Fès

KONINGSSTEDEN MAROKKO

De medina van Fès is de mooiste en meest uitgestrekte van Marokko. De medina beslaat een groot deel van de stad en is voor veel van de inwoners van Fès het belangrijkste deel van de stad. Het historische deel van Fès valt in verschillende delen op te splitsen. Zo is er een leerlooierssouk, een kruidensouk, een koperslagerssouk en ga zo maar door. Tijdens en wandeling door de medina zal je door de verschillende delen komen terwijl je onderweg enkele van de bekendste en belangrijkste bezienswaardigheden van de stad tegenkomt. Denk hierbij aan de Al-Attarine Madrasa, het Nejjarine Museum en de Madrasa bou Inania. Vanwege de uitgestrektheid van de medina en de oneindige straatjes, waar zelfs je telefoon geen wijs uit kan. Kun je de medina van Fès het beste bezoeken met behulp van een gids. Wil je dit niet dan kun je verschillende routes volgens, die met bordjes staan aangegeven. Let wel goed op want als je een bordje mist ben je gelijk goed verdwaald.

FÈS

17 FEBRUARI 2014

We hebben nog zo’n 60 km voor de boeg naar Fès. We gaan via de tolweg: kassa 12 dirham. Rond half zes arriveren we in de derde koningsstad Fès. De oude stad is compleet ommuurd en de auto kan niet door de smalle straatjes. Onze koffers gaan in een kruiwagen en door de smalle straatjes, je kunt met zijn tweeën net naast elkaar lopen, lopen we naar ons hotel: Riad de Fès. Ongelooflijk was zich hier achter de muur bevindt. Je komt ogen tekort wat een rijkdom en schoonheid. Eerst krijgen we een doekje gedrenkt in rozenwater om ons te verfrissen. We gaan naar onze kamer en kijken weer onze ogen uit. Wauw, hier houden we het wel drie nachten vol hoor. Ze kennen ook geen kamernummers maar de kamer heeft een naam: Tarma. Even verder verfrissen en dan iets drinken aan de bar. Het is alleen ongelooflijk koud en de bar is in de openlucht op de binnenplaats zoals bij een riad gebruikelijk is. Het is nog maar 8 graden; dus wel frisjes. Een heater zorgt voor wat warmte. We zijn te moe om ons hotel echt te gaan verkennen, daar hebben we de komende dagen heus nog wel tijd voor. Om half acht gaan we eerst op ons gemak eten. Nou dat smaakte heerlijk, loempiaatjes gevuld met een soort gehakt en vis met een heet sausje. Als hoofdgerecht een lekker stukje vlees en vis en als toetje nemen we sinaasappeltaart met amandelen. Het leuke is dat het wordt opgediend door obers die de borden op tafel zetten met van die grote koperen deksels erop. Een, twee, drie en tegelijk gaan de deksels eraf en zie je wat je op je bord hebt liggen. Het is te koud om in de bar nog iets te drinken dus krijgen we een ruimte aangeboden waar ik een peukje kan roken met een glaasje muntthee en John nog een wijntje. Het is inmiddels 22:15 uur en we gaan lekker slapen. Morgen weer een nieuwe dag. Hopelijk zit het weer een beetje mee.

FÈS

18 FEBRUARI 2014

We hebben heerlijk geslapen. Gelukkig John ook! We schrikken om 7:30 uur wakker. Dus alles moet wat vlugger gebeuren deze ochtend en dat valt niet mee als je last hebt van diarree zoals John. Gelukkig hebben we een hele apotheek bij en is de immodium snel gevonden. Nu maar hopen dat het helpt. Ik zit om 8:00 uur al in de open binnenplaats van de riad voor mijn peukje want je mag daar alleen roken. En een dag zonder nicotine is bij voorbaat al moeilijk. We gaan ontbijten, heerlijk ontbijtje maar het is niet echt aan John besteed. Hopelijk voelt hij zich straks wat beter want om 9:00 uur komt onze gids ons op halen voor onze excursiedag in het oude stadsgedeelte van Fès. Het weer belooft niet veel goeds, zo’n 8 graden en regen op komst.
Om 9:00 uur meldt Khadiza onze gids zich, een jong vrouwtje van een jaar of 30, gesluierd, een echte moslima. John heeft zich los gerukt van het toilet en we zien wel waar het schip strandt. Als het niet lukt gaan we gewoon terug.
Fès is de oudste van de vier Koningssteden en is nog steeds het religieuze en intellectuele middelpunt van Noord-Marokko. De stad telt ongeveer 2 miljoen inwoners en bestaat uit drie gedeelten, nl. de oude stad ook wel Fès el-Bali genaamd (waar alleen al 1 miljoen mensen wonen in de medina) dan het iets jongere gedeelte van de stad: Fès el-Djedid en daarnaast de nieuwe stad uit de Franse tijd. Wij beperken ons tot Fès el-Bali en Fès el-Djedid. Eerst rijden we naar een uitzichtpunt vanwaar we een mooi uitzicht hebben op de stad met aan de rechterkant het Rifgebergte en aan de andere kant het Midden-Atlas-gebergte. Nu maar hopen dat de buien niet over het gebergte heen komen maar ik heb mijn twijfels als ik de donkere wolken zie die boven de stad hangen.

