Bel- en Drumtoren - Hutongs

STEDENTRIP BEIJING

Al sinds de Han-dynastie meer dan tweeduizend jaar geleden was het gebruikelijk in Chinese steden om een of twee torens te hebben met een bel of gong. Vanaf de torens was het namelijk eenvoudig om legers, roversbendes of andere vernielzuchtige lieden te zien aankomen, zodat snel de bel geluid kon worden, de inwoners zich achter de stadsmuren konden verschuilen en de stadspoorten dichtgegooid konden worden.

Aangezien er niet voortdurend kwaadgezinde lieden voor de poorten stonden en de torens er toch waren, kwamen de Chinezen al gauw op het idee de torens ook te gaan gebruiken om de tijd bij te houden. Het is met dit in het achterhoofd dat de Trommel- en Beltorens in Beijing gebouwd zijn. Toen Kublai Khan, kleinzoon van Dzjengis Khan, grootkhan van het Mongoolse rijk en stichter van de Chinese Yuan-dynastie (1271-1368) de hoofdstad van zijn rijk naar Beijing verplaatste gaf hij ook opdracht deze twee torens bouwen. Hoewel langs de rand van de oude stad de wolkenkrabbers honderden meters hoog rijzen, steken de Bel- en Drumtorens tegenwoordig nog steeds uit boven de hutongs die zo kenmerkend zijn voor de bewaard gebleven oude binnenstad.

BEIJING

19 APRIL 2013

Vandaag ‘uitgeslapen’. We staan pas om 8:00 uur op omdat we om 9:30 uur vertrekken naar de stadsdelen Xicheng en Dongcheng. Deze stadsdelen zijn een afwisselende mengelmoes van oude hutongs, de zgn. achtermeren en oude huizen die uit de oude Keizertijd dateren. We beginnen bij de Lotusmarkt die bij het Shichahai meer ligt. Vroeger was hier een levendige markt waar lokale lotusbloemen werden verkocht. Nu is het een verpauperd gedeelte wat men d.m.v. moderne- en souvenirswinkels probeert te revitaliseren. Helaas hebben we niet zo’n mooi weer als de afgelopen dagen. Het regent en waait hard en het is ook meteen ontzettend koud, zo’n 2-3 graden. Echt weer voor handschoenen en een sjaal. Jammer. Nou zijn souvenirwinkeltjes niet echt aan ons besteed maar je ziet hier winkels met wel duizenden soorten thee. Vanuit de Lotusmarkt lopen we naar de Bel- en Drumtoren, die tegenover elkaar aan een plein liggen. Ten tijde van het Chinese keizerrijk had elke stad een Bel- en Drumtoren die ver boven de bakstenen huisjes uitstaken. Ze waren in de wijde omtrek te zien en te horen. Wij gaan eerst de beltoren (47m hoog) bezichtigen die via een heel steile klim is te bereiken. Als je boven bent, zie je de onderste treden niet eens. Boven hangt een grote ijzeren bel, met een gewicht van 63 ton en een hoogte van 7 meter. Volgens het oude systeem was de nacht opgedeeld in zgn. gengs die elk stonden voor twee uur. Bij de 1e geng van 19:00-21:00 uur werden de stadsmuren gesloten, de 2e geng van 21:00-23:00 uur was een teken tot slapen. De 3e geng van 23:00-1:00 uur gaf aan dat het nacht was. De 4e geng van 1:00-3:00 uur gaven aan dat een nieuwe dag was begonnen.

