeggen: Thuis rusten we wel weer uit!