Fès is ook het centrum van de handwerklui. Alleen in deze stad zijn 30.000 mensen dagelijks druk bezig met het maken van keramiek, koperslagen, hout bewerken, leer bewerken, tapijten knopen, weven, zilver, koper en goud bewerken, noem maar op en het wordt hier gemaakt.
Als eerste bezoeken we een keramiek-fabriek. De opleiding is intern en duurt 5 jaar voordat men een pot, kan of schaal kan draaien. Alles gebeurd met de hand en met de voet wordt de draaischijf aangedreven. Het wordt gemaakt van speciale klei. Dan wordt het op traditionele wijze beschilderd waarbij de hoofdkleur blauw is, de kleur van Fès en de berbers. Daarna gaat het in de oven en verder afgewerkt. Tegeltjes maken is een “vak” apart. Met duizenden tegelijk worden ze gestapeld in ovens. Maar om mozaïek te kunnen maken in tal van vormen worden ze met de hand op het juiste formaat gemaakt, soms maar een halve vierkante cm groot of in de vorm van een sterretje. Dit precisiewerk vergt heel veel ervaring. Ze maken ook tafels en fonteinen. De mozaïek-steentjes worden hiervoor ondersteboven, dus met de kleur naar beneden, gelegd en dan wordt er cement over gegoten. Je kunt je voorstellen dat als een gekleurd steentje verkeerd wordt gelegd het eindproduct zo goed als waardeloos is want dan klopt het patroon niet meer. Jaren van ervaring liggen hier aan ten grondslag. Aan het eind van de rondleiding is er een grote winkel waar het de bedoeling is om iets te kopen. Natuurlijk vind ik weer iets mooi maar met een prijs van 1300 euro voor een Marokkaanse fontein (productietijd van klei tot fontein is twee maanden handenarbeid) helemaal ingelegd met mozaïek gaan we ons eerst maar eens bedenken. Denk niet dat hem dat gaat worden……..

Dan rijden we naar Fès el-Djedid waar we stoppen bij het koninklijk paleis wat nu nog alleen voor officiële aangelegenheden wordt gebruikt. Naast het koninklijk paleis ligt de Joodse wijk, de Mellah genaamd. De Joodse wijk lag altijd naast een paleis zodat de sultan in vroegere tijden ook als beschermheer van de Joodse bevolking kon optreden. De hoofdstraat Rue Bou Khessiat wordt gekenmerkt door allerlei winkeltjes met daar boven de woning met houten balkons die je alleen in de Joodse wijk ziet en natuurlijk zoals in elk land waar een Joodse wijk is, zijn ook hier veel juweliers gevestigd. Een grote poort scheidt de Joodse wijk van de islamitische wijk. Deze toegangspoort, de Bab es-Semmarin is een dubbele poort met grote houten deuren. De poort is zo groot dat er winkeltjes in zijn gevestigd en leidt je naar een wirwar van straatjes die erg smal zijn. Auto’s zie je hier niet, het vervoersmiddel is hier de ezel, paard of benenwagen. Maar achter die smalle straatjes schuilen grote huizen waar hele families leven. Ze hebben elektriciteit, water en zelfs Wi-Fi. Hierna lopen we weer door een ander gedeelte van de medina, de wijk van de wolververs. Hier wordt op traditionele wijze wol geverfd. Tja en het verfwater verdwijnt allemaal over de smalle straatjes in het riool. Via de messenslijpers en koperslagers komen we bij de bibliotheek (midden in de medina). Deze bibliotheek bezit tal van kostbare handschriften. Dan gaan we op bezoek bij de tapijtwevers of beter gezegd tapijtknopers. Dit wordt alleen door vrouwen gedaan. We worden uitgebreid ontvangen met muntthee ofwel de “berber whisky” want stel je toch eens voor dat we een vloerkleed kopen….. Geen denken aan! Maar het is een amusante verkoper met een vlugge babbel.
Vervolgens maken we een stop bij de Medressa el-Attarine. Deze Koranschool werd voltooid in 1324. De binnenhof is werkelijk schitterend met uitgesneden cederhout en marmer. De wanden zijn bezet met mozaïektegels, islamitische teksten, kalligrafie en uitgesneden pleisterwerk. Het is eigenlijk het Alhambra in Spanje in het klein. Erg indrukwekkend. In de binnenhof zie je op de eerste verdieping de luiken van de kleine kamers van de studenten die hier in vroegere tijden de islam en andere vakken bestudeerden om later eventueel imam te kunnen worden. Tja en over de imam gesproken juist als we daar zijn begint de muezzin op te roepen tot gebed…… Niet voor ons… No way!
We lopen weer verder door de medina en zien van alles. Van slagerijen waar de blazen aan haken gangen, levende slakken, fruit en groente. Jammer dat de mensen niet altijd op de foto willen want er zitten mooie ‘koppen’ en taferelen bij…. Maar we doen ons best.
De volgende stop is bij een weverij. Men weeft hier met de hand o.a. sjaals van agave-vezels en linnengoed. Ik ‘scoor’ een leuke kleurrijke tas. Die fontein heb ik maar uit mijn hoofd gezet.