Vanaf de Beltoren hebben we een mooi uitzicht en zien we ook de tegenover gelegen drumtoren; die we daarna gaan bezoeken. Weer een steile trap van om 47m hoogteverschil te overbruggen. Onze ochtendgymnastiek hebben we er voor vandaag opzitten. In de ruimte boven is ook een klein museum waar we kunnen zien op wat voor manieren er in vroegere tijden in China de tijd werd gemeten. Bijvoorbeeld door kaarsen met voor elke twee uur een streepje, of wierookstokken;; maar natuurlijk ook door de trommels. Van de oorspronkelijke trommels is er nog één over. Muzikanten laten de traditie herleven door op de 24 trommels elk half uur een show te geven. het is echt een oorverdovend lawaai. In vroegere tijden werd net zoals bij de beltoren elke twee uur op de trommels geslagen. Nadat met 13 trommelslagen de nacht was aangekondigd, de stadspoorten werden gesloten, werd elke volgende geng met een trommelslag aangekondigd. Ambtenaren en militairen regelden hun leven rond deze signalen. Bij het slaan van de 4e geng (1:00 uur) stonden de ambtenaren die de ochtendaudiëntie gingen bijwonen op. Bij de 5e geng (3:00 uur) verzamelden zij zich voor de Meridiaanpoort van de Verboden Stad. Bij de 6e geng (5:00 uur) marcheerden ze het Keizerlijk Paleis in en knielden op de stapstenen voor de Hal van de Opperste Harmonie om op de keizerlijke bevelen te wachten. Vanaf de top van de drumtoren hebben we een goed uitzicht op de hutongs en we zien ook in de verte het Jinghsanpark met de Kolenheuvel liggen en daarachter de Verboden Stad. Alle keizerlijke gebouwen lagen in één rechte lijn in de stad. Tja en dan moeten we toch echt weer die steile trap af.

Dan hebben we een lunch bij een lokale familie in de hutongs. De heer en vrouw des huizes hebben voor ons gekookt. We gaan via een smal gangetje naar hun woonruimte. Ze hebben drie kamers en een enorme bende! Onze lunchplek is in een kamertje midden tussen de printer, fax, een tweepersoonsbed, bureau, flessen olie, bureaustoel, kleerkast en een hoop levensmiddelen…. oh ja en daar hebben ze nog een klein tafeltje kunnen neerzetten met een paar stoelen voor ons. Wat we precies eten weten we niet, maar het smaakt heerlijk. Ze hebben zich echt uitgesloofd. Gelukkig zien we pas nadat we hebben gegeten de keuken. Ik denk dat als we dat vooraf hadden gezien we geen hap door ons keel hadden kunnen krijgen. We zijn weer een beetje opgewarmd want het blijft buiten koud en hard waaien.
Na de lunch gaan we per riksja de hutongs verkennen. We zitten gelukkig een beetje beschut onder het luifeltje.
Een hutong is een traditionele woonwijk in China en met name in Beijing. Hutongs, wat letterlijk steegjes betekent, zijn opgebouwd uit zgn. siheyuans. Een siheyuan is een gebouwencomplex van vier gebouwen (woningen met meerdere gezinnen, werkplaatsen en winkeltjes) rond een centraal pleintje, omgeven door een muur. Dit type woonwijken bestaat al 700 jaar. Sommige woningen in de hutong hebben slechts één of twee kamers, die dienst doen als keuken, slaapkamer, wasruimte etc. In het oude China werden straten gedefinieerd door hun breedte. Hutongs waren straten niet breder dan 9 meter. Vele straten waren smaller, er zijn zelfs steegjes van 40 cm breed. De mensen wonen dus heel dicht op elkaar en hebben geen sanitair. Er zijn aan de buitenzijde van een hutong gemeenschappelijke toiletgebouwen. Elektrische verlichting is er vaak nauwelijks. In 2005 waren er nog 3000 hutongs in Beijing, waarin bijna de helft van de stedelijke bevolking leefde. Vroeger waren ze dus talrijk, maar de hutongs en siheyuans verdwijnen in een hoog tempo. De vrijgekomen grond wordt volgebouwd met hoogbouw. De inwoners van de steegjes wordt vervangende woonruimte aangeboden in appartementencomplexen met minimaal het aantal vierkante meters dat de oude woning groot is geweest. Velen klagen dat de traditionele gemeenschapszin van de hutong in deze grote complexen verdwijnt. Met het oog op de Olympische Spelen werden veel van deze oude en gezichtsbepalende buurten afgebroken of verborgen achter muren. De regering vindt de hutongs een schande voor Beijing. Er blijven wel enkele hutongs over (2 tot 3) om te dienen als openluchtmuseum. Een woning in een hutong is en blijft eigendom voor het leven en gaat over van vader op zoon of dochter. Het blijft altijd in de familie. Daarentegen kun je een flat/appartement kopen voor 70 jaar en daarna vervalt het eigendom en zul je weer opnieuw moeten kopen voor weer 70 jaar. 

