Pashupatinath

RONDREIS NEPAL

De tempel van Pashupatinath is één van de belangrijkste hindoeïstische heiligdommen van Nepal en zelfs van heel Azië. De tempel is gewijd aan Shiva in zijn meest vriendelijke vorm als beschermer en heerser van alle wezens en herder van de dieren. De tempel is niet toegankelijk voor niet-Hindoes. De Pashupatinath tempel ligt aan de heilige Bagmati rivier. Aan de gaths, de trappen om naar de rivier af te dalen, zijn plateaus gemaakt waar dagelijks crematies plaatsvinden. Pashupatinath is een groot complex wat omringd wordt door vele winkeltjes waar je allerlei offergaven voor de tempel kunt kopen. Maar ook aanmaakhout voor de crematies en de oranje, van Afrikaantjes gemaakte, bloemenslingers voor de overledenen. In de straatjes kom je ook regelmatig heilige koeien tegen, die door de mensen worden aangeraakt. Het aanraken van de koe zien ze als een zegen van Shiva, haar rijdier was een stier, Nandi genaamd. Ook zijn er veel priesters rondom de tempel te vinden die hun diensten aanbieden voor als mensen een puja (gebed) ter ere van hun overledenen willen/moeten doen. Maar soms zie je ook een sadhu, ofwel heilige man. Een sadhu heeft ‘de wereld’ radicaal verworpen. Ze onthouden zich van seks, hebben alle banden met familie verbroken, verwerven geen bezit, hebben geen eigen huis, dragen geen of weinig kleding en eten weinig en simpel voedsel. Bovendien beoefenen ze yoga en meditatie om hun spirituele krachten te vergroten en verrichten ze magische rituelen om met de goden in contact te treden. En voor velen lijkt de voornaamste ‘zelfkwelling’ te bestaan uit het roken van veel hasj en wiet.

PASHUPATINATH

17 MAART 2011

Een vast ritueel tijdens onze reizen naar Nepal is een bezoek aan Pashupatinath.
Vlakbij de tempel van Pashupatinath is een soort tehuis waar je de heilige vrouwen aantreft. Ze zijn veelal gekleed in het oranje en weduwe die na het overlijden van het echtgenoot een ‘nieuwe start’ willen maken. Het is een eigenlijk een soort vlucht voor de consequenties van het weduwe zijn in de maatschappij. Als een vrouw haar man verliest valt in de meeste gevallen het gehele inkomen weg en wordt ze volledig afhankelijk van haar familie. Als je daarbij bedenkt dat een vrouw door haar huwelijk bij de familie van haar echtgenoot hoort en niet bij haar eigen familie kun je begrijpen dat het leven dan erg moeilijk is of wordt. Voor velen is het kiezen voor het sadhu-leven zo’n beetje de enige respectabele manier om aan de ‘levende dood’ van het weduwschap te ontsnappen.
Wij lopen verder naar de ingang van de tempel van Pashupatinath. De tempel mag alleen bezocht worden door Hindoes dus wij moeten ons tevreden stellen met de blinkende billen van Shiva’s stier, Nandi. Er lopen hier al veel apen rond, die ook als heilige dieren worden gezien door de Hindoes vanwege de apengod Hanuman. Een stukje verder, horen we het gekap van hout wat gebruikt wordt voor de crematies. De dood is voor Hindoes de meest onreine gebeurtenis en daarom worden de lijken verbrand.

