Serengeti

SAFARI TANZANIA

Serengeti komt van het Masai woord siringet wat ‘eindeloze vlakte’ betekent. Dat is de spijker op zijn kop want de Serengeti (zo’n 14.763 km2) bestaat uit eindeloze grasvlakten, met zowel hoog als laag gras, slechts afgewisseld door acaciabomen en zgn. kopjes. Een kopje is eigenlijk een berg van grote kiezelstenen. De Serengeti is ook het bekendste wildpark ter wereld en is beroemd geworden vanwege de jaarlijkse ‘Great Migration’, waarbij duizenden wildebeesten en zebra’s over de savanne trekken achtervolgd door hongerige roofdieren.  80% van dit park is gelegen in het noorden van Tanzania, de overige 20% ligt in het zuiden van buurland Kenia. 

SERENGETI

28 OKTOBER 2000

Vandaag is het vroeg uit de veren. Om 6:15 uur zijn we al op en om 7:30 uur staan we kant en klaar voor het vertrek naar de Serengeti. We hebben vandaag zo’n 120 km af te leggen over niet al te beste wegen en we moeten voor het donker de lodge bereiken. Maar de eerste strubbelingen zijn er al…. de jeep heeft technische problemen, er is iets met de stuurinrichting. Nou dat verbaasd ons eigenlijk niets als we terugdenken aan de ‘wegen’ naar de Bushmen.
Uiteindelijk vertrekken we met anderhalf uur vertraging, om 9:00 uur, via het Ngorongoro National Park naar de Serengeti. Rond 11:00 uur rijden we het nationale park binnen en maken een stop vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op het kratermeer bij de Ngorongoro krater. Vroeger mochten de Masai in deze krater, waar heel veel dieren leven, hun kuddes laten grazen. Maar nadat stropers, verkleed als Masai, in de krater actief waren geweest is de krater niet meer toegankelijk voor de Masai en hun kuddes. Met onze verrekijker zien we dat het meer een roze gloed heeft van de flamingo’s die hier leven.

We hebben nog steeds problemen met de stuurinrichting van de jeep, we zullen toch een garage moeten bezoeken. Wij gaan lunchen bij een van de restaurants die aan de krater liggen en Anthonie gaat met de jeep naar een garage. We vinden het allemaal vreemd want we kunnen ons hier in the middle of nowhere geen garage voorstellen. Na drie uur, het is dan inmiddels al 14:00 uur, kunnen we onze weg vervolgen. Het is stoffig en bloedheet maar om 15:00 uur passeren we de toegangspoort van de Serengeti.
Serengeti komt van het Masai woord siringet wat ‘eindeloze vlakte’ betekent. Dat is de spijker op zijn kop want de Serengeti (zo’n 14.763 km2) bestaat uit eindeloze grasvlakten, met zowel hoog als laag gras, slechts afgewisseld door acaciabomen en zgn. kopjes. Een kopje is eigenlijk een berg van grote kiezelstenen. Bij de toegangspoort van de Serengeti kunnen we even de benen strekken. Er zijn verschillende kopjes te zien waar de Hyrax hagedissen heerlijk in de zon zitten. In de meest felle kleuren zie je deze hagedissen. Ze krijgen van ons al gauw de naam: Histor hagedissen want het lijkt net of ze met hun pootjes in een pot verf hebben gestaan. Gelukkig is er ook een soort van toilet bij de toegangspoort. Ik zit de hele middag al met mijn billen bij elkaar geknepen vanwege de buikloop. Dus hier is de redding nabij. My God, toilet… een gat in de grond waar je van de lucht compleet over je nek gaat. Maar goed ik ben het kwijt maar kom kokhalzend naar buiten waar de lunch binnen een paar tellen eruit komt. Wat ongelooflijk goor was het daar…..Ik ben helemaal ‘leeg’ en we kunnen weer verder. We hebben nog ruim vier uur voor de boeg voor we bij onze lodge zijn. Toch kunnen we onderweg af en toe stoppen voor de dieren, beter gezegd moeten we stoppen voor de dieren omdat ze midden op de weg liggen of lopen; leeuwen die liggen te slapen of de vele gnoes die de ‘weg’ als hun route hebben ingenomen.

