Krak des Chevaliers

RONDREIS SYRIË

De Krak des Chevaliers (vertaald als Kasteel van de Koerden) is een burcht in Noord-Syrië bij Homs. De Krak is hét symbool van de kruistochttijd en was een steunpunt van de Hospitaalridders, die meer bekend zijn onder hun latere naam Maltezer Orde. De Krak ligt op een 650 meter hoge heuvel en overzag destijds de enige weg van Antiochië naar Beiroet. De naam Krak, ook wel Crac, komt uit het Syrisch, een oude vorm van Aramees, en betekent burcht.

DAMASCUS – HOMS – APAMEA – ALEPPO

16 OKTOBER 1995

We hebben slecht geslapen maar de wekker is onverbiddelijk en gaat om 5:45 uur af. Na het ontbijt vertrekken we al vroeg naar onze eerste bestemming van vandaag de Krak des Chevaliers vlakbij Homs in het noorden van Syrië. De Krak is hét symbool van de kruistochttijd en was een steunpunt van de Hospitaalridders, die meer bekend zijn onder hun latere naam ‘Maltezer Orde’. De naam ‘Krak’ komt uit het Syrisch, een oude vorm van Aramees, en betekent ‘burcht’. De Krak des Chevaliers nam een cruciale strategische positie in en maakte deel uit van een netwerk van kastelen ter verdediging van de kruisvaarders staten. Lawrence of Arabia beschreef de Krak des Chevaliers ooit als het best bewaard gebleven en meest bewonderenswaardige kasteel ter wereld. Hoog op een rotsrichel, met imposante uitzichten op het omringende dal, lijkt het versterkte kasteel onneembaar maar dat bleek het niet. De val van Krak des Chevaliers vond plaats op 8 april 1271, waarbij de Mamelukken na enkele weken van belegering de hele vesting wisten in te nemen van de Hospitaalridders. In dit Kruisvaarders Kasteel hebben vroeger zo’n 5000 mensen onderdak gevonden. We kunnen het hele kasteel verkennen en als je boven bij de open binnenplaats van het kasteel komt heb je een mooi uitzicht op de omgeving.

Om 12:30 uur hebben we een lunchstop bij de Four Noria in Hama. De vier oude houten waterwielen scheppen het water al krakend en steunend naar boven. We hebben een heerlijke lunch, grote ronde lappen brood, allerlei sausjes, salades, lamsvlees, gegrilde kip en een mierenzoet gebakje als toetje. Je hebt hier ook de mogelijkheid om even aan een waterpijp te lurken. We gaan weer met zijn allen de bus in en rijden door naar Apamea of voor de kenners Qala’at el-Modiq, waar we rond de klok van drieën arriveren. Apamea was een stad van de Seleuciden aan de oostelijke oever van de rivier Orontes in Syrië. In 300 v.Chr. werd Apamea gesticht door Seleucus I Nicator. Hij noemde de stad naar zijn vrouw Apame. Volgens de historicus Strabo bevonden zich 500 olifanten en 30.000 paarden in de omgeving. In 64 v.Chr. veroverde Pompeius Apamea en voegde de stad toe aan het Romeinse Rijk. De huidige overblijfselen dateren uit de Romeinse en Byzantijnse tijd. De Colonadestraat dateert uit de tweede eeuw en is 1850 meter lang en 37 meter breed. Heel uniek zijn de spiraalsgewijs lopende cabbelures van de zuilen. Apamea is voor een groot deel opgegraven door Belgische archeologen. Ruim 30 jaar is men nu al bezig om hier alles op te graven en bloot te leggen. Waarschijnlijk zal het er hier over dertig jaar heel anders uitzien. Het toerisme zal dan zo sterk zijn toegenomen dat het zal zijn volgebouwd met hotels. Jammer want het is werkelijk schitterend en erg indrukwekkend.

We passeren een aantal dorpjes maar voor de rest is het een uitgestrekte vlakte met de nodige bedoeïenententen en veel katoen op de velden. Rond 18:15 uur arriveren we in het Amir Palace Hotel in Aleppo. In Aleppo, maar ook in Damascus, verbaasden we ons al om het feit dat je veel erg oude auto’s ziet; en ze rijden nog ook. Het Amir Palace Hotel is een gezellig hotel en redelijk luxe.
Na het inchecken, eten we in het hotel. In tegenstelling tot de lunches die we met de groep gebruiken, kunnen we ’s avonds heerlijk met zijn tweetjes dineren. Het is onmogelijk om met een groep van 41 personen in Syrië te eten zeker op de meer afgelegen locaties. Janine, de reisbegeleidster gaat tegen de middag dan ook boodschappen doen op de markt. Broden, kaas, tomaten, fruit en boter staan op haar lijstje. Smeren geblazen en dan kan iedereen picknicken.
Aleppo is de tweede grootse stad en kijkt terug op een indrukwekkende geschiedenis van bijna 8000 jaar. Sinds de derde eeuw voor Christus domineerde Aleppo de handelsroutes die Oost en West verbond en nog steeds heeft de stad een belangrijke economische rol. Aleppo heeft de grootste souk in het Midden-Oosten. Ten noorden en westen van de stad liggen meer dan 500 byzantijnse nederzettingen verspreid die bekend zijn als de dode steden.