Eerst wast men de overledene. Vervolgens wikkelt men het lichaam in doeken en vervoerd men het op een draagbaar naar de crematieplaats, de ghat. Hier wordt de overledene op de stapel brandhout gelegd, waarna de oudste zoon de riten uitvoert. Hij doet eerst wat water van de heilige rivier in de mond van de overledene. Vervolgens loopt hij met een brandende stok drie maal rond de stapel waarna hij de stapel aansteekt ter hoogte van de mond. Deze plaats is belangrijk omdat men gelooft dat de geest van de overledene het lichaam via de mond verlaat. Bij een overlijden krijgt de hele familie te maken met de ceremonie, maar de oudste zoon het meest. Hij moet de verbrandingsplechtigheid organiseren en o.a. zijn haar volledig afscheren en afhankelijk van veel factoren, van een maand tot één jaar uitsluitend witte kleding dragen. Hij mag bijvoorbeeld niet aangeraakt worden, hij moet vasten gedurende een bepaalde tijd. De geboorte van een zoon is daarom ook zo belangrijk voor Hindoes. Na de crematie gooit men de as in de rivier. Men bevrijdt daarmee de ziel van de eindeloze cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte. Men gelooft in reïncarnatie maar hoopt toch het Nirvana te bereiken. Voor ons westerlingen lijkt een openbare lijkverbranding een macabere bedoening, maar voor Nepalezen is het een onderdeel van het dagelijks leven. Elke keer verbazen en ergeren we ons dat sommige respectloze toeristen menen met hun camera zo dicht bij de ghats te komen om die ene perfecte foto te maken, totaal geen rekening houdend met de nabestaanden. Dat de Nepalezen zo hun doden cremeren wil niet zeggen dat ze geen verdriet kennen! Voor ons is het zo indrukwekkend om te zien, de serene sfeer en vooral hoe de Nepalezen met de dood omgaan.
Bij de ghats zie je vooral kinderen in het water zoeken naar gouden tanden. Aan de Bagmati rivier is het ook de ‘perfecte’ plek om een puja te doen, de gelovigen zijn dan zo dicht bij het heiligste der heiligste. Een puja is eigenlijk een aaneenschakeling van handelingen die er op zijn gericht eerbied te tonen aan God. Puja’s kunnen soms uren duren. De priester kijkt in zijn boekje wat er precies allemaal moet plaats vinden. Er wordt van alles geofferd en de apen komen soms heel brutaal de eetbare offergave stelen. Maar de gelovigen laten het gewoon gebeuren want de aap is tenslotte heilig!

Via trappen kun je na een tegenover gelegen terras lopen vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de ghats, tempel en het hele complex. Overal zie je kleine Shiva-tempels staan. Eem Shiva-tempel is makkelijk te herkennen omdat er altijd een stier voor de tempel staat. In de Shiva tempels staan lingams net zoals we zagen bij de Shiva Tempel in Dhulikel. Wij volgen de trappen en komen helemaal bovenaan het complex, waar het wemelt van de Shiva-tempels en waar de nodige Sadhu’s helemaal stoned van de wiet en hasj op de grond liggen. Voor een bakstenen tempel staat een goudkleurige drietand van Shiva. De gouden drietand is het symbool van de drievoudige identiteit van Shiva, nl. schepper, handhaver en vernietiger. We lopen helemaal om het complex heen, een behoorlijke wandeling en zien nog een enorm beeld van de apengod Hanuman. Aan het water wassen de vrouwen hun kleren en zijn mannen zich aan het baden tussen de eenden.

Wij willen een taxi nemen richting het centrum van Kathmandu. Maar dat valt niet mee op deze afgelegen plek. De drukte speelt zich af aan de andere kant van de tempel van Pashupatinath. Eindelijk hebben we een taxi gevonden maar die denkt uit de situatie een slaatje te kunnen slaan door een abnormaal hoog bedrag te vragen. Daar trappen we mooi niet in. Dan lopen we nog maar een uurtje zodat we weer in de buurt van de ingang van Pashupatinath zijn. Elke keer is een bezoek aan Pashupatinath de moeite waard, je ontdekt telkens weer nieuwe dingen en de sfeer is er uniek. We hebben een verlate lunch bij het restaurant Chéz Caroline en gaan nog wat winkelen in de buurt. Voor we het weten is de dag al weer voorbij.