Kerken en Musea

STEDENTRIP PORTO

‘Talha dourada’. Een decoratiestijl uit de barok-periode, waarbij houtsnijwerk wordt overdekt met bladgoud. Het interieur van sommige kerken in Porto is er overdadig mee versierd. De mooiste voorbeeld is de Igreja de São Franscisco en tevens één van de beroemdste kerken van Porto. Het is een van de weinige gotische monumenten in het historische centrum van de stad. Mede hierdoor is de kerk op de werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst.  Aan kerken bezichtigen heb je sowieso geen gebrek in Porto. 

Het Beurspaleis (Palácio da Bolsa) is één van de belangrijkste historische monumenten van Porto en is zeker een bezoek waard. 
Het is gebouwd in de tweede helft van de 19e eeuw in neoklassieke stijl. Aanvankelijk werd het paleis gebouwd als zetel voor de Handelsvereniging van Porto (Associação Comercial do Porto), hetgeen getuigt van het belang van de handel voor stad in het verleden. Het gebouw werd in opdracht van koningin D. Maria II in 1841 als Handelsbeurs in gebruik genomen, maar uiteindelijk werd het aan de vereniging teruggegeven in 1911.

PORTO

9 MEI 2016

Om zeven uur kijk ik al snel op het balkonnetje van onze kamer naar buiten om te kijken wat voor weer het vandaag is. Donkere wolken en de eerste regendruppels vallen al uit de hemel. De kerkdeuren van de Igreja dos Congregados, tegenover ons hotel gelegen, zijn al open en mensen lopen regelmatig in en uit. Kleine en grote groepen reizigers verlaten gehaast het station op weg naar hun werk in Porto.
Na het ontbijt gaan we weer op pad. Gelukkig regent het even niet en gaan we eerst maar eens de kerk tegenover ons hotel van binnen bekijken wat de eerste avond in Porto niet mogelijk was omdat er een lezing aan de gang was. De Igreja dos Congregados is gebouwd in 1703 op de locatie waar van 1662 tot 1694 al een kapel stond die gewijd was aan Santo António. De kerk is verbouwd in de 19e eeuw. Om klokslag tien uur gaan de lichten in de kerk aan en begint de mis. Ook nu zijn we verbaasd hoeveel mensen op een doordeweekse dag in de kerk zitten. Ondanks de ook hier overdadige barokke versieringen in de kerk is het hoofdaltaar vrij sober.
We verlaten de kerk en lopen de straat af die flink omhoog gaat. Op het eind na het laatste klimmetje staan we op het bovendek van de brug Dom Luis I en hebben we een mooi uitzicht op de Douro, de wijk Ribeira en de porthuizen, de oude stadsmuren en kunnen we eigenlijk pas goed zien wat voor een hoogte het liftje wat we zaterdags hebben gebruikt om naar het oude centrum terug te gaan overbrugt in enkele minuten. Aanvankelijk hadden we het plan om via de trappen naar de wijk Ribeira te lopen maar omdat we optimaal gebruik willen maken van het droge weer gebruiken we de lift om nu aan de voet van de Dom Luis I brug te komen. Als we teruglopen naar het opstappunt van de lift zien we tegen een gevel van een oud huis een levensgrote schildering op de wand. Als je door Porto heenloopt dan valt het op ondanks dat alles zo schoon is dat er veel graffiti is maar ook veel Street art te vinden is in de stad. Met name in het historische centrum zijn op meerdere plaatsen prachtige kunstwerken te vinden van bekende Portugese straat-kunstenaars. Twee van de kunstenaars die je veel tegenkomt zijn Costah en Hazul. Je zou denken dat men ondanks verwoede pogingen om de graffiti te verwijderen men er ook erg op gebrand is om deze “straatvervuiling” weg te halen maar niets is minder waar want beide artiesten worden met regelmaat gevraagd om in een straat een kunstwerk aan te brengen.

Vanuit de Dom Luis I brug lopen we langs de Douro waar diverse rabelo’s (typische port-boten) met namen van de verschillende porthuizen in het water liggen en aan de andere kant de Cais de Ribeira. Ribeira is de meest volkse kade van de stad. Kleurrijke hoge huizen maken deze kade zo bijzonder en aantrekkelijk. De Ribeira is de oudste wijk van Porto. Sinds 1996 staat de wijk in zijn geheel op de werelderfgoedlijst van UNESCO en in 2001 was Porto culturele hoofdstad van Europa. Dit heeft beide er voor gezorgd dat de wijk verder wordt opgeknapt. Maar er is nog steeds veel werk aan de winkel. We lopen verder en een waterig zonnetje valt ons zelfs ten deel. Het lijkt wel of het er allemaal ineens veel mooier uitziet. Na een pleintje gaan we rechtsaf en lopen door een straatje wat flink oploopt langs het geboortehuis van Hendrik de Zeevaarder: Casa do Infante. Hendrik de Zeevaarder is een van de beroemdste inwoners van Porto uit de geschiedenis. Hendrik is vooral bekend door zijn ontdekkingsreizen langs de kust van Afrika. Hoewel zijn naam anders doet vermoede zat Hendrik zelf helemaal niet zo regelmatig op zee. Hij was vooral de initiator en financier van vele tochten die op die manier op zijn naam kwamen te staan. Hendrik was een van de eerste Portugese ontdekkingsreizigers. Het Casa do Infante is in de 14e eeuw gebouwd en het heeft 500 jaar dienst gedaan als tolhuis. Nu is het stadsarchief hier ondergebracht en is het een museum over de geschiedenis van Porto.
Als we deze straat uitlopen komen we op een groot plein terecht met het standbeeld van Hendrik de Zeevaarder en aan de linkerkant het Palacio da Bolsa (de beurs) en daarnaast de Igreja de Sao Francisco. Het is al druk voor het beursgebouw en we gaan eerst kaartjes kopen. Helaas zijn er alleen rondleidingen o.l.v. een gids en de eerst volgende Engelstalige rondleiding die nog vrij is, is pas om drie uur.

We besluiten om dan eerst maar de Igreja de Sao Francisco en eventueel in de buurt nog een andere kerk te bezoeken en dan terug te komen voor de rondleiding. Kerken in overvloed hier! We kopen onze kaartjes en lopen naar de Igreja de Sao Francisco; hoewel het laatste stukje is rennen want de regen komt met bakken naar beneden. We mogen de kerk niet binnen; aan de overkant moeten we eerst toegangskaartjes kopen. Zo gezegd zo gedaan en we hebben weer een schuilplaats voor het komende uur en achteraf is het wel een prachtige schuilplaats.
De Igreja de São Francisco is nl. één van de beroemdste kerken van Porto. Het is een van de weinige gotische monumenten in het historische centrum van de stad. Mede hierdoor is de kerk op de werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst. De bouw van de kerk is gestart in het begin van de dertiende eeuw in opdracht van de Franciscanen van Porto. In eerste instantie werd een kleine kerk gebouwd die een eeuw later in opdracht van de toenmalige koning flink werd uitgebreid. In de vijftiende en zestiende eeuw werd de Igreja de São Francisco de huiskerk van enkele van de belangrijkste en rijkste families van Porto. Een groot deel van deze families ligt in de kerk begraven. In de achttiende eeuw werd het interieur van de kerk vervangen. Er werden weelderige houtsnijwerken aangebracht die versierd werden met een dikke laag bladgoud. Er schijnt in totaal tweehonderd kilo bladgoud gebruikt te zijn om de kerk te versieren. Het pronkstuk van de kerk is de Boom van Jesse. Voordat de mensen konden lezen werden Bijbelvoorstellingen veelal geïllustreerd door gebrandschilderd glas of beeldhouwwerk. Een geliefd onderwerp was de stamboom van Christus waarbij zijn afstamming van de koningen van Judea en Israël werd getoond. De familielijn ging via Jozef terug naar de vader van koning David, Jesse van Bethlehem. De takken en stam ontspringen aan Jesse, die achterover leunt. Op de takken staan twaalf figuren met bovenaan Christus en naast hem Maria en Jozef. Verbazingwekkend, in dit katholieke land en stad, heeft deze kerk zijn religieuze functie verloren en doet tegenwoordig dienst als expositieruimte en er worden regelmatig evenementen en concerten in de kerk georganiseerd.
We verlaten de kerk en het is weer droog geworden. We beklimmen de Rua de Ferreira Borges, passeren het port- en wijninstituut (Instituto dos Vinhos do Douro e Porto) en als we onze klim hebben voltooid komen we op een pleintje terecht in de Rua das Flores. Deze straat heeft tal van mooie huizen en tussen deze oude huizen ligt een museum behorend bij de Igreja da Miséricordia ook wel kerk van de Barmhartigheid genoemd. Het beeldhouwwerk boven de deur van de kerk zijn de wapenen van de koninklijke familie. Het museum was vroeger een hospitaal wat aan de kerk was verbonden. We bezoeken het museum en kunnen daardoor ook de kerk bezoeken. Absoluut de moeite waard ondanks de zeer opdringerige museummedewerkers die je de hele tijd achtervolgen. Maar ze zijn zo trots op de stukken in hun museum… het is ze vergeven. Het is nog steeds droog en we houden even een rustpauze op het pleintje aan de Rua das Flores.

We lopen na een tijdje weer door de Rua de Ferreira Borges, naar beneden gaat altijd een stuk makkelijker ondanks de wetenschap dat we straks deze straat weer de tegengestelde richting zullen moeten beklimmen, naar het Palácio da Bolsa voor onze rondleiding die daar om 15:00 uur start. Ondanks dat we bijna een uur te vroeg in het oude beursgebouw zijn is er genoeg afleiding. Opeens komen er een aantal Duitse dames binnen met een tas waarin iets beweegt. Naderhand blijkt dat ze de hele tijd een klein hondje in een tas meedragen door Porto en dat hondje gaat straks ook mee met de rondleiding door het beursgebouw. Ongelooflijk! Je ziet trouwens helemaal geen honden in Porto en deze kunnen we ook niet eens zien omdat hij is verstopt.
Het Palácio da Bolsa, het Beurspaleis van Porto laat zien hoe belangrijk de handel was in de 19e eeuw. De kooplieden van de stad bouwden in 1842 dit gebouw. De eerste zaal, de hal der naties, die we betreden is overdekt met een enorme glazen koepel van glas en metaal en versierd met het nationale wapen en de wapens van Portugals belangrijkste handelspartners aan het eind van de 19e eeuw (zoals Engeland en de Verenigde Staten). De desoriënterende mozaïekvloer is geïnspireerd op de Grieks-Romeinse stijl van Pompeji. Deze hal diende nog niet zo lang geleden als beurshal waar aandelen werden verhandeld.
Een majestueuze trap van graniet leidt je naar de verdieping waar diverse zalen zijn. Achtereenvolgens lopen we door diverse zalen zoals: een zaal met schilderijen en prachtige beschilderingen waar de kooplieden hun eigen rechtbank hadden, de portretten kamer met de portretten van alle presidenten van Portugal, een zaal die geheel is afgewerkt met hout, een zaal met een beroemde houten tafel van de meubelmaker Zeferino José Pinto die in mozaïekvorm is samengesteld en met slechts één mes gemaakt schijnt te zijn. Aan het einde van de rondleiding komen we bij het hoogtepunt van de beursgebouw nl. de Arabische zaal. Omdat Portugal steeds meer zaken ging doen met Arabische landen wilden ze hun handelspartners ook imponeren. Nou dat is goed gelukt. De architect liet zich inspireren door het Alhambra in Granada en begon in 1868 met deze complexe ruimte in Moorse stijl. Het duurde 18 jaar voordat het was voltooid. De glinsterende versieringen worden geaccentueerd door een uitgekiende belichting voor fraaie kleureffecten. Alle wanden en het gehele plafond zijn versierd met Arabische gouden motieven en op de vloer ligt een prachtig parket. Nu wordt de Arabische zaal nog gebruikt voor lezingen en concerten.

Om 15:45 uur verlaten we het beursgebouw en zullen toch weer de klim moeten maken naar de Rua das Flores om onze stadwandeling te vervolgen. Via oude huizen met schilden en Street art van Azul lopen we de straat af en komen we tot onze verbazing uit op het Praça da Liberdade, vlak bij ons hotel. We slaan links af de Rua de Trindade Coelho in, een erg steil oplopende straat en zien de Torre dos Clerigos, één van de meest karakteristieke gebouwen van Porto. Met name om het feit dat de toren bijna vanaf iedere plaats in de historische binnenstad van Porto te zien is. De Torre dos Clerigos is gebouwd in de tweede helft van de achttiende eeuw in de barokke stijl. De 76 meter hoge toren kan beklommen worden. Je hebt vanaf de toren een prachtig uitzicht over Porto en de Douro. Op de eerste plaats zijn we te moe om nog 200 treden te gaan beklimmen en het heeft ook geen zin want het is zo zwaar bewolkt en het regent alweer. Voor de zoveelste keer zoeken we onze toevlucht in een kerk, nu in de Igreja dos Clérigos die onderdeel uitmaakt van de Torre dos Clerigos. Ook hier is een mis aan de gang (’s middags om 16:00 uur).

Als we de kerk uitkomen regent het nog steeds behoorlijk hard. We schuilen eerst bij een bushokje maar lopen dan toch maar snel naar de boekwinkel Lello. Deze boekhandel is de beroemdste boekhandel van Portugal en misschien wel van heel Europa. Het is de bijzondere trap die midden in de boekhandel staat die het zo bijzonder maakt. Deze trap waarvan beweerd wordt dat J.K. Rowling er de inspiratie vandaan haalde voor de bewegende trappen van Zweinstein, is uniek. Maar dit is niet het enige wat deze boekhandel de moeite waard maakt. De prachtige gevel, het schitterende glas-in-lood en het indrukwekkende houtsnijwerk maken van Lello echt een hele bijzondere boekhandel. Door de overvloed van bezoekers, moet je eerst een toegangskaartje kopen om Lello binnen te kunnen komen. Blijkbaar hebben veel mensen de zelfde gedachten gehad als wij want het is er hartstikke druk dat je eigenlijk niet de schoonheid van dit gebouw kunt zien. Tot overmaat van ramp staan er ook nog een grote steiger in het gebouw vanwege restauratiewerkzaamheden. Dus enigszins teleurstellend lopen we met onze paraplu naar het tegenover gelegen universiteitsgebouw van de faculteit wetenschappen. In het voorportaal staan we droog en hebben we meteen uitzicht op de kerk Igreja das Carmelitas en Carmo met alweer een prachtige azulejo-gevel. Deze kerk is het eindpunt van onze stadswandeling.
We besluiten om ondanks de harde regen naar de kerk te lopen en hem van binnen te bezichtigen. De binnenkant van de kerk is rijkelijk versierd in barokstijl. Dit betekent vooral veel krullen en goud zoals in bijna alle andere kerken in Porto. Het is inmiddels 17:15 uur en we hebben Porto zo goed als verkent en willen nu nog maar een ding: naar ons hotel en een warme douche! We willen teruglopen naar ons hotel maar dan volgt een wolkbreuk. We schuilen bij een patisseriezaak en het water stroomt overal met grote vaart langs de stoepranden naar beneden. Een ding staat vast: Porto heeft een goed rioleringsstelsel. Na drie kwartier schuilen besluiten we toch naar ons hotel te lopen, we zijn toch doorweekt en we hoeven niet meer steil te klimmen, de straat loopt naar beneden naar ons hotel. Om half zeven komen er twee ‘verzopen katten’ aan bij het hotel. Wat een dag, we hebben zoveel moois gezien en zijn ongelooflijk nat geworden en zijn moe. Dat wordt vroeg slapen vanavond.