Om 18:45 uur, na de zonsondergang, arriveren we bij het Grumeti River Camp. We zullen de komende nachten hier slapen in wel zeer luxe tenten met een eigen butler, Rueben genaamd. Het hele kamp bestaat maar uit tien tenten. We worden naar onze tent gebracht onder begeleiding van twee mannen ‘bewapend’ met zaklantaarns en stokken. De tenten liggen namelijk in een gebied waar veel dieren zijn waaronder ook leeuwen. Het is dan ook verboden om tussen zonsondergang en zonsopgang je tent te verlaten zonder begeleiding. Na een heerlijke douche in de buitenlucht worden we rond 19:45 uur opgehaald voor ons diner bij het basiskamp. In het basiskamp, gelegen aan de Grumeti rivier, is het restaurant, een ontbijt- en lunchruimte, een zwembad, bar en een centrale ontmoetingsruimte waar je kunt lezen, relaxen en van de natuur kunt genieten. Het ziet er allemaal zeer stijlvol uit. Kosten nog moeite zijn gespaard om hier een fantastische sfeer te creëren.
Na een heerlijk diner gaan we om 22;30 uur onder escorte weer terug naar onze tent. Vanaf 23:00 uur is er geen stroom meer en de ventilator en het licht vallen dan ook uit. We hebben wel kaarsen en een zaklantaarn wat helemaal voor een romantisch sfeertje zorgt. In de tent is ook aan alles gedacht. We hebben een bed waar wel plek is voor vijf personen. We ritsen de tent goed dicht en hebben de zaklantaarn klaar liggen op het nachtkastje mochten we hem vannacht nodig hebben.
Als we eenmaal in bed liggen horen we allerlei dieren rondom de tent lopen, alleen lukt het ons nog niet om de dierengeluiden te herkennen. We zullen morgen aan Martin, de manager van het camp, vragen of hij ons wat wegwijs wil helpen in de wereld van nachtgeluiden. Uiteindelijk vallen we toch in slaap na de lange reisdag.

SERENGETI

29 OKTOBER 2000

Om 5:30 uur worden we door Rueben gewekt met een vers gezet kopje koffie en thee. We hebben vandaag al om 6:30 uur een game drive op het programma staan. Het is extra mooi met de vroege ochtendzon en de dieren die al druk in de weer zijn. We zien weer hele kuddes gnoes die al aan hun trek zijn begonnen naar de sappige grassen, de leuke zwartkop-aapjes die behendig tussen de stekelige takken van de acacia’s lopen en springen.
We maken ook een stop bij een zgn. hippo-pool. De nijlpaarden produceren hier een ongelooflijke stank. Ze spuiten hun ontlasting in het water. Door de bacteriën in de ontlasting ontstaat er een soort slijmlaag. De nijlpaarden zorgen dat ze bedekt worden door deze stinkende slijmlaag, die hun beschermt tegen teken en ander ongedierte, door er met hun kleine staartje in te roeren. Oh oh wat stinkt dat, ongelooflijk! Op een gegeven moment maken we een stop op een plek waar wel 30 giraffes bij elkaar zijn, het zijn echt de uitkijkposten van de Serengeti. De giraffe leeft van bladeren, vruchten, bloemen en boomschors. Maar zijn lievelingskostje is toch de doornige acacia.
Rond 10:00 uur zijn we weer terug in de lodge voor ons ontbijt. Na één uurtje maken we een volgende game-drive naar een ander gedeelte van de Serengeti. Onderweg komen we naast de honderden, duizenden gnoes ook veel verschillende vogels tegen. Verschillend gekleurde glansspreeuwen, Afrikaanse lepelaars, vossen- en roodbekeenden. Maar in dit gedeelte zijn ook veel krokodillen en nijlpaarden te zien.

Rond 14:15 uur hebben we een heerlijke lunch bij een boom aan de Grumeti-rivier. Het is werkelijk snikheet. We krijgen gezelschap van ooievaars, witte reigers en allerlei soorten watervogels. ’s Middags om 16:00 uur worden de camera’s weer om de nek gehangen en maken we per jeep onze derde game-drive van de dag. We zien verschillende gieren, gevlekte hyena’s en een paar dozijn giraffes. Ondanks de extreme droogte bloeien er toch veel bloemen in de Serengeti. Een prachtige rode bloem vormt de proviandkast van de honingzuiger.
In dit gebied staan ook veel doornige acacia’s, het lievelingskostje van de giraffe. In de grote zwarte ‘puisten’ op de takken van de boom, huist een agressieve mierensoort. Zodra de dieren aan de zwarte ‘puisten’ komen, wordt er meteen een leger agressieve mieren op de been gebracht. Op deze manier heeft de boom een soort eigen verdedigingssysteem opgezet en wordt hij door de dieren, op de giraffe na, met rust gelaten. Dat is dan ook meteen de reden dat het hier wemelt van de acacia’s. We komen ook nog een groep impala’s tegen en de altijd leuke wrattenzwijntjes. Na een mooie zonsondergang zijn we rond 19:00 uur weer terug bij onze lodge.

Bij terugkomst in de lodge wil Martin graag met ons een gesprek. Elke keer als we een game-drive gaan maken krijgen we een grote koelbox mee met allerlei gratis drankjes om onderweg te nuttigen, mochten we dorst hebben. Wat blijkt nu, elke keer als we terugkomen van een game-drive is de koelbox nagenoeg leeg terwijl we hooguit één flesje water gebruiken.
Zo was het ons ook al vanmorgen opgevallen dat we tijdens een zeer vroege game-drive naar een andere lodge reden omdat Anthonie daar sigaretten moest halen en ons onder het mom van – dan kunnen jullie ook eens een andere lodge bekijken – daar naartoe reed. We hebben hem toen al meteen verteld dat we niet naar de Serengeti kwamen om ’s morgens een game drive te maken naar een andere lodge. Martin spreekt met ons af wat hij voor de volgende dag in de koelbox zal doen en dat wij goed in de gaten houden van wij gebruiken. We hadden al de hele tijd het gevoel dat Anthonie er rare praktijken op na hield. Morgen zullen we extra alert zijn.
Na een heerlijke douche en diner bij het kampvuur worden we naar onze tent gebracht. We hebben van Martin, de manager, les gekregen in dierengeluiden. Dus wachten we deze avond dat de stroom uitvalt en jawel na een tijdje horen we bavianen, het gehuil van hyena’s, vogels en zelfs een brullende leeuw rond de tent.

SERENGETI

30 OKTOBER 2000

Om 6:00 uur zijn we al wakker. Rueben brengt ons weer een lekker vers gezet kopje koffie en thee en om 7:00 uur gaan we weer onder begeleiding naar het basiskamp voor ons ontbijt. Om 7:30 uur starten we met onze game-drive. We vertellen meteen tegen Anthonie dat we vandaag niet gediend zijn van zijn zgn. geintjes van andere lodges bezoeken maar dat we naar de Serengeti zijn gekomen om de natuur, flora en fauna te zien. Een gewaarschuwd man telt blijkbaar voor twee. Meer dan de andere dagen doet hij zijn best om ons veel te laten zien.
We zien grote groepen gazelles, impala’s, nijlpaarden, struisvogels, gnoes en zebra’s. Zebra’s zie je vaak bij gnoes lopen omdat ze zich beschermd voelen in de grote kuddes maar omgekeerd hebben de gnoes ook profijt van de zebra’s. De zebra’s eten nl. het hogere gras zodat de gnoes makkelijker de lagere grassen kunnen bereiken waar hun voorkeur naar uitgaat. Bij een hippo-pool zien we ook de nodige krokodillen. Krokodillen kunnen zelfs twee jaar zonder voedsel door de daling van hun lichaamstemperatuur en de vertraging van hun spijsvertering. We maken een stop om iets te drinken bij een grote acaciaboom met nesten van de wevervogels en waar twee witkop-gieren de wacht houden. Vanuit de top van de boom kunnen ze een grote oppervlakte overzien op zoek naar voedsel wat vaak kadavers zijn. We zien ook nog de andere soorten gieren van de Serengeti, de Nubische gier met zijn roze kop en de Ruppels Griffon gier met zijn grijze kop. Grote groepen Ruppels Griffon gieren wachten bij elkaar tot er een soort teken komt dat er ergens een kadaver ligt waar ze dan met zijn allen naar toe vliegen en vechten voor een stukje van het kadaver.

We zijn om 13:00 uur weer terug bij onze lodge waar we aan de Grumeti-rivier heerlijk lunchen met neushoornvogels en ibissen op slechts anderhalve meter van onze tafel. Het is werkelijk snikheet. We zijn vanmiddag vrij en kunnen genieten van de omgeving van onze lodge. Als we naar onze tent lopen klampt Martin ons aan. Hij wil weten wat we hebben gedronken omdat de hele koelbox nagenoeg leeg is. Wij hebben ieder een flesje frisdrank gebruikt…. Dus Anthonie is door de mand gevallen. Wat blijkt naderhand, Anthonie steelt de flesjes/blikjes drank uit de koelbox en verkoopt die aan andere gidsen door. We zijn nu extra op onze hoede en het geeft ons een heel naar gevoel. We besluiten om al vroeg naar het basiskamp te gaan voor het diner. Rond 20:00 uur komt de regen met bakken uit de hemel. De plaatselijke bevolking is blij want het heeft al zo’n lange tijd niet geregend. Nou dat wordt deze avond dubbel en dwars ingehaald. Om 22:30 uur gaan we onder escorte met laarzen aan naar onze tent. We drinken nog wat bij het kaarslicht in de tent en gaan om 23:30 uur slapen. Morgen verlaten we het Grumeti-River-Camp. Echt jammer want het is zo’n mooie lodge en omgeving en het personeel maakt het zo bijzonder.

