Kowloon

RONDREIS HONGKONG

Kowloon was, na Hongkong-eiland, het eerste gebied dat in 1849 onder bewind van het Verenigd Koninkrijk kwam te staan, en uiteindelijk een deel van de kroonkolonie Hongkong zou worden. Tezamen met Hong Kong Island is Kowloon goed voor 47% van het totale bevolkingsaantal van Hongkong. Kowloon ligt ten noorden van Hong Kong Island, aan de overkant van Victoria Harbour. Het ligt ten zuiden van de New Territories, die grenzen aan het ‘vasteland van China

HONGKONG ISLAND – KOWLOON

9 MAART 1997

We staan al om 6:30 uur op. Na ons ontbijtje wat gewoon slecht blijft voor 40 gulden p.p., gaan we eerst maar weer pinnen voordat we worden om 8:00 uur worden opgehaald voor een bezoek aan de Wong Tai Sin Tempel. Vooral op zondagen is dit ’the place to be’.
De Wong Tai Sin Tempel claimt dat het ‘iedere wens vervult op verzoek’ en dat kan iets te maken hebben met de populariteit van de tempel. De tempel biedt onderdak aan drie religies, Taoïsme, Boeddhisme en Confucianisme. Bij de ingang staan verschillende monniken al met hun bedelnap klaar voor een offergave. Maar er staan ook de nodige oudjes met een plastic bekertje om wat Hongkong Dollars te vergaren. De tempel herdenkt de beroemde monnik Wong Tai Sin die in de 4e eeuw werd geboren en die een godheid werd. In 1915 bracht een Taoïstische priester Liang een heilig portret van Wong Tai Sin vanuit Guangdong in het zuiden van China naar Hongkong.
De Wong Tai Sin tempel is nu het onderkomen van het waardevolle portret en gelovigen komen er om te bidden voor geluk door het brengen van offers, het vragen om goddelijke raad en waarzeggen. Als we eenmaal door de poorten van het tempelcomplex zijn is het een drukte van jewelste. Voor Chinezen betekent godsdienst uitoefenen in de eerste plaats de goden met behulp van wierook en offers genade te stemmen. Het verbranden van wierook is een van de belangrijkste rituelen in het religieuze leven van de Chinees. De rook moet de goden gunstig stemmen of een gebed overbrengen. Meestal worden de wierookstokken in bundels van drie verbrand, één bundel voor de god van de hemel, één bundel voor de god van de onderwereld en de derde bundel voor het eigen welzijn. Er wordt hier wat afgestookt. Door de rook van de wierook heb je soms moeite om mensen te onderscheiden.
De Chinezen verbranden voor de overledenen bij begrafenissen en op feestdagen papieren offergaven zoals huizen, meubels, auto’s en ook geld. Het mag de overledene in zijn volgend leven aan niets ontbreken. Als we eenmaal bij de hoofdtempel zijn aangekomen kunnen we niets zien, alleen mensen en rook. Er is geen doorkomen aan. We hebben niets gezien van de tempel maar wel de sfeer geproefd en ervaren hoe intens de Chinezen hun geloof belijden.

Je kunt het je nauwelijks voorstellen maar immense flats omringen de Wong Tai Sin tempel. In deze flats leven 5 mensen op 30m2 zonder enige lift in het gebouw. Je moet er toch niet aan denken dat je een feestje hebt en je kratjes bier naar de 18e verdieping moet sjouwen. Vijf groepen van 5 bewoners delen een gezamenlijk toilet en wasruimte. In Hongkong kom je alleen maar in aanmerking voor woonruimte als je een gezin hebt met minimaal een kind. De zgn. voorloophuizen, wat houten barakken zijn, is huisvesting waar je ’tijdelijk’ kunt wonen voordat je in aanmerking komt voor een flat. De gemiddelde wachttijd voor de toewijzing van een flat is maar liefst 5 jaar!
Dan rijden we naar het park van de Ommuurde Stad in Kowloon. Het Park van de Ommuurde Stad in Kowloon bevindt zich op de exacte locatie van de Ommuurde Stad in Kowloon die vandaag de dag nog bekend staat als een centrum van misdaad en losbandigheid. Het terrein ligt op een strategische plek op Kowloon en werd vanaf de 16e eeuw door ambtenaren van het Chinese keizerrijk gebruikt. In 1841, toen Hongkong eiland werd afgestaan aan Groot Brittannië, was de Ommuurde Stad in Kowloon al een versterkt garnizoensfort. Het lot van het fort veranderde drastisch in 1898 toen de New Territories aan Groot Brittannië werden verpacht voor een periode van 99 jaar. Ook al bleef de Ommuurde Stad bij verdrag een deel van het Chinese territorium, de troepen en ambtenaren werden in de jaren die volgden, gedwongen om te vertrekken. Ze lieten een machtsvacuüm achter dat werd opgevuld door criminelen en het garnizoensfort werd een stad in een stad. In de loop van de twintigste eeuw vonden vluchtelingen en andere criminele elementen de weg naar de wetteloze enclave. Buiten bereik van de wet breidde het gebied zich uit tot een vies doolhof van illegale gebouwen in donkere, stinkende steegjes, waar alles van de handel in drugs en prostitutie tot en met tandartspraktijken zonder vergunning floreerde. Met toestemming van China greep de koloniale overheid in 1987 in en nam men de controle over dit ‘verboden gebied over. De inwoners werden elders ondergebracht en op de plaats van de sloppenwijk verrees een park. In het park wat met precisie wordt onderhouden zie je veelal gepensioneerden met hun geliefde huisdier, een vogeltje in een kooitje, lopen.

Vervolgens rijden we naar de locatie waar de nieuwe luchthaven van Hongkong wordt gebouwd. Net voor de kust van Hongkong Island, ten westen van Kowloon en bij Lantau Island is men het grootste kunstmatig eiland ooit aan het baggeren. Bij de bouw van dit eiland, is Nederlandse hulp aanwezig, vanwege de ruime ervaring met water. Twee kleine eilandjes vlak voor de kust van Lantau dienen als startpunt. De rotsachtige eilandjes worden afgevlakt en het vrijgekomen materiaal wordt in de tussenliggende zee gestort als basis voor het eiland. De rest van de benodigde grond wordt door baggerschepen gewonnen vanaf de omliggende zeebodem. In totaal wordt ruim 12 km² ingepolderd. Om schade door verzakking of inklinken van de bodem te voorkomen zijn veel technische maatregelen nodig. Omdat er op het vaste land van Hongkong geen ruimte is om een grote internationale luchthaven te bouwen is inpoldering van een stuk zee de enige mogelijkheid. De naam van dit kunstmatige eiland wordt Chek Lap Kok wat ook de naam van de nieuwe luchthaven zal worden. De oude luchthaven, Kai Tak is aan vervanging toe aangezien de populatie van Hongkong blijft groeien. In de jaren negentig werd begonnen aan de bouw van de nieuwe luchthaven. De kosten worden geschat op bijna 44 miljard gulden. In 1998 zal de luchthaven officieel in gebruik genomen.
Om het nieuwe vliegveld te verbinden met Hongkong Island moeten er twee bruggen en een tunnel over en onder zeer intensief bevaren zeestraten gebouwd worden zonder die vaarroutes te blokkeren. Vóór de bouw van deze bruggen bestond er geen vaste verbinding tussen de stad en het eiland Lantau. De Tsing Ma Brug, de langste van de twee bruggen met een lengte van 1337m, is al nagenoeg klaar en krijgt zowel een weg- als railverbinding. Behalve met het drukke scheepvaartverkeer onder de brug moet het ontwerp ook rekening houden met de orkanen en de kans op aardbevingen. Het is ongelooflijk interessant om in miniatuur te zien hoe dit allemaal in zijn werk gaat in een grote tentoonstellingsruimte. Er wordt 7 dagen per week gebaggerd. Het zal organisatorisch nog heel wat voeten in aarde hebben want bij de opening van het nieuwe vliegveld, wat voor half 1998 gepland staat, sluit de oude luchthaven ’s nachts om 24:00 uur en moet binnen 6 uur op de nieuwe locatie alles operationeel zijn.

Als laatste bezoeken we vandaag Tsjang Tai Uk Village, een 450 jaar oud ‘stadje’ waar alle mensen die er wonen Tsjang heten. Tsang Tai Uk is een van de best bewaarde ommuurde Hakka dorpen. Met de bouw van het dorp werd in 1848 begonnen door een rijke koopman die in graniet handelde en steenhouwer was, Tsang Koon-Man. Het moest een bolwerk worden voor de Tsang-clan en de bouw nam ongeveer 20 jaar in beslag. Het complex bestaat uit drie rijen huizen omsloten door grijze bakstenen muren.
Door toegangsdeuren met aan weerszijden Chinese karakters kom je het complex binnen. Alle huizen zijn met elkaar verbonden door gangen en kleine binnenplaatsen. De vier hoeken van de blok huizen hadden elk een wachttoren met openingen in de muur vanwaar kanonnen werden afgevoerd. Er is ook een voorouderhal, die helemaal vol hangt met foto’s van allemaal ‘Tsjangen’. Vroeger vonden hier ceremonies en bijeenkomsten plaats. Op de grote binnenplaats, waar het nu een rommeltje is, werd vroeger de oogst te drogen neergelegd. Overal zie je kleine offeraltaartjes aan de muur hangen waar wierook brandt. Maar de Tsjang’s hebben momenteel een groot probleem om het bolwerk wat hun voorouder Tsang Koon-Man stichtte, in stand te houden. De jongere generaties vertrekken naar de stad om werk te zoeken. Er wonen nu alleen nog maar ouderen.
Ons excursiedagje zit er weer op. We rijden terug naar het hotel waar we, onder het genot van een drankje en een hapje. nagenieten van een leuke dag en ondertussen ons blijven verbazen over de vele dure auto’s die hier rondrijden.