Rond 13:00 uur zit onze rit door de hutongs erop. De riksja-rijders moeten dolblij en bekaf zijn geweest toen de rit erop zat. Wij lopen nog door een paar straatjes en nemen een taxi terug naar het hotel. We zijn totaal verkleumd van de kou. De hutongs vielen ons erg tegen, het is nu al een openluchtmuseum geworden met de vele moderne boetiekjes, souvenirwinkeltjes en restaurantjes in de oude woningen. De sfeer van het oude Beijing is hier niet meer te vinden.
We gaan ons eerst eens even opwarmen in het hotel. Wisselden we elke keer, heel gemakkelijk, geld in het hotel, vandaag gaat dat niet lukken. Dus gaan we in een bank in de buurt, het stikt ervan, geld wisselen. Dat is ook een hele ervaring. Je trekt eerst een nummertje. Gaat dan rustig zitten. Dan komt er een mevrouw naar je toe en moet je een hele rits formulieren invullen. Na een kwartiertje verschijnt je nummer in een display en ga je naar de balie waar je nummer knippert. Dan worden er weer een hele hoop papieren ingevuld en moet je tekenen, dit wordt dan weer met je paspoort vergeleken en gekopieerd en dan heb je na bijna een uur een paar honderd euro gewisseld in yuan, die tot drie keer worden geteld. Ze zouden eens een yuan teveel of te weinig hebben gegeven. Nou we kunnen er weer een paar dagen tegen.
Dan gaan we op zoek naar een supermarkt om wat inkopen te doen. Er moet in de buurt van ons hotel een heel grote supermarkt zijn. Dus waar we denken dat hij is, vlakbij het metrostation, waar we ook allerlei kraampjes zien staan, lopen we naartoe. We gaan het gebouw in met 8 etages. Elke etage stoppen we, gaan we uit de lift en kijken we rond. Als we alle 8 etages hebben gehad, weten we dat ze van alles hier verkopen… behalve waar wij naar op zoek zijn, wat frisdrank, nootjes en een biertje. Er lopen genoeg jongeren rond, dus in het Engels spreken we een aantal jongeren aan maar die denken dat we van Mars komen en snappen totaal niet wat we bedoelen. Veel jongeren studeren Engels maar hebben zelf hun hun eigen Engels gecreëerd wat vaak niets met Engels te maken heeft omdat simpelweg niemand hen corrigeert. We hebben dat tijdens de reis ook al vaak met onze gids Claudia gehad. We zitten hier in een zakendistrict dus er moet toch iemand zijn die Engels spreekt. Opeens zien we een keurige man, we houden hem aan en vragen of hij een supermarkt weet. Jawel hoor, hij brengt er ons zelfs naartoe. Blijkt het een kleine deur aan de achterkant van het hotel te zijn, waar een mega-supermarkt is gevestigd. Missie geslaagd en een plastic zak gevuld met onze boodschappen gaan we terug naar ons hotel. Een warme douche, een drankje doen wonderen. We werken ons dagboek bij en gaan die avond in het Restaurant Vic eten. We hadden op ons programma staan om Pekingeend te gaan eten. Maar in verband met het uitbreken van de vogelgriep staat er nergens meer gevogelte op de menukaart.