SERENGETI – NGORONGORO KRATER

31 OKTOBER 2000

Het heeft vannacht erg hard geregend. In het loungegedeelte en het restaurant van het basiskamp staat zo’n 6 cm water. Het is ongelooflijk, op onze lunchplaats bij de boom, waar we gisteren nog zaten te lunchen, zwemmen nu nijlpaarden. Na ons ontbijt nemen we afscheid van de staf van de lodge en in het bijzonder van Rueben, die ons verblijf hier zo fantastisch heeft gemaakt met zijn altijd vrolijke glimlach en hulpvaardigheid.
We rijden vandaag eerst naar het centrale gedeelte van de Serengeti omdat daar de kans het grootst is om luipaarden te zien. Die diersoort ontbreekt nog op onze lijst om de ‘big-five’ te hebben gezien. Rond 11:30 uur arriveren we in het centrale gedeelte van de Serengeti met een overvloed aan gazelles en leeuwen. We hebben alle geluk van de wereld als we een drietal cheeta’s op jacht zien gaan. Geruisloos sluipen er twee cheeta’s, zij aan zij, door het hoge gras. Wij volgen met de auto heel langzaam om de cheeta’s zeker niet te storen tijdens hun jacht. In tegenstelling tot leeuwen jagen cheeta’s overdag. Het is een geweldige ervaring om dat mee te maken. Op een gegeven moment gaan ze richting het struikgewas waar wij met de jeep niet mogen komen.
We rijden verder…. even daarna vallen we weer met onze neus in de boter. We zien in een boom een dode gnoe over een aantal takken hangen… dat wil zeggen dat er een luipaard in de buurt moet zijn. Deze roofdieren jagen zowel overdag als ’s nachts en nemen hun prooi meestal mee in een boom zodat ze ongestoord kunnen eten en andere roofdieren niet met hun buit aan de haal kunnen gaan. Soms is het verschil tussen een cheeta (een jachtluipaard) en een luipaard moeilijk te zien maar er zijn toch vele verschillen. Zo is het luipaard veel gespierder en sterker dan een cheeta. Het luipaard heeft een andere lichaamsbouw, een andere kop en de vlekken op zijn vacht zijn een beetje rozetachtig van vorm. Wij hebben nú de big-five met eigen ogen gezien. De big-five bestaat uit een vijftal dieren waarop professionele jagers vroeger graag ging jagen. Het betreffen de olifant, de buffel, het luipaard, de leeuw en als laatste de neushoorn. Er bestaat vaak een misverstand over de redenen waarom de naam big-five is ontstaan. Veel mensen denken dat dit is vanwege het gevaar en de dodenaantallen die deze beesten op hun naam hebben staan, maar dit is dus niet waar. De dieren zijn wel gevaarlijk, maar hebben niet het grootste aantal menselijke slachtoffers op hun geweten. Het beest wat namelijk de meeste menselijke slachtoffers maakt, is het vegetarische nijlpaard.

We vervolgen onze weg en rijden over vlaktes met kuddes waterbokken, die schichtig om zich heen kijken bij een waterplaats. Het favoriete leefgebied van een waterbok is rondom water. Ze leven gewoonlijk in kleine groepjes, deze bestaan meestal uit een dominant mannetje met enkele vrouwtjes en jongen. Rond 12:30 uur arriveren we bij een picknickplaats, Hidden Valley genaamd. Onze lunchboxes die we vanmorgen hebben meegekregen van het Grumeti-River-Camp zit vol met lekkere etenswaar. Hier op deze lunchplaats is een overvloed aan vogels en zelfs de wrattenzwijnen komen hier heel dichtbij om te drinken. Ook zien we de geel gekleurde zeldzame vuurkopbaardvogel en klipdassen. We hebben de afgelopen dagen al zoveel verschillende dieren gezien maar dat we hier ook nog een schildpad zouden tegenkomen hadden we niet verwacht. Hoe kan het ook anders, de naam van de schildpad is wel erg origineel, een luipaard-schildpad.