Rond half twee gaan we lunchen bij het restaurant Nejjarine ofwel het restaurant van de timmermannen. De medina is eigenlijk opgesplitst in wijken waar een enkel ambacht wordt uitgevoerd. Dus we gaan eten in de timmermanswijk. Als voorgerecht Marokkaanse salades, niet echt aan mij besteed (linzen, grote witte bonen, kippenlever en allerlei etenswaar die me niet herkenbaar voorkomen), maar een tomaatje, wat komkommer en witte kool met rozijntjes lust ik wel. Daarna spiesen met gegrilde kip en rijst en fruit als dessert. Lekkere zoete mandarijnen met het steeltje en de blaadjes er nog aan. Vers geplukt zo lijkt het wel. Als afsluiting natuurlijk een glaasje muntthee met amandelkoekjes. John houdt het op water en brood en een klein stukje ongekruide kip. We gaan geen verdere risico’s lopen. Hij heeft het al zwaar genoeg gehad de hele ochtend, billen bij elkaar geknepen, misselijk en kotsneigingen. Maar hij houdt stand!!!
Om half drie gaan we weer verder. Via de ‘nougat-wijk’ waar men nougat in allerlei kleuren en smaken verkoopt, lopen we naar de leerlooierswijk. Je ruikt het al van verre. Helaas het regent, het kon niet uitblijven we hadden de hele dag al zoveel geluk gehad met het weer. Als we aankomen krijgen we een natuurlijk gasmasker: een blaadje munt tegen de stank van de vogelpoep die hier wordt gebruikt. Och het valt wel mee. De huiden van geiten, schapen, kamelen enz. worden eerst 14 dagen in baden gelegd met kalk zodat de vacht loslaat. Dan gaat het in grote kuipen om te verven, waar het 7 dagen in blijft liggen en dan moeten de huiden drogen. Er wordt alleen gebruik gemaakt van natuurlijke kleurstoffen zoals munt, papaver. De mensen die hier werken hebben het zwaar, met hun blote voeten staan ze in grote kuipen met water met de kleurstoffen op de huiden te stampen zodat die de kleurstof op kunnen nemen. Dan weer iemand anders die de kleurstof moet uitspoelen en dan worden de huiden gedroogd en verwerkt tot tassen, schoenen, riemen etc. De mensen die hier werken hebben op latere leeftijd vooral reuma doordat ze de hele dag in het koude water staan. Het beroep wordt van vader op zoon doorgegeven. Op het eind van de medina komen we nog een leuk verkeersbord tegen: verboden voor ezels!

We maken onze laatste stop bij een van de 14 toegangspoorten tot de medina. Een kleurrijke poort met uitzicht op twee moskeeën, de Bab Boujeloud-poort is aan de buitenkant Fès-blauw gekleurd en aan de binnenkant islamitisch groen. Jammer, het regent nog steeds en om vier uur gaan we terug naar ons hotel. We nemen afscheid van onze gids Khadiza en vinden zelf de weg terug naar ons hotel door de smalle straatjes waar geen auto kan komen.
In het hotel aangekomen heeft de ober HET medicijn voor John: namelijk een glaasje Negrita dat helpt tegen darmproblemen. Ik ga voor muntthee. Wij denken eerst nog dat het een echt medicijn is maar als hij aankomt met een cognacglas blijkt er rum in te zitten (37,5%). John drinkt het op en na een half uurtje kruipt hij onder de wol. Maar eens kijken hoe het zich verder ontwikkeld. Gelukkig hebben we morgen een “vrije” dag. De rum heeft geholpen. John voelt zich wat beter en na een lichte snack, voelt hij zich gelukkig weer heel wat beter. John neemt een omeletje met wat frites en ik een kipburger met tomaat, sla, komkommer en een eitje. Het smaakt heerlijk en het ligt niet zo zwaar op de maag na al dat eten van de afgelopen dagen. Het regent nog steeds flink. Om 20:30 uur gaan we naar bed om heerlijk te gaan slapen en hopelijk voelt Johnny zich morgen weer kiplekker voor een nieuw avontuur in Fès.

FÈS

19 FEBRUARI 2014

We hebben goed geslapen tot zelfs 8:00 uur met om 6:00 uur even een wake-up call door de plaatselijke muezzin die de mensen tot gebed oproept. Ons hotel heeft aan beide kanten blijkbaar een moskee, want als de ene muezzin klaar is, begint de andere. Nou wij hebben het gebruikt als plas-stop en daarna lekker terug in bed. John voelt zich weer een heel stuk beter, gelukkig maar! Warempel de zon schijnt. Wat willen we meer. We gaan op ons gemak uitgebreid ontbijten en dan eerst het hotel eens verder verkennen en vastleggen op foto/video want daar hebben we nog geen tijd voor gehad. Om 12:00 uur gaan we op pad. Hopelijk kunnen we de weg vinden en vooral terugvinden. We vragen aan de receptie hoe we het best kunnen lopen om naar de Bab Boujeloud te gaan want vandaar willen we de medina met de smalle straatjes zelf verder ontdekken. Volgens de receptioniste vanuit het hotel, rechts-links-rechts en links. Zodra we buiten het hotel staan beginnen we al te twijfelen en gaan linksaf. Na een half uur te hebben gelopen door de smalle straatjes wil een jongetje ons wel de weg wijzen. Warempel binnen 10 minuten staan we weer bij ons hotel, waar we dus toch rechts af hadden moeten slaan. Maar goed, we vinden de weg naar Bab Boujeloud waar we binnen 10 minuten staan.

We pakken de Talaa Kebira en het is meteen geweldig, slagerijen waar de koppen van geiten hangen, kippen aan een touwtje en natuurlijk de nodige ezels die met allerlei handelswaar door de smalle straatjes lopen. Een kleurrijk tafereel en na een tijdje lopen stoppen we bij de Medersa Bou Inania. Dit is de laatste Koranschool die werd gebouwd in Fès. De binnenhof is prachtig en zeker als de zon op de muren schijnt. Als niet-moslim mogen we alleen de binnenhof bekijken maar dat is zeker de moeite waard.

We hebben ons voorgenomen om de rode bordjes te blijven volgen zodat we zeker de weg terug zullen vinden. Na zo’n klein uurtje te hebben gelopen wat ‘bergaf’ gaat realiseren we dat we ook nog terug moeten en dat is bergop. We ‘klimmen’ naar ons startpunt en drinken in restaurant Masala een colaatje en lopen terug naar ons hotel. Het is inmiddels drie uur, we hebben het droog gehouden en warempel soms ook nog de zon gezien.
We besluiten in ons hotel te lunchen hoewel het al een beetje aan de late kant is voor een lunch. Omdat het “medicijn” van gisteren John zo goed was bevallen, starten we maar weer met een glaasje Negrita (rum) en ik een glaasje muntthee. Iemand moet toch ‘helder’ blijven, niet dan? We lunchen heerlijk op de binnenplaats: John een omeletje met frietjes en ik ga weer voor de kip club sandwich met heerlijk muntthee. Het is inmiddels half vijf en het is heerlijk om zo rustig te zitten en te genieten van de luxe in hotel. Voor we het in de gaten hebben is het al 20:00 uur en gaan we voor de laatste keer dineren in het restaurant van Riad Fès. John neemt als voorgerecht: ravioli gevuld met paddenstoelen en ik een soort loempia’s gevuld met vis. Verder gaat John voor een kippenboutje met amandelen en ik voor zeebaars met een citroensausje. Het smaakt zoals altijd heerlijk vergezeld van een glaasje wijn. We sluiten ons etentje af met warme kruimelappeltaart met ijs. Zo dat was ons culinaire avontuur op woensdag 19 februari. Om half tien gaan we naar onze kamer, koffers pakken want morgen vertrekken we naar onze volgende bestemming: de roze stad Marrakech. Fès was beslist de